ECLI:NL:RBGEL:2014:2454
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen boetebesluit wegens overtreding van de Meststoffenwet
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 15 april 2014 uitspraak gedaan in een beroep tegen een boetebesluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. J.M.M. Kroon, had een boete van € 4.356 opgelegd gekregen wegens overtreding van artikel 14 van de Meststoffenwet (Msw). Na bezwaar werd de boete verlaagd tot € 3.454, maar eiser ging hiertegen in beroep. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen. Eiser stelde dat de eindvoorraad mest te laag was vastgesteld, omdat door rioleringsproblemen alleen dunne mest was afgevoerd en dikke mest was achtergebleven. De rechtbank oordeelde dat het aan eiser was om de hoeveelheid fosfaat en stikstof in de geproduceerde en afgevoerde mest te verantwoorden, en dat de onschuldpresumptie niet van toepassing was. De rechtbank concludeerde dat verweerder terecht was uitgegaan van de forfaitaire waarden voor de berekening van de eindvoorraad en dat eiser niet had aangetoond dat deze benaderingswijze niet voldeed. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de bevoegdheid van verweerder om een bestuurlijke boete op te leggen. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.