3.1.De Goede Woning vordert – door middel van de aan [gedaagde] betekende dagvaarding – bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
a. [gedaagde] te veroordelen de woning met toebehoren gelegen aan de [adres en plaats] met al het zijne en de zijnen en met alle goederen te ontruimen, te verlaten en ontruimd te laten en schoon en zonder schade alsmede onder afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van De Goede Woning te stellen, zulks binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis, althans binnen zodanige termijn als de voorzieningenrechter zal vermenen te behoren, met machtiging van De Goede Woning om bij gebreke daarvan de met de gedwongen ontruiming gemoeide kosten op [gedaagde] te verhalen;
b. [gedaagde] te veroordelen om aan De Goede Woning te betalen de volgens het gebruikelijke tarief te begroten bijdrage in de proceskosten, daaronder begrepen een post voor nasalaris.
De Goede Woning vordert bovendien naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad van 7 maart 2014 – door middel van de aan de bewindvoerster betekende dagvaarding – bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. [bewindvoerster] in haar hoedanigheid van bewindvoerster van [gedaagde] te veroordelen de woning met toebehoren gelegen aan de [adres en plaats] met [gedaagde] en al het zijne en de zijnen en met alle goederen te ontruimen, te verlaten en ontruimd te laten en schoon en zonder schade alsmede onder afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van De Goede Woning te stellen, zulks binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis, althans binnen zodanige termijn als de voorzieningenrechter zal vermenen te behoren, met machtiging van De Goede Woning om bij gebreke daarvan de met de gedwongen ontruiming gemoeide kosten op [bewindvoerster] in haar hoedanigheid van bewindvoerster van [gedaagde] te verhalen;
2. [bewindvoerster] in haar hoedanigheid van bewindvoerster van [gedaagde] te veroordelen, om voor zover nodig, de onder 1. vermelde ontruiming van de woning met toebehoren geleden aan de [adres en plaats], te gehengen en te gedogen;
3. [bewindvoerster] in haar hoedanigheid van bewindvoerster van [gedaagde] te veroordelen om aan De Goede Woning te betalen de volgens het gebruikelijke tarief te begroten bijdrage in de proceskosten, daaronder begrepen een post voor nasalaris.