2.6.In verband met deze situatie maakt OMB de Gemeente een aantal verwijten die zij het meest volledig in een brief aan de Gemeente van 31 januari 2013 heeft verwoord. Daarin staat:
Geacht college, geachte leden van de gemeenteraad,
U hebt met Ontwikkelingsmaatschappij Barneveld B.V. (OMB) te Barneveld, waarvan ondergetekende bestuurder is op of omstreeks 9 september 1998 een Samenwerkingsovereenkomst "De Burgt" (SOK) gesloten. Doel van de SOK is het realiseren en ontwikkelen van een complete woonwijk inclusief infrastructuur op die plek in Barneveld. Dit vindt plaats op basis van het uitbreidingsplan “De Burgt” en de daaruit voortvloeiende te ontwerpen bestemmingsplannen in twee overeengekomen fasen, door middel van het gezamenlijk aangaan van twee commanditaire vennootschappen (CV’s), waarin de gemeente participeert door middel van een B.V. (GBO).
Verplichtingen Gemeente
De verplichtingen van de Gemeente binnen de SOK kunnen o.m. als volgt worden samengevat.
De Gemeente heeft op pag. 2 van de SOK vastgesteld en ingestemd met het feit dat OMB op de inbreng van “de gronden” een verlies (disagio) heeft geleden, hetwelk OMB het contractuele recht geeft op een woningbouw- en infrastructuurclaim. Dit is een vaststelling die niet alleen van belang is voor CV De Burgt 1, maar ook voor CV de Burgt 2. Dit, omdat ook in CV De Burgt 2 blijkens art. 4.2.1 totaal 188.912 m2 gronden door OMB zijn ingebracht, die partijen fasegewijs zullen ontwikkelen.
Op pag 2. staat ook het doel van de samenwerking concreet omschreven: nl. “al hetgeen te doen om
“de gronden” bouwrijp te maken (…) en woonrijp te maken (…) en verder om in alle voorzieningen te voorzien (…)”
Daaruit volgt, volgens de definities van de SOK op p. 5 en 6 een inspanningsverbintenis om de gronden om te zetten in bouwrijpe kavels en woonrijp te maken inclusief voorzieningen, wat betekent: definitieve verhardingen, etc.. Dat wordt in art. 1.1. nogmaals vastgelegd, waarbij zelfs wordt gezegd dat partijen zich gaan inspannen om het uitbreidingsplan gerealiseerd te krijgen. Dat ziet blijkens art. 1.3.2. op heel De Burgt en niet op slechts het eerste deel daarvan. Het betreft immers een overeenkomst voor het totaal van de geplande woonwijk, ook als is die gesplitst in twee fasen (zie art. 2.8.1) en dat volgt tevens uit het feit dat de verbintenissen van partijen uit de SOK ondeelbaar zijn (art. 2.10).
Hoofdstuk II van de SOK bepaalt verder de verplichtingen waartoe de Gemeente gehouden is. Gewezen wordt op art. 2.3.1. en 2.3.2, dat bepaalt dat de Gemeente
“zoveel mogelijk zal bevorderen dat alle noodzakelijke procedures met voortvarendheid worden uitgevoerd c.q. behandeld.”De gemeente zal daarnaast
“bevorderen dat de grond in fase 2 na fase 1 zo snel mogelijk aan snee komt om te bouwen”(art. 4.4.2.). Daarbij past dus geen enkele vorm van vertraging door of namens de Gemeente, maar een regie die daaraan recht doet.
Verder zal tussen partijen een afspraak worden gemaakt over het woningbouwprogramma in Fase 2 (art. 4.4.2.)
Ook staat in art. 4.4.3. bepaald dat partijen – dus ook de Gemeente – een gezamenlijke strategie voor de verwerving van gronden in Fase 2 dienen te ontwikkelen die zij nog niet in hun bezit hebben, alsmede het vastleggen daarvan in een verwervingsplan. Verder moet duidelijk worden waarom er wel of niet voor het onteigeningsinstrument wordt gekozen door de Gemeente. In art. 4.4.6. zegt de Gemeente namelijk toe dat zij bereid is dit middel te hanteren als er niet minnelijk kan worden verworven.
Wijzigt de Gemeente volgens art. 2.3.3. het uitbreidingsplan, bestemmingsplan of het planologisch kader en beïnvloeden die wijzigingen de exploitatie van CV De Burgt 2 negatief, zonder dat daar 1) een juridische noodzaak en/of 2) een dringende reden wegens een oorzaak van buiten de Gemeente voor bestond, dan zijn de nadelige gevolgen daarvan voor rekening van de Gemeente, als die niet elders gecompenseerd worden door positieve effecten in een van de CV’s.
In het kader van de financiering van de te realiseren bestemmingen brengen OMB en de Gemeente op gelijke basis een financiering op basis van rekening-courantkrediet in (art. 3.8). Op grond van art. 4.4.2. geldt dit voor Fase 1 en Fase 2.
Dat zijn o.m. inspanningsverbintenissen, waar de Gemeente op grond van de SOK door OMB hierbij uitdrukkelijk wordt aangesproken met het uitdrukkelijk verzoek en aanmaning deze na te komen. Doet de Gemeente dat niet, dan pleegt zij wanprestatie. Omdat de SOK gesloten is met de Gemeente Barneveld zijn zowel het College van B & W als de gemeenteraad daaraan gebonden. Dat is de reden dat zowel het College van B & W als de gemeenteraad hierover gelijktijdig door OMB worden geïnformeerd.
Status
Fase 1 van de SOK (ontwikkeling van De Tuinen, De Beekakkers, De Eilanden-West en De Burgthoven Fase 1) is inmiddels nagenoeg afgerond. Met Fase 2 (De Lanen-West, De Burgthoven Fase 2, Eilanden-Oost, Lanen-Oost, Woudse Erven, Nederwoudse Brinken) is een aanvang gemaakt door middel van realisatie van De Lanen-West en het op 22 januari 2013 aangenomen bestemmingsplan De Burgthoven Fase 2. De onderdelen Eilanden-Oost, Lanen-oost, Woudse Erven, Nederwoudse Brinken binnen Fase 2 zijn dus nog te gaan, alvorens van definitieve afronding van Fase 2 en daarmee van de SOK gesproken kan worden.
Het is bekend dat in Lanen-oost, Woudse Erven en de Nederwoudse Brinken nog gronden van derden (Filippo en Megavastgoed) verworven moeten worden. In de raadsvergaderingen van 25 september en 2 oktober 2012 heeft de gemeenteraad van u een totaalplan voor De Burgt gevraagd. Bij dit totaalplan behoort een financiering door de ING-Bank, die recent door de ING-Bank werd opgezegd, omdat ING Bank onvoldoende concrete vooruitzichten op het genereren van cashflow aanwezig achtte.
Gegronde vrees niet-nakoming door de Gemeente
Hoewel al de hiervoor vermelde verplichtingen duidelijk zijn verwoord in de SOK, is de afgelopen tijd in steeds sterkere mate bij OMB de gegronde vrees ontstaan dat de Gemeente niet bereid is de gesloten SOK volledig na te komen. Dat baseren wij op de volgende feiten, die wij met documenten kunnen onderbouwen.
In een brief namens CV De Burgt 2 van 1 februari 2007 en in de aandeelhoudersvergadering daarna van 6 februari 2007 e.v. is namens OMB consequent gememoreerd dat de ontwikkelingen in Fase 2 nadelig worden beïnvloed door het voorrang geven door de Gemeente aan het naastgelegen bestemmingsplan Veller. Veller en andere woningbouwprojecten concurreren sinds 2004 met Fase 2 terwijl de Gemeente zelf als partner in Fase 2 betrokken is. Dit is door de Gemeente in de aandeelhoudersvergadering van 25 november 2008 ook erkend. De Gemeente, die de regie voert in het kader van bestemmingsplannen en uitgifte van woningen, beconcurreert derhalve via andere plannen in de Gemeente de volledige realisatie van de SOK, althans staat dat nadrukkelijk toe. Dat is ontoelaatbaar en in strijd met de hiervoor weergegeven inspanningsverbintenissen van de Gemeente. Gewezen is op het feit, dat als hier door de Gemeente – als regiehouder – niet op bijgestuurd wordt in de zin dat nu eerst De Burgt 2 volledig wordt afgemaakt, dit een negatief effect zal hebben op de financiële uitkomst van CV De Burgt 2, waardoor beide partners worden benadeeld. Hoewel daar in de daaropvolgende aandeelhoudersvergaderingen doorlopend op teruggekomen is door OMB en ook op andere wijze hiervoor aandacht, sturing en regie gevraagd is, blijkt niet dat de Gemeente daar tot op heden ook maar iets mee gedaan heeft of mee wil gaan doen.
Hoewel uit de aandeelhoudersvergadering van 10 juni 2008 en 31 maart 2009 blijkt, dat bijvoorbeeld Eilanden-Oost als planontwerp reeds gereed waren en deze ook pasten in het gemeentelijk woningbouwprogramma, is het plan De Burgthoven Fase 2 eerst eind 2012 door de Gemeente in procedure gebracht, op 22 januari 2013 – dus met een vertraging van meer dan 4 jaar – in de gemeenteraad gebracht en op 22 januari 2013 aangenomen. De Eilanden-Oost is als bestemmingsplan nog niet bij de gemeenteraad ingediend, terwijl daar al vanaf 2008 en 2009 over gepraat wordt. Op de gemeentelijke website stond in ieder geval tot 21 januari 2013 nog vermeld dat Eilanden-Oost in 2009 als laatste deelgebied wordt ontwikkeld, terwijl daar helemaal geen overeenstemming over bereikt is met OMB. Dat kan niet gezien worden als voortvarend en constructief handelen en zo snel als mogelijk realiseren. Zonder een bestemmingsplan met rechtskracht kunnen de gronden immers niet bouw- en woonrijp gemaakt worden.
Sinds 2004 heeft Filippo gronden verworven in Lanen-Oost. Over de verwerving en de met Filippo gemaakte en te maken afspraken dienaangaande heeft met OMB nimmer voorafgaand overleg plaats gevonden. Als de Gemeente met Filippo stelt mondeling overeenstemming te hebben bereikt over de bestemming PDV (perifere detailhandel vestiging /toevoeging rechtbank) van die gronden en de bijdrage van Filippo, wijst OMB er volledigheidshalve op dat op grond van art. 4.1.5. partijen in het kader van de SOK slechts unaniem besluiten zullen nemen met betrekking tot de ontwikkeling van het Uitbreidingsplan en slechts gezamenlijk verbintenissen tegenover derden aangaan. Het eenzijdig als Gemeente bepalen van PDV-activiteiten en uitonderhandelen van een en ander spoort daar niet mee. Indien de woningbouwbestemming in de Lanen-Oost wijzigt, wordt overleg voorgeschreven (art. 4.4.1.) en zal compensatie moeten plaatsvinden binnen de SOK aan degene die daardoor minder krijgt aan woningbouwclaim als daar geen juridische noodzaak toe was of geen dringende noodzaak toe was wegens een buiten de Gemeente gelegen oorzaak. In dit kader heeft het ontbroken aan voorgeschreven overleg met en instemming van OMB. Daarnaast is tot op heden de volgens de Gemeente mondeling overeengekomen bijdrage van € 1,5 miljoen van Filippo niet met een handtekening van of namens Filippo bekrachtigd.
Doorlopend is door OMB aangedrongen op het aangaan van gezamenlijk overleg met o.m. zowel Filippo als Megavastgoed, teneinde duidelijkheid van derden in het plangebied te verkrijgen of, hoe en wat zij willen bijdragen aan de ontwikkeling van Fase 2. Verwezen wordt naar de notulen van 28 september 2010 en 25 augustus 2011. In laatstgenoemde notulen wordt evenwel namens de Gemeente gesteld dat woningbouw langs de Scherpenzeelseweg niet meer gewenst is. In de notulen van 22 juni 2012 wordt namens de Gemeente gemeld dat de gronden van Megavastgoed in het bestemmingsplan voorlopig zijn aangegeven als landbouwgronden. Door het uitbreidingsgebied van derden in Fase 2 niet tot ontwikkeling te brengen is geen kostenverhaal mogelijk via derden en moeten de totale plankosten verdeeld worden over minder m2, waardoor CV De Burgt 2 – waar ook de Gemeente deel van uitmaakt – miljoenen misloopt. Bovendien zullen hierdoor de gronden die in eigendom zijn bij de CV de Burgt in de resterende deelplannen niet ontsloten kunnen worden, dan wel zal voor de ontsluiting van die percelen een veel grotere investering nodig zijn. Komt de Gemeente daar niet op terug, dan riskeert de gemeente aansprakelijkheid in het kader van het niet-nakomen van de SOK omdat de contractueel aan OMB verleende woningbouw- en infrastructuurclaim niet (volledig) geldend kan worden gemaakt. Dat behoeft OMB van een samenwerkingspartner in de SOK niet te accepteren.
In de notulen van 22 juni 2012 wordt namens OMB gevraagd om herbevestiging dat de ontwikkelingen (woningbouw) De Burgt gewoon doorgaan en dat door de Gemeente niet langer aan concurrerende projecten elders voorrang wordt verleend. Die herbevestiging is ondanks verzoek daartoe niet verstrekt, terwijl dit op grond van de SOK wel mocht worden verwacht.
In de concept-notulen van 21 januari 2013 wordt door OMB aan de Gemeente gevraagd om medewerking aan het opstellen van een gezamenlijk verwervingsplan als bedoeld in art. 4.4.3. en in overleg te gaan met derden over verwerving van ontbrekende delen in het plangebied of een bijdrage in het kader van de planvorming. In deze vergadering wordt namens de Gemeente meegedeeld dat er geen aanpassing van de SOK komt en dat er ook geen verdere invulling of een verwervingsplan zal worden opgesteld. Er zal door de Gemeente niet worden gekeken naar Megavastgoed en Filippo. Dat is in strijd met art. 4.4.3. van de SOK.
Uit de beschikbaar gekomen brief van de Gemeente aan Filippo d.d. 22 januari 2013, blijkt dat de Gemeente zich jegens Filippo op het standpunt stelt, dat zij zich geconfronteerd ziet met een sterke overprogrammering van initiatieven voor woningbouw. In die brief stelt de Gemeente verder dat zij doende is veel verder uitontwikkelde initiatieven dan Filippo in de tijd door te schuiven en zelfs te schrappen. Daarmee wordt het woningbouwprogramma naar beneden bijgesteld., om zodoende “bouwen voor de leegstand” voor te blijven. Voor Filippo betekent dit dat er op de gronden van Filippo – die als PDV zijn aangewezen in de structuurvisie kernen Barneveld 2022 – vooralsnog geen mogelijkheden meer zijn voor realisering van de door Filippo beoogde woningbouw. Over een en ander heeft geen voorafgaand overleg met OMB plaats gevonden. Tevens maakt het in combinatie met het voorgaande opnieuw duidelijk, dat in Fase 2 van De Burgt niet (meer) de gemeentelijke prioriteit ligt qua woningbouw, omdat zij andere plannen daarmee volledig laat concurreren, daar niet op stuurt en kennelijk andere plannen gewoon voorrang verleent.
De Gemeente stelt daarnaast als voorwaarden voor medewerking aan het door de gemeenteraad gewenste totaalplan jegens OMB o.m. dat de gronden binnen het plangebied die niet in eigendom toebehoren aan CV De Burgt 2 (behoudens de gronden van Filippo) geheel buiten de ontwikkelingen worden gehouden en hun huidige bestemming houden. Alleen als o.m. deze voorwaarden door de directie van de CV wordt uitgewerkt in een totaalplan, is de Gemeente bereid in te gaan op de nieuwe offerte voor de financiering die de ING de CV heeft aangeboden. Dat spoort niet met een door de gemeenteraad geëist totaalplan voor De Burgt en het (volledig) nakomen van de gemeentelijke inspanningsverplichtingen in de SOK. De SOK ziet immers op volledige ontwikkeling van De Burgt, ook van Fase 2.
Als gevolg van deze 8 argumenten, die onderbouwd kunnen worden met de notulen van de aandeelhoudersvergaderingen en in ons bezit zijnde documenten, meent OMB goede gronden te hebben om helaas te (moeten) vrezen dat de Gemeente in de nakoming van de SOK zal tekortschieten althans deze niet
volledigzal nakomen. Bovenvermelde 8 gedocumenteerde en op de SOK gebaseerde argumenten kunnen namelijk niet in overeenstemming worden gebracht met de hiervoor weergegeven 8 contractuele verplichtingen. De SOK staat evenwel nog steeds onverkort overeind.
Derhalve heeft OMB er thans dringend behoefte aan de impasse met de Gemeente te doorbreken en een aanmaning uit te doen gaan waarin de Gemeente wordt aangesproken tot nakoming van de SOK en de daaruit voortvloeiende verplichtingen.
AANMANING
Uiterlijk
binnen 21 dagen na hedendient de Gemeente OMB schriftelijk te bevestigen, dat zij alsnog onverkort haar volledige medewerking zal verlenen aan de nakoming van de door de Gemeente met OMB gesloten SOK d.d. 9 september 1998. Dat houdt wat OMB betreft concreet in de bereidheid om het volgende schriftelijk te bevestigen aan OMB:
dat de Gemeente nu onverkort meewerkt aan volledige afronding van Fase 2 van De Burgt overeenkomstig de bepalingen van de SOK, dat zij deze onverkort zal nakomen en zoveel mogelijk zal bevorderen dat alle daartoe noodzakelijke resterende procedures nu met voortvarendheid door de Gemeente worden uitgevoerd c.q. behandeld, zodat de grond in Fase 2 voor OMB zo snel mogelijk althans zonder enige vertraging door of namens de Gemeente voor OMB aan snee komt om te bouwen.
dat zij bereid is op grond van art. 4.4.2 een woningbouwprogramma met OMB vast te stellen gelijk aan of nagenoeg gelijk aan dat in Fase 1.
dat zij bereid is op grond van art. 4.4.3. met OMB binnen 3 maanden na heden te komen tot het ontwikkelen van een gezamenlijke strategie voor de verwerving alsmede het vastleggen daarvan in een verwervingsplan terzake de gronden van derden in het plangebied van Fase 2.
dat zij eventueel bereid is het onteigeningsinstrument in Fase 2 voor de resterende te ontwikkelen gebieden te hanteren nu art. 4.4.6. bepaalt dat de Gemeente bereid is daartoe over te gaan als er niet minnelijk kan worden verworven.
dat het College van Burgemeester en Wethouders nu voortvarend zal zorgen voor het door de gemeenteraad verzochte totaalplan met inachtneming van de SOK en ondertekening van de offerte van de ING-Bank voor afloop van de offertetermijn – 28 februari 2013 – althans een inspanningsverbintenis te leveren om ervoor zorg te dragen dat de gemeenteraad daarmee instemt op basis van deze gedocumenteerde aanmaning.