4.1.[eiser] vordert samengevat - na wijziging van eis:
I. ten aanzien van [gedaagde sub 5] en [gedaagde sub 6] te verklaren voor recht dat Jeanti jegens hen op goede grond zich heeft beroepen op overmacht voor de vertraging in de levering van de woning;
II. [gedaagde sub 5] en [gedaagde sub 6] te veroordelen om aan [eiser] te betalen een bedrag van
€ 17.928,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 11 december 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, althans een in goede justitie te bepalen bedrag;
III. Huizinga c.s. hoofdelijk dan wel één of meerderen van hen te veroordelen om aan [eiser] te betalen:
voorwaardelijk, voor zover de vordering sub II niet (geheel) wordt toegewezen en/of [gedaagde sub 5] en [gedaagde sub 6] bij wijze van verrekening een bedrag aan bijkomende kosten in mindering brengt, een bedrag van € 17.928,00, eventueel vermeerderd met het door [gedaagde sub 5] en [gedaagde sub 6] geclaimde bedrag aan bijkomende kosten, alles te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 11 december 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, althans het deel van het onder II gevorderde bedrag dat – al dan niet vanwege verrekening van bijkomende kosten – niet zal worden toegewezen, opnieuw te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 11 december 2012 tot aan de dag der algehele voldoening;
de advocaatkosten die Ross Advocaten in rekening bracht aan [eiser] ter zake de hypotheekvestiging van 5 november 2012 conform productie 23, althans een in goede justitie te bepalen bedrag;
de notariskosten die de boedelnotaris aan [eiser] in rekening bracht ter zake van de extra werkzaamheden na de hypotheekvestiging van 5 november 2012 conform productie 24, althans een in goede justitie te bepalen bedrag;
voorwaardelijk, voor zover [eiser] in de onderhavige procedure in de proceskosten van [gedaagde sub 5] en [gedaagde sub 6] wordt veroordeeld, het bedrag van die proceskosten als schade uit hoofde van de gepleegde onrechtmatige daad c.q. daden;
IV. mr. Huizinga te verbieden tot executie over te gaan van het vonnis van 11 december 2012 met zaaknummer 23570 KG ZA 12/557 voor de daarin toegewezen proceskosten, subsidiair voorwaardelijk, namelijk voor zover ten tijde van het onderhavige vonnis het vonnis van 11 december 2012 ten uitvoer is gelegd, dan wel verrekening heeft plaatsgehad, Huizinga te veroordelen het geïncasseerde, dan wel het verrekende bedrag te voldoen aan [eiser], te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van inning c.q. verrekening tot aan de dag der algehele voldoening;
V. te verklaren voor recht jegens [gedaagde sub 4] en Huizinga primair, dat ten gunste van hen, althans [gedaagde sub 4], geen wettelijk pandrecht rust op de overbedelingsuitkering ad € 123.691,56 onder boedelnotaris mr. J.J.H. Wijnmaalen bij Dirkzwager Advocaten en Notarissen te Arnhem in de nalatenschap [naam 1];
VI. te verklaren voor recht jegens [gedaagde sub 4] en Huizinga subsidiair, dat enig wettelijk pandrecht op de overbedelingsuitkering ad € 123.691,56 onder boedelnotaris mr. J.J.H. Wijnmaalen bij Dirkzwager Advocaten en Notarissen te Arnhem in de nalatenschap [naam 1] is achtergesteld ten opzichte van de onderlinge verrekenaanspraken van [eiser] jegens [gedaagde sub 3] respectievelijk [gedaagde sub 2], althans ten aanzien van de verrekenaanspraken die zijn ontstaan voor 5 november 2011, dan wel voor die datum hun oorsprong vinden in enig nalaten of handelen van [gedaagde sub 3] respectievelijk [gedaagde sub 2];
VII. [gedaagde sub 4] en Huizinga, althans [gedaagde sub 4] te veroordelen om te gehengen en gedogen dat voornoemde boedelnotaris overgaat tot uitbetaling uit het overbedelingsdepot aan [eiser], hetgeen in rechte tussen [eiser] enerzijds en [gedaagde sub 3] en/of [gedaagde sub 2] zal worden vastgesteld als zijnde te verrekenen in verband met de nalatenschap [naam 1] respectievelijk de afwikkeling daarvan;
VIII. gedaagden, althans Huizinga c.s. hoofdelijk te veroordelen in de kosten van het geding, de nakosten daaronder begrepen, onder bepaling dat gedaagden over deze proceskosten met ingang van de veertiende dag na betekening van het in dezen te wijzen vonnis tot aan de dag der algehele voldoening de wettelijke rente verschuldigd zullen zijn.