ECLI:NL:RBGEL:2014:1795

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
11 februari 2014
Publicatiedatum
18 maart 2014
Zaaknummer
257553
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Executie- en beslagrecht: Tenuitvoerlegging van een notariële akte en verplichtingen tot het verstrekken van inlichtingen

In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, betreft het een kort geding dat is aangespannen door de vennootschappen 't Reylof c.s. tegen Sandton Holding B.V. en andere Sandton vennootschappen. De eiseressen vorderen onder andere dat Sandton Holding verplicht wordt om inlichtingen te verstrekken over haar inkomens- en vermogensposities, alsook over voor verhaal vatbare goederen. De achtergrond van de zaak ligt in een notariële akte uit 2011, waarin verplichtingen zijn vastgelegd die Sandton Holding en andere vennootschappen zijn aangegaan. Eiseressen stellen dat Sandton Holding in gebreke is gebleven bij het voldoen aan haar betalingsverplichtingen, wat heeft geleid tot executoriale beslagen op haar aandelen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er een spoedeisend belang is voor de eiseressen, aangezien zij als schuldeisers snel inzicht willen krijgen in de vermogenspositie van Sandton Holding. De rechtbank oordeelt dat Sandton Holding verplicht is om inlichtingen te verstrekken op basis van artikel 475g van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) en het arrest van de Hoge Raad van 20 september 1991 (NJ 1992, 552). De rechtbank wijst de vorderingen van 't Reylof c.s. toe, met uitzondering van de vordering tot het doen van periodieke opgaven, omdat hiervoor onvoldoende specifieke redenen zijn aangedragen.

Daarnaast wordt vastgesteld dat de Sandton vennootschappen niet hebben voldaan aan hun verplichtingen om verklaringen af te leggen over de beslagen goederen. De rechtbank legt hen op om binnen zeven dagen na betekening van het vonnis aan de gerechtsdeurwaarder opgave te doen van hetgeen zij aan Sandton Holding verschuldigd zijn. De rechtbank veroordeelt Sandton Holding tot het betalen van dwangsommen bij niet-naleving van de opgelegde verplichtingen. De proceskosten worden aan de zijde van 't Reylof c.s. begroot op € 1.562,52. Het vonnis is uitgesproken op 11 februari 2014 door mr. R.J.B. Boonekamp.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/257553 / KG ZA 14-23
Vonnis in kort geding van 11 februari 2014
in de zaak van

1.de vennootschap naar buitenlands recht 'T REYLOF BVBA,

gevestigd te Aalter, België,
2. de vennootschap naar buitenlands recht
REYLOF CONSTRUCT BVBA,
gevestigd te Aalter, België,
eiseressen,
advocaten mrs. T.R.B. de Greve en S.L. Boersen te Amsterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SANDTON HOLDING B.V.,
gevestigd te Deventer en kantoorhoudende te Rheden,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SANDTON HOTELS B.V.,
gevestigd te Deventer en kantoorhoudende te Rheden,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SANDTON HOTEL VENTURES B.V.,
gevestigd te Deventer en kantoorhoudende te Rheden,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SANDTON HOTELMANAGEMENT INTERNATIONAL B.V.,
gevestigd te Deventer en kantoorhoudende te Rheden,
gedaagden,
advocaat mr. C.C.H. Wiekeraad te Kampen.
Eiseressen zullen hierna als 't Reylof c.s. worden aangeduid. Gedaagden zullen tezamen Sandton c.s. worden genoemd. Afzonderlijk zal gedaagde sub 1 ook Sandton Holding worden genoemd en gedaagden sub 2 tot en met 4 Sandton Hotels c.s.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de mondelinge behandeling
  • de pleitnota van 't Reylof c.s..
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
In de akte van 23 december 2011 (hierna: de notariële akte), verleden voor een Belgische notaris, zijn een aantal verplichtingen vastgelegd, onder andere met betrekking tot een opstalrecht en een daarvoor verschuldigd maandelijks solarium en maandelijks verschuldigde huurprijzen FFE, die de vennootschap naar Belgisch recht Sandton Grand Hotel Reylof Gent BVBA aan 't Reylof c.s. verschuldigd is of zal zijn. Sandton Holding is in de notariële akte als tussenkomende partij opgenomen. In artikel 8 van de notariële akte staat, voor zover van belang, het volgende:
ARTIKEL 8 – WAARBORGEN VAN DE OVERNEMER EN TUSSENKOMENDE PARTIJ
Ter garantie van de correcte en volledige nakoming door de overnemer van zijn verplichtingen voortvloeiende uit onderhavige akte (…), zal de Tussenkomende Partij hoofdelijk gehouden zijn met de overnemer voor een bedrag gelijk aan twaalf (12) maanden Vergoedingen (Solarium + Huurprijs FFE) en dit vanaf de datum van Afgifte van het gehele Hotelgebouw en de gehele Uitrusting FFE. De hoofdelijke gehoudenheid van de Tussenkomende Partij kan nooit meer bedragen dan voornoemd bedrag gelijk aan twaalf (12) maanden Vergoedingen (Solarium + Huurprijs FFE).
(…).
2.2.
Sandton Grand Hotel Reylof Gent BVBA is achtergebleven in de betaling van de verschuldigde Solaria en Huurprijzen FFE. Volgens 't Reylof c.s. bedraagt de achterstand ten minste € 600.000,00, te vermeerderen met rente en kosten.
2.3.
De grosse van de notariële akte is op 29 juli 2013 door de notaris in België voorzien van een certificaat als bedoeld in artikel 57 lid 4 van de EEX-verordening. Bij beschikking van de rechtbank Amsterdam van 14 augustus 2013 is de grosse van de notariële akte uitvoerbaar in Nederland verklaard.
2.4.
Vervolgens heeft de deurwaarder de grosse van de notariële akte en de grosse van de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 14 augustus 2013 op 3 december 2013 aan Sandton Holding betekend, waarbij hij bevel tot betaling heeft gedaan. Ondanks deze betekening en het bevel tot betaling heeft Sandton Holding niets aan 't Reylof c.s. voldaan.
2.5.
Bij exploten van 6 december 2013 zijn executoriale beslagen gelegd ten laste van Sandton Holding. Daarbij is beslag gelegd op de aandelen die Sandton Holding houdt in ieder van Sandton Hotels c.s. en zijn executoriale derde-beslagen gelegd ten laste van Sandton Holding onder ieder van Sandton Hotels c.s.
2.6.
Tot op heden heeft Sandton Holding geen informatie aan de deurwaarder verstrekt over haar vermogenspositie en voor verhaal vatbare goederen en zaken (art. 475g Rv), noch heeft zij aan 't Reylof c.s. betalingen gedaan. Ook Sandton Hotels c.s. hebben tot op heden geen verklaringen gedaan van de vorderingen en zaken die door de derde-beslagen zijn getroffen (art. 476a Rv).

3.Het geschil

3.1. '
t Reylof c.s. vorderen, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:
Sandton Holding te veroordelen om binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis aan de advocaat van 't Reylof c.s., althans aan de gerechtsdeurwaarder die het ten deze te wijzen vonnis aan haar betekent, althans op een wijze zoals de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen, schriftelijk, nauwkeurig en gespecificeerd inlichtingen en opgave omtrent haar binnen- en buitenlandse inkomens- en vermogensposities en omtrent voor verhaal vatbare binnen- en buitenlandse goederen te verstrekken;
en vervolgens telkens na verloop van dertig dagen wederom en op gelijke wijze schriftelijk, nauwkeurig en gespecificeerd inlichtingen en opgave omtrent haar alsdan actuele binnen- en buitenlandse inkomens- en vermogensposities en omtrent voor verhaal vatbare binnen- en buitenlandse goederen te verstrekken tot het moment dat geheel is voldaan aan de betalingsverplichtingen jegens 't Reylof c.s.;
Ieder van voornoemde veroordelingen onder i. op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 25.000,00 per dag of gedeelte daarvan dat niet of niet geheel aan deze veroordelingen wordt voldaan;
Sandton Hotels c.s. ieder te veroordelen om binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis aan de gerechtsdeurwaarder de heer H. Oude Elferink (Oude Elferink Gerechtsdeurwaarders & Incasso, Hilversumsestraat 336 te Amsterdam) volledig, deugdelijk en met redenen omklede opgave te doen van al hetgeen verschuldigd is aan gedaagde sub 1 conform artikel 476a Rv en artikel 476b Rv;
en ieder van Sandton Hotels c.s. te veroordelen tot nakoming, binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis, van de verplichtingen om de aan Sandton Holding verschuldigde geldsommen aan de gerechtsdeurwaarder de heer H. Oude Elferink (Oude Elferink Gerechtsdeurwaarders & Incasso, Hilversumsestraat 336 te Amsterdam) te voldoen, conform artikel 477 Rv;
en ieder van Sandton Hotels c.s. te veroordelen tot nakoming, binnen vijf dagen na betekening van het ten deze te wijzen vonnis, van de verplichtingen om de aan Sandton Holding verschuldigde goederen en voorts de aan Sandton Holding af te geven zaken ter beschikking van de gerechtsdeurwaarden de heer H. Oude Elferink (Oude Elferink Gerechtsdeurwaarders & Incasso, Hilversumsestraat 336 te Amsterdam) te stellen, conform artikel 477 Rv;
Ieder van voornoemde veroordelingen onder iii. ten aanzien van ieder van Sandton Hotels c.s. op straffe van verbeurte van een eenmalige dwangsom van € 500.00,00, althans een dwangsom van € 25.000,00 per dag of gedeelte daarvan dat niet of niet geheel aan deze veroordelingen wordt voldaan;
Subsidiair:
althans steeds die voorzieningen en/of bevelen en/of veroordelingen die de voorzieningenrechter in de gegeven omstandigheden juist voorkomen te treffen en aan Sandton c.s. op te leggen, en ieder van die voorzieningen, bevelen en veroordelingen te versterken door een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen eenmalige dwangsom en voorts een periodieke dwangsom; en
Zowel primair als subsidiair:
Sandton c.s. hoofdelijk te veroordelen in de proceskosten.
3.2.
Sandton c.s. voeren verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het spoedeisend belang vloeit voldoende uit de stellingen van 't Reylof c.s. voort.
4.2.
Voor zover Sandton c.s. betogen dat de grosse van de notariële akte niet ten uitvoer kan worden gelegd hetzij vanwege de bezwaren die er bestaan tegen de inhoud van de verplichtingen uit die akte, hetzij omdat aan de verplichtingen uit die notariële akte is voldaan, kan dat standpunt in het kader van dit kort geding niet worden onderzocht of gehonoreerd. Voor dergelijke bezwaren bestaat de mogelijkheid om op de voet van art. 438 Rv een vordering tot schorsing of staking van de tenuitvoerlegging in te stellen. Bij gebreke van een dergelijke vordering, in bijvoorbeeld een daartoe aangespannen executie kort geding of in reconventie in de onderhavige procedure, moet ervan uit worden gegaan dat de grosse van de notariële akte ten uitvoer kan worden gelegd. In deze procedure staat dan ook voorop dat 't Reylof c.s. mogen executeren op grond van de grosse van de notariële akte.
4.3.
Op grond van art. 475g lid 1 Rv, in samenhang gelezen met het arrest van de Hoge Raad van 20 september 1991, NJ 1992, 552 (Tripels/Masson), is Sandton Holding verplicht om desgevraagd inlichtingen te verschaffen omtrent haar inkomens- en vermogenspositie en omtrent de voor verhaal vatbare goederen. Sandton Holding heeft op zichzelf ook niet betwist dat zij hiertoe verplicht is, maar zij voert aan dat zij, buiten de aandelen waarop reeds beslag is gelegd, geen vermogensbestanddelen bezit. Op voorhand is echter niet aannemelijk dat Sandton Holding geen enkel ander vermogensbestanddeel bezit dat voor executie in aanmerking kan komen. 't Reylof c.s. hebben aan de hand van de geconsolideerde jaarrekening van 2011 gemotiveerd betoogd dat daarin activa en vorderingen staan vermeld, waaronder ook van Sandton Holding zelf op groepsmaatschappijen, hetgeen door Sandton Holding niet is betwist. Er is daarom aanleiding aan te nemen dat Santon Holding mogelijk voor verhaal vatbare vermogensbestanddelen bezit en dat zij daarvan opgave moet doen. De hierop gerichte vordering zal daarom worden toegewezen.
4.4.
Er is onvoldoende aanleiding om Sandton Holding telkens na verloop van 30 dagen opnieuw opgave te laten doen. Voor een dergelijke maatregel zou hooguit aanleiding kunnen zijn onder bijzondere omstandigheden, waaromtrent 't Reylof c.s. niets hebben gesteld. Welk specifiek belang 't Reylof c.s. bij deze vordering hebben, is in het geheel niet toegelicht. Deze vordering zal dan ook worden afgewezen.
4.5.
Met betrekking tot de ten laste van Sandton Holding onder Sandton Hotels c.s. gelegde derdenbeslagen, wordt het volgende overwogen. Uit art. 476a lid 1 Rv volgt dat de derde-beslagene, zodra vier weken zijn verstreken na het leggen van het beslag, verplicht is verklaring te doen van de vorderingen en zaken die door de beslagen zijn getroffen. Sandton Hotels c.s. hebben deze verklaring niet gedaan. Ter zitting hebben zij laten weten dat zij deze verklaring wel hadden moeten doen en dat zij daartoe ook bereid zijn, maar dat zij per saldo niets aan Sandton Holding verschuldigd zijn. Dat zij aan Sandton Holding per saldo niets verschuldigd zouden zijn, ontslaat Sandton Hotels c.s. echter niet van hun verplichting om deze verklaring te doen. De term ‘per saldo’ doet overigens vermoeden dat er over en weer vorderingen in het spel zijn. 't Reylof c.s. hebben voldoende aannemelijk gemaakt dat en waarom zij een spoedeisend belang hebben bij hun vordering tot het doen van derde-verklaringen in kort geding. Het belang van 't Reylof c.s., zo hebben zij ter zitting toegelicht, is erin gelegen dat zij, als schuldeisers, op een praktische, snelle en relatief goedkope manier de derde-verklaringen onder ogen krijgen, zodat zij aan de hand daarvan kunnen beslissen of zij de langdurige en ongetwijfeld kostbare weg van art. 477a Rv zullen gaan bewandelen. Aangenomen moet worden dat art. 477a Rv aan het geven van een dergelijke veroordeling in kort geding niet in de weg staat. Die behelst niets meer of minder dan een veroordeling tot nakoming van de rechtsplicht die uit art. 476a Rv voortvloeit. Deze vordering zal dan ook worden toegewezen.
4.6.
De vorderingen tot nakoming van de verplichtingen de aan Sandton Holding verschuldigde geldsommen aan de gerechtsdeurwaarder te voldoen en om de aan Sandton Holding verschuldigde goederen en af te geven zaken ter beschikking van de gerechtsdeurwaarder te stellen, conform art. 477 Rv, zullen worden afgewezen. Nu Sandton Hotels c.s. nog geen derde-verklaringen hebben afgelegd, is niet duidelijk of er goederen of zaken zijn die moeten worden afdragen of afgegeven en zo ja, welke. Deze vorderingen zijn dan ook in zoverre prematuur ingesteld. Bovendien is niet gebleken dat Sandton Hotels c.s. niet bereidwillig zijn om aan deze verplichtingen te voldoen.
4.7.
De gevorderde dwangsommen zullen worden beperkt en gemaximeerd als volgt. De termijnen waarbinnen aan de veroordelingen moet worden voldaan, zullen op zeven dagen worden gesteld.
4.8.
Sandton c.s. zullen als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Voor een hoofdelijke veroordeling in de proceskosten, zoals gevorderd, is geen aanleiding nu Sandton c.s. niet hoofdelijk zijn verbonden tot hetgeen waartoe zij ten principale worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van 't Reylof c.s. worden begroot op:
- dagvaarding € 138,52
- griffierecht 608,00
- salaris advocaat
816,00
Totaal € 1.562,52

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt Sandton Holding om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis aan de deurwaarder die gerechtigd is tegen hem beslag te leggen, schriftelijk, nauwkeurig en gespecificeerd inlichtingen en opgave omtrent haar binnen- en buitenlandse inkomens- en vermogensposities en omtrent voor verhaal vatbare binnen- en buitenlandse goederen te verstrekken,
5.2.
veroordeelt Sandton Holding om aan 't Reylof c.s. een dwangsom te betalen van € 10.000,00 voor iedere dag dat zij niet aan de in 5.1 uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 1.000.000,00 is bereikt,
5.3.
veroordeelt ieder van Sandton Hotels c.s. om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis aan gerechtsdeurwaarder de heer H. Oude Elferink (Oude Elferink Gerechtsdeurwaarders & Incasso, Hilversumsestraat 336 te Amsterdam) volledig, deugdelijk en met redenen omkleed opgave te doen van al hetgeen zij verschuldigd zijn aan Sandton Holding, een en ander conform de artt. 476a en 476b Rv,
5.4.
veroordeelt ieder van Sandton Hotels c.s. om aan 't Reylof c.s. een dwangsom te betalen van € 10.000,00, voor iedere dag dat de desbetreffende vennootschap niet aan de in 5.3 uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 200.000,00 per vennootschap is bereikt,
5.5.
veroordeelt Sandton c.s. in de proceskosten, aan de zijde van 't Reylof c.s. tot op heden begroot op € 1.562,52,
5.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken op 11 februari 2014.
Coll. MBR