ECLI:NL:RBGEL:2014:1318
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstandsuitkering wegens niet gemeld vermogen in Turkije
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 4 maart 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een bijstandsontvanger, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tiel. Eiser had recht op bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (Wwb) vanaf 21 juli 2008. Echter, na een onderzoek door de Sociale Verzekeringsbank naar aanleiding van een verzoek van eiser om een remigratie-uitkering, kwam naar voren dat eiser onroerend goed bezat in Turkije, wat hij niet had gemeld. Dit leidde tot de intrekking van zijn bijstandsuitkering per 21 juli 2008 en een terugvordering van € 64.475,02 voor de periode tot en met 31 januari 2013.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser in de betreffende periode eigenaar was van een appartementencomplex in Turkije, waarvan de waarde door verweerder op € 59.598 was getaxeerd. Eiser betwistte de taxatie en stelde dat de waarde nihil was vóór renovaties in 2008, 2009 en 2010. De rechtbank oordeelde echter dat eiser niet voldoende bewijs had geleverd om zijn stelling te onderbouwen. Bovendien werd vastgesteld dat de taxatie door verweerder zorgvuldig was uitgevoerd, ondanks dat de taxateur het complex niet van binnen had bekeken.
De rechtbank concludeerde dat eiser zijn wettelijke inlichtingenverplichting had geschonden door het niet melden van zijn vermogen, wat een rechtsgrond vormde voor de intrekking van de bijstandsuitkering. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en bevestigde de beslissing van verweerder om de bijstandsuitkering in te trekken en de kosten terug te vorderen. Eiser had geen recht op bijstand vanaf 7 december 2012, omdat zijn vermogen de grens overschreed. De rechtbank oordeelde dat er geen reden was om de terugvordering te herzien en dat verweerder in redelijkheid gebruik had gemaakt van zijn bevoegdheid om tot terugvordering over te gaan.