ECLI:NL:RBGEL:2014:1248

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
21 januari 2014
Publicatiedatum
25 februari 2014
Zaaknummer
254497
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis over handelsnaamconflict tussen Helldorfer Antiek B.V. en Helldorfer Binnenstad B.V.

In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, gaat het om een geschil tussen twee besloten vennootschappen, te weten Helldorfer Antiek B.V. en Helldorfer Binnenstad B.V., over het gebruik van de handelsnaam 'Helldorfer'. Helldorfer Antiek B.V., vertegenwoordigd door haar advocaat mr. J.R.L. van Gasteren, vordert dat Helldorfer Binnenstad B.V., vertegenwoordigd door mr. O.J. Ingwersen, het gebruik van de handelsnamen 'Helldorfer Binnenstad B.V.', 'Helldorfer Binnenstad', 'Helldorfer Juwelier' en 'Helldorfer' staakt. De zaak is ontstaan uit een lange geschiedenis van handelsactiviteit onder de naam Helldorfer, die teruggaat tot de opening van een juwelierswinkel door de vader van Helldorfer ongeveer 85 jaar geleden in Arnhem. De rechtsvoorgangers van beide partijen hebben in 1975 afspraken gemaakt over het gebruik van de naam, waarbij Helldorfer Antiek B.V. het recht heeft behouden om de naam 'Helldorfer' te gebruiken voor haar activiteiten. Veenemans, de bestuurder van Helldorfer Binnenstad B.V., heeft in 1990 de naam 'Helldorfer Presikhaaf' overgenomen, maar het gebruik van de naam 'Helldorfer' in de binnenstad van Arnhem heeft geleid tot verwarring bij het publiek. De voorzieningenrechter oordeelt dat Helldorfer Antiek B.V. het oudere recht heeft op het gebruik van de naam 'Helldorfer' en dat het gebruik door Helldorfer Binnenstad B.V. tot verwarring leidt. De vordering van Helldorfer Antiek B.V. wordt toegewezen, en Helldorfer Binnenstad B.V. wordt veroordeeld om het gebruik van de handelsnamen te staken en een dwangsom te betalen voor iedere dag dat zij dit niet doet. Daarnaast wordt Helldorfer Binnenstad B.V. veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/254497 / KG ZA 13-639
Vonnis in kort geding van 21 januari 2014
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HELLDORFER ANTIEK B.V.,
gevestigd te Arnhem,
eiseres,
advocaat mr. J.R.L. van Gasteren te Leusden,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HELLDORFER BINNENSTAD B.V.,
gevestigd te Arnhem,
gedaagde,
advocaat mr. O.J. Ingwersen te Arnhem.
Partijen zullen hierna worden aangeduid met de naam van hun bestuurder, te weten Helldorfer (eiser) en Veenemans (gedaagde) en waar nodig met Helldorfer Antiek B.V. respectievelijk Helldorfer Binnenstad B.V.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de mondelinge behandeling
  • de pleitnota van Helldorfer
  • de pleitnota van Veenemans.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Ongeveer 85 jaar geleden opende de vader van Helldorfer een juwelierswinkel in Arnhem onder de naam Helldorfer. Deze winkel was gevestigd aan de Rosendaalsestraat te Arnhem.
2.2.
Op enig moment heeft Helldorfer samen met zijn broer [broer] de zaak van vader overgenomen. De onderneming is toen ingebracht in de vennootschap Helldorfer B.V.
2.3.
Helldorfer B.V. had vier vestigingen, waaronder één in de wijk Presikhaaf in Arnhem.
2.4.
Op 20 juni 1975 zijn de broers Helldorfer overeengekomen dat [broer] de vestiging in Presikhaaf verder zou exploiteren in de daartoe op te richten vennootschap Helldorfer Presikhaaf B.V. Helldorfer heeft de overige vestigingen voortgezet in een nieuw opgerichte vennootschap Helldorfer Antiek B.V. In de daartoe opgestelde notariële akte is voor zover van belang het volgende opgenomen.
8. (…)
Beide partijen alsook de door hen op te richten vennootschappen zullen zich onthouden van enigerlei publicatie of optreden naar buiten onder de naam “Helldorfer” zonder een nadere toevoeging, waaruit de identiteit van de zaak duidelijk blijkt.
Ook de vignetten die de partijen en de door hen op te richten vennootschappen zullen gebruiken, zullen voldoende onderscheidend moeten zijn.
(…)
9. Het is beide partijen verboden hun zaak te verplaatsen of nevenvestigingen te openen binnen een straal van twee en een halve kilometer rondom de huidige plaats van vestiging van de andere zaak, met uitzondering van het gebied ten zuiden van de Rijn en ten zuid-oosten van de IJssel.
(…)
2.5.
Helldorfer maakt gebruik van de handelsnamen Helldorfer Antiek B.V. en Helldorfer juwelier-horlogerie-diamantair.
2.6.
De vestiging aan de Vijzelstraat 15 te Arnhem heeft Helldorfer medio 1976 verkocht aan Juweliershuis Schaap en Citroen die daar tot medio/eind 2013 een juwelierszaak heeft geëxploiteerd.
2.7.
In het jaar 1990 heeft Veenemans het bedrijf Helldorfer Presikhaaf gekocht van [broer]. Veenemans heeft de zaak ondergebracht in de vennootschap onder firma Helldorfer Presikhaaf. Veenemans bedient zich van het internetadres www.helldorfer.nl.
2.8.
De vestiging van Helldorfer aan de Bakkersstraat 3 te Arnhem is in 2008 overgenomen door [naam] die zich daar als juwelier/antiquair heeft gevestigd. [naam] heeft tot 2010 van Helldorfer de naam Helldorfer (Antiek) mogen voeren. Daarna is [naam] onder zijn eigen naam verder gegaan.
2.9.
Helldorfer heeft met ingang van oktober 2011 zijn vestiging te Rozendaal verplaatst naar Oosterbeek.
2.10.
In een krantenartikel van 9 oktober 2013 in dagblad De Gelderlander, met titel “Helldorfer terug in stad”, is aangekondigd dat juwelier Helldorfer op 1 november 2013 haar deuren opent in het pand aan de Vijzelstaat 15 te Arnhem. De Gelderlander verhaalt daarbij dat ‘Helldorfer’ daarmee terug is op de plek waar het bedrijf meer dat 35 jaar geleden begon.
2.11.
Veenemans exploiteert met ingang van 1 november 2013 een winkel in juweliersartikelen en uurwerken aan de Vijzelstraat 15 te Arnhem, in de vorm van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid met de naam Helldorfer Binnenstad B.V. Veenemans gebruikt de handelsnamen: Helldorfer Binnenstad B.V., Helldorfer Binnenstad, Helldorfer Juwelier en Helldorfer.
2.12.
Helldorfer heeft naar aanleiding van het krantenbericht in de Gelderlander een stroom van berichten ontvangen van personen die in de veronderstelling verkeren dat het Helldorfer is die in de binnenstad van Arnhem een winkel is gaan exploiteren. Ook melden zich klanten in de winkel in Oosterbeek voor service op sieraden/horloges die zij bij Veenemans hebben gekocht of willen zij gebruik maken van aanbiedingen van Veenemans.

3.Het geschil

3.1.
Helldorfer vordert, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad en na vermindering van eis, Veenemans te gebieden om binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis ieder gebruik van de handelsnamen Helldorfer Binnenstad B.V., Helldorfer Binnenstad, Helldorfer Juwelier en Helldorfer of een soortgelijke handelsnaam te staken en gestaakt te houden, op straffe van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 5.000,00 voor iedere gehele of gedeeltelijke overtreding van dit gebod, dan wel voor iedere dag of dagdeel dat de overtreding voortduurt. Daarnaast vordert Helldorfer een veroordeling van Veenemans in de proceskosten.
3.2.
Veenemans voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1
Het spoedeisend belang vloeit voldoende uit de stellingen van Helldorfer voort.
4.2
Tussen de partijen is, behoudens een beroep van Veenemans op een periode van non-usus, waarover hierna meer, niet in geschil dat Helldorfer Antiek B.V. en haar rechtsvoorgangers de naam ‘Helldorfer’, al dan niet in combinatie met aanduidingen als “antiek, antiquair, juwelier(s), horlogerie”, sinds ongeveer 85 jaar rechtmatig als handelsnaam voeren voor handel in antiek en/of juwelen met verschillende vestigingen in Arnhem. Bij de splitsing van het bedrijf in 1975 heeft de rechtsvoorganger van Veenemans de vestiging in Presikhaaf toebedeeld gekregen en het recht gekregen die vestiging voort te zetten onder de handelsnaam ‘Helldorfer Presikhaaf B.V.’. Helldorfer heeft de andere vestigingen voortgezet in de huidige vennootschap en in ieder geval, tot tenminste 2008, een vestiging in de binnenstad van Arnhem, in de Bakkerstraat, onder de naam ‘Helldorfer Antiek’.
4.3
Veenemans heeft het in het winkelcentrum Presikhaaf onder de handelsnaam ‘Helldorfer Presikhaaf’ gevoerde bedrijf in 1990 overgenomen van Helldorfer Presikhaaf BV en voortgezet in de vorm van een vennootschap onder firma onder die handelsnaam. Aangenomen moet worden dat hij daarbij (art. 2 Hnw) het recht heeft verkregen die onderneming onder die handelsnaam te voeren. Dat hij daartoe gerechtigd was en is, is tussen de partijen op zichzelf niet in geschil. De vraag is of Veenemans gerechtigd is tot, en omgekeerd of Helldorfer zich kan verzetten tegen, het gebruik sinds najaar 2013 van de naam ‘Helldorfer’ als handelsnaam, al dan niet in combinatie met enige andere aanduiding, voor de nieuwe juwelierszaak in de binnenstad van Arnhem, op korte afstand van de plaats waar in ieder geval tot 2010 onder de naam ‘Helldorfer (Antiek)’ een juwelier/antiquair was gevestigd die in ieder geval tot 2008 door Helldorfer werd geëxploiteerd.
4.4
Veenemans heeft zich erop beroepen dat Helldorfer niet de bescherming van art. 5 Hnw kan inroepen, omdat het gebruik van de naam ‘Helldorfer’ als handelsnaam door Helldorfer niet ouder is dan het gebruik van de naam ‘Helldorfer’ als handelsnaam door hem en zijn rechtsvoorgangers, aangezien die naam nu eenmaal door vader Helldorfer als handelsnaam voor een juweliersbedrijf is gevoerd en na opsplitsing van het bedrijf tussen de twee zoons Helldorfer door beiden als (onderdeel van de) handelsnaam gevoerd is gaan worden. Dat standpunt moet worden verworpen. Uit de akte van 1975 moet worden geconcludeerd dat in 1975 ‘Helldorfer Presikhaaf’ als een nieuwe handelsnaam is ontstaan ter onderscheiding van andere Helldorfervestigingen die aan Helldorfer verbleven. Veenemans kreeg in 1990 het recht de handelsnaam ‘Helldorfer Presikhaaf’ te voeren voor het bedrijf in Presikhaaf. Er is niets gesteld of gebleken waaruit volgt dat hij daarmee ook het meeromvattende recht kreeg de naam ‘Helldorfer’ al of niet in combinatie met andere aanduidingen als handelsnaam (al dan niet voor vestigingen op andere plaatsen) te voeren. Het gebruik van de naam ‘Helldorfer’, in het gebruik waarvan Helldorfer niet tot specifieke combinaties, zoals Helldorfer Presikhaaf, werd beperkt, als kenmerkend bestanddeel van handelsnamen in combinatie met ‘antiek, antiquair, juwelier, horlogerie’ e.d. is als zodanig ouder dan de handelsnaam Helldorfer Presikhaaf. Daarbij komt dan nog de omstandigheid
- waarover de partijen geen debat hebben gevoerd - dat de besloten vennootschap Helldorfer Binnenstad B.V. als rechtspersoon kennelijk nooit eerder de naam Helldorfer, in welke combinatie dan ook, heeft gevoerd en daartoe evenmin ooit gerechtigd is geweest
4.5
De handelsna(a)m(en) die Veenemans thans voert voor zijn bedrijf in de binnenstad van Arnhem hebben alle ‘Helldorfer’ als kenmerkend bestanddeel. De sinds zeer lange tijd in Arnhem gebruikte naam ‘Helldorfer’ voor de handel in juwelen en antiek geniet als zodanig grote bekendheid bij het publiek in Arnhem. Het lijdt geen twijfel dat het juist, ook in combinatie met andere aanduidingen, die naam is die bepalend is voor de beeldvorming en de associatie bij het publiek. Door Veenemans is ook niet weersproken dat hij voorafgaand aan het openen van zijn zaak in de binnenstad onderzoek heeft laten doen naar de bekendheid van de naam ‘Helldorfer’ en daarmee naar de economische aantrekkelijkheid van het gebruik van die naam voor een juweliersbedrijf in de binnenstad en dat hij om die reden voor die naam heeft gekozen. Het ligt voor de hand dat het publiek een juwelier met ‘Helldorfer’ in de handelsnaam op die plaats in de binnenstad zal associëren met het bedrijf van Helldorfer dat in ieder geval van 1975 tot 2010 onder die naam op een steenworp afstand in de Bakkerstraat, als enige juwelier/ antiquair onder die naam in de binnenstad van Arnhem, werd gedreven. Dat het gebruik van de naam Helldorfer (Binnenstad) door Veenemans tot verwarring bij het publiek zal leiden, lijdt weinig twijfel. Helldorfer heeft aan de hand van concrete voorbeelden en onder overlegging van schriftelijke reacties van klanten ook overtuigend aangetoond dat sprake is van verwarring. Zo komen er klanten in zijn winkel in Oosterbeek voor aanbiedingen van Helldorfer Binnenstad of met sierraden die zij bij Helldorfer Binnenstad hebben gekocht in de veronderstelling met een vestiging van hetzelfde bedrijf vandoen te hebben. Helldorfer kan zich daarom in beginsel op de voet van art. 5 en 3 Hnw verzetten tegen het gebruik door Veenemans van ‘Helldorfer’ in een handelsnaam voor zijn nieuwe winkel in de binnenstad.
4.6
Veenemans heeft zich erop beroepen dat hij op grond van de akte van 1975 gerechtigd is ‘Helldorfer Binnenstad’ te gebruiken voor een vestiging in de binnenstad omdat de identiteit daaruit duidelijk blijkt en Helldorfer daar niet meer is gevestigd en hij -Veenemans- dus niet binnen een straal van 2,5 kilometer van het bedrijf van Helldorfer in Oosterbeek is gevestigd. Dat moet worden verworpen omdat niets is gesteld of gebleken waaruit volgt dat Veenemans in rechten of verplichtingen uit de overeenkomst van 1975 is getreden. Aangenomen moet wel worden dat Veenemans in 1990 in het kader van de bedrijfsovername het recht kreeg de handelsnaam ‘Helldorfer Presikhaaf’ voor een juweliersbedrijf in Presikhaaf te voeren, maar dat hij in de rechten en verplichtingen uit de akte van 1975 is getreden in plaats van [broer] is iets heel anders en blijkt uit niets.
4.7
Verder heeft Veenemans zich erop beroepen dat het recht van Helldorfer op het gebruik van de naam ‘Helldorfer’ als (onderdeel van) een handelsnaam door niet gebruik (non usus) is verloren gegaan. Dat beroep heeft Veenemans voor het eerst bij dupliek bij de mondelinge behandeling gedaan, wat ontijdig is met het oog op adequaat verweer van Helldorfer daartegen. Maar Helldorfer heeft dat overigens wel gemotiveerd weersproken door erop te wijzen dat hij, nadat hij zijn bedrijf in de Bakkerstraat in 2008 had overgedaan aan [naam], hij het juweliers/antiquairsbedrijf is blijven uitoefenen in Rozendaal totdat hij in 2011 zijn huidige bedrijf in Oosterbeek begon. Daarbij verdient overigens aantekening dat als onweersproken vast staat dat [naam] van 2008 tot 2010 in de Bakkerstraat de naam ‘Helldorfer’ is blijven voeren. Bovendien moet worden aangenomen dat de naam ‘Helldorfer’ voor een juweliersbedrijf in de binnenstad een zo grote bekendheid geniet dat ook indien die tijdelijk buiten gebruik zou zijn geweest het recht van Helldorfer op het voeren van die handelsnaam niet teniet is gegaan.
4.8
Ten slotte heeft Veenemans zich op rechtsverwerking beroepen op de grond dat hij sinds 1990 de naam ‘Helldorfer’ voert als handelsnaam in de combinatie ‘Helldorfer Presikhaaf’ voor zijn bedrijf in Presikhaaf en als handelsnaam gebruikt op internet. Ook het beroep daarop gaat niet op. Dat Helldorfer niet tegen het gebruik van de handelsnaam ‘Helldorfer Presikhaaf’ door Veenemans is opgetreden ligt voor de hand omdat moet worden aangenomen dat die uit hoofde van de akte van 1975 rechtmatig werd gevoerd. In de gegeven omstandigheden mocht Veenemans daaruit niet afleiden dat het hem vrijstond de naam ‘Helldorfer’ ook als zodanig en/of in combinatie met andere aanduidingen te gebruiken en/of dat Helldorfer daartegen niet zou opkomen. Datzelfde geldt voor het gebruik van de naam Helldorfer op internet. Dat Helldorfer dat gebruik heeft gedoogd kan niet tot de conclusie leiden dat Veenemans mocht aannemen dat Helldorfer geen bezwaar zou hebben tegen het gebruik van de naam ‘Helldorfer’ voor een winkel in de binnenstad. Feiten of omstandigheden op grond waarvan Veenemans daarop heeft mogen vertrouwen zijn verder niet gesteld of gebleken.
4.9
De vordering van Helldorfer is daarmee toewijsbaar zoals hierna te vermelden. Veenemans zal worden veroordeeld in de kosten volgens het liquidatietarief omdat Helldorfer heeft laten weten geen aanspraak te maken of een integrale proceskostenveroordeling.
4.1
Veenemans zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Helldorfer worden begroot op:
- dagvaarding €  84,25
- griffierecht 608,00
- salaris advocaat
816,00
Totaal €  1.508,25

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
beveelt Helldorfer Binnenstad B.V. om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis het gebruik van de handelsnamen Helldorfer Binnenstad B.V., Helldorfer Binnenstad, Helldorfer Juwelier en Helldorfer, al of niet in combinatie met toevoegingen, voor haar bedrijf aan de Vijzelstraat 15 te Arnhem te staken en gestaakt te houden;
5.2.
veroordeelt Helldorfer Binnenstad B.V. om aan Helldorfer Antiek B.V. een dwangsom te betalen van € 5.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de sub 5.1 uitgesproken hoofdveroordelingen voldoet, tot een maximum van € 500.000,00 is bereikt;
5.3.
veroordeelt Helldorfer Binnenstad B.V. in de proceskosten, aan de zijde van Helldorfer Antiek B.V. tot op heden begroot op € 1.508,25,
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken op 21 januari 2014.