In deze zaak vordert eiser, een eenmanszaak onder de handelsnamen E-Marketing Diensten en Icreators, de opheffing van een conservatoir beslag dat door gedaagde, die een eenmanszaak onder de naam MiniHorseShop drijft, is gelegd op zijn bankrekening. De vordering is ingesteld in kort geding en betreft een geschil over de vraag of gedaagde de juiste partij heeft aangesproken voor een vermeende vordering. Eiser stelt dat gedaagde met de Indiase vennootschap Icreators ICT Service Pvt Ltd heeft gecontracteerd en niet met hem persoonlijk. Gedaagde heeft echter een bedrag van € 15.000,00 aan de Ltd. betaald en stelt dat zij met eiser een overeenkomst heeft gesloten. De voorzieningenrechter oordeelt dat er onvoldoende bewijs is dat gedaagde met de Ltd. heeft gecontracteerd, maar ook niet dat zij met eiser heeft gecontracteerd. De voorzieningenrechter weegt de belangen van beide partijen en komt tot de conclusie dat het belang van gedaagde bij handhaving van het beslag zwaarder weegt dan het belang van eiser bij opheffing. De vordering tot opheffing van het beslag wordt afgewezen. Daarnaast vordert eiser een voorschot op schadevergoeding, maar deze vordering wordt ook afgewezen omdat eiser geen inzicht heeft gegeven in de omvang van de schade. Eiser wordt veroordeeld in de proceskosten.