ECLI:NL:RBGEL:2013:6451

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
1 november 2013
Publicatiedatum
14 maart 2014
Zaaknummer
248738
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verplichting tot ondertekening van praktijkopleidingsovereenkomsten voor BBL-cursisten

In deze zaak vorderden eisers, bestaande uit verschillende besloten vennootschappen, dat de stichting Helicon Opleidingen zou overgaan tot het opstellen en rechtsgeldig ondertekenen van praktijkopleidingsovereenkomsten (POK's) voor hun werknemers die een BBL-opleiding volgen of hebben gevolgd. De eisers, vertegenwoordigd door Education Works, stelden dat Helicon hen verplicht was om deze POK's op te stellen en in te schrijven, zonder de extra eis dat deze ook door het locatieleerbedrijf moesten worden ondertekend. Helicon weigerde dit te doen, met als argument dat de POK's niet voldeden aan de wettelijke vereisten en dat de samenwerkingsovereenkomst met Education Works was opgezegd. De voorzieningenrechter oordeelde dat Helicon onrechtmatig handelde door de POK's te weigeren, mits deze aan de wettelijke vereisten voldeden. De rechter veroordeelde Helicon om binnen twee weken na betekening van het vonnis de POK's op te stellen en te ondertekenen, en om de cursisten in te schrijven voor de BBL-opleiding. Tevens werd Helicon veroordeeld tot betaling van een dwangsom bij niet-nakoming van deze verplichtingen. De proceskosten werden aan de zijde van de eisers begroot op € 1.489,21.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/248738 / KG ZA 13-452
Vonnis in kort geding van 1 november 2013
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
T&S FOOD B.V.,
gevestigd te Waalwijk,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FOREIGNFLEX B.V.,
gevestigd te Cuijk,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GRASER PERSONEELSDIENSTEN B.V.,
gevestigd te Beesd,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
POS OUTSOURCING SERVICES B.V.,
gevestigd te Cuijk,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MARTHO FLEXWERK B.V.,
gevestigd te Emmeloord,
6. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
METAAL FLEX NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Hapert,
7. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EDUCATION WORKS B.V.,
gevestigd te Boxtel,
8. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EDUCATION BEROEPSOPLEIDINGEN B.V.,
gevestigd te Boxtel,
eisers,
advocaat mr. R.H. van Muijen te ’s-Hertogenbosch,
tegen
de stichting
STICHTING HELICON OPLEIDINGEN,
gevestigd te Nijmegen,
gedaagde,
advocaat mr. N.A. Sjoer te Utrecht.
Partijen zullen hierna eisers en Helicon genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de mondelinge behandeling
  • de pleitnota van eisers
  • de pleitnota van Helicon.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Eisers sub 1 t/m 6 zijn intermediaire organisaties of detacheringsorganisaties (uitzendbureaus). Ten behoeve van hun werknemers die als uitzendkrachten ter beschikking worden gesteld aan andere bedrijven, ook wel inleners of inleenbedrijven genoemd, hebben zij behoefte aan scholing, in het bijzonder aan de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) trajecten, ook wel BBL-opleidingen genoemd, zoals geregeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs (Web).
2.2.
De BBL-trajecten bestaan uit een theoretisch deel dat door een onderwijsinstelling wordt verzorgd en een praktisch deel, de beroepspraktijkvorming, dat door een daartoe door een krachtens de Web ingesteld kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven erkend leerbedrijf samen met de onderwijsinstelling onder eindverantwoordelijkheid van de onderwijsinstelling wordt uitgevoerd.
2.3.
De kenniscentra beoordelen of een bedrijf aan de eisen voldoet om als een leerbedrijf te kunnen worden aangewezen en het praktijkdeel van een beroepsopleiding te mogen verzorgen. Het voor eisers sub 1 t/m 6 relevante kenniscentrum is stichting kennis- en communicatiecentrum voedsel en leefomgeving h.o.d.n. Aequor. Eisers sub 1 t/m 6 zijn door Aequor als leerbedrijf in de zin van de Web erkend.
2.4.
Ten behoeve van het BBL-traject moet ingevolge artikel 7.2.8 Web een beroepspraktijkvormingsovereenkomst, ook wel praktijkopleidingsovereenkomst genoemd, worden opgemaakt tussen de in artikel 7.2.9 Web genoemde vier partijen, te weten de cursist, het bedrijf dat of de organisatie die de beroepspraktijkvorming verzorgt (het erkende leerbedrijf), de onderwijsinstelling en het desbetreffende kenniscentrum. De praktijkopleidingsovereenkomst (hierna ook: POK) regelt de rechten en verplichtingen van de betrokken partijen. Artikel 7.2.9. lid 1 Web bepaalt dat de POK wordt opgesteld door (het bevoegd gezag van) de onderwijsinstelling, zodat voor de totstandkoming van de POK de onderwijsinstelling verantwoordelijk is.
2.5.
De onderwijsinstelling biedt de POK ondertekend door haarzelf, de cursist en het erkende leerbedrijf aan aan het kenniscentrum ter ondertekening. Door de POK mede te ondertekenen verklaart het kenniscentrum ingevolge artikel 7.2.9 lid 1 Web (a) dat het bedrijf waar de cursist werkt en het praktijkgedeelte van de BBL-opleiding doet, een bedrijf of organisatie betreft met een gunstige beoordeling als bedoeld in artikel 7.2.10 (een erkend leerbedrijf is) en (b) dat de gronden voor deze gunstige beoordeling nog steeds aanwezig zijn. Door ondertekening van de POK wordt deze als het ware goedgekeurd door het kenniscentrum.
2.6.
De beroepspraktijkvorming vormt tevens de grondslag voor een fiscale subsidie in de vorm van een afdrachtvermindering onderwijs. Artikel 14 lid 1 van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (Wva) bepaalt dat een werkgever voor een werknemer die de beroepspraktijkvorming volgt van een BBL-opleiding op de grondslag van een door alle in de Web genoemde partijen ondertekende POK, in aanmerking komt voor een vermindering van de afdracht voor de loonbelasting. Deze fiscale tegemoetkoming betreft een bedrag van ongeveer € 2.700,00 per cursist. Om gebruik te kunnen maken van deze fiscale faciliteit moet de werkgever een door alle betrokken partijen ondertekende POK overleggen aan de Belastingdienst.
2.7.
Eisers sub 1 t/m 6 hebben een gespecialiseerd bureau, eiseres sub 7 (hierna: Education Works), opdracht gegeven om hen te adviseren en voor hen te bemiddelen bij de opleiding van hun werknemers. Education Works vertegenwoordigt eisers sub 1 t/m 6 bij het tot stand brengen van BBL-trajecten.
2.8.
Helicon is een agrarisch opleidingscentrum in de zin van de Web. Helicon biedt onder andere BBL-opleidingen aan. Helicon is een door de overheid bekostigde onderwijsinstelling. Om voor bekostiging van de BBL-opleiding van een bij haar ingeschreven cursist in aanmerking te komen dient zij aan de daarvoor geldende wet- en regelgeving te voldoen.
2.9.
Education Works is op 1 december 2010 een samenwerkingsovereenkomst aangegaan met Helicon (hierna: de samenwerkingsovereenkomst). Doelstelling van die samenwerking is onder meer dat Helicon zorg draagt voor de administratieve gang van zaken waaronder het opstellen van de POK en het (doen) ondertekenen daarvan door Helicon en Aequor. Education Works draagt zorg voor ondertekening van de POK door de cursisten en eisers sub 1 t/m 6 als het leerbedrijf dat de beroepspraktijkvorming verzorgt.
2.10.
In de jaren 2011 en 2012 hebben ruim 1.000 werknemers van eisers sub 1 t/m 6 een BBL-traject gevolgd waarbij het theoretische deel is verzorgd door Helicon en het praktijkdeel (de beroepspraktijkvorming) bij de inleners, die ook door Aequor erkende leerbedrijven zijn (hierna ook: locatieleerbedrijven). De in dit verband benodigde POK’s zijn zonder problemen ondertekend door alle betrokken vier partijen; de cursist, één van de eisers sub 1 t/m 6 als leerbedrijf, Helicon en Aequor (hierna ook: de 4-handtekeningen POK).
2.11.
In een overleg op 19 december 2011 tussen Education Works en Aequor over de werkwijze bij het ondertekenen van de POK’s is afgesproken dat eisers sub 1 t/m 6 als leerbedrijf de POK ondertekenen en daarbij hetzij een door Aequor gebruikte standaardverklaring als bijlage toevoegen (hierna ook: de 4-handtekeningen POK met bijlage) waardoor het arbeidsverloop van de betreffende cursist gedurende de opleidingsperiode voor Aequor bij te houden is en inzichtelijk is op welke onderliggende locatieleerbedrijven hij in die periode heeft gewerkt en is opgeleid, hetzij de POK ook laten ondertekenen door het locatieleerbedrijf (de inlener) waar de betreffende cursist te werk wordt gesteld, de zogenaamde vijfde handtekening (hierna ook: de 5-handtekeningen POK).
2.12.
Eisers hebben sindsdien gekozen voor de optie van de 4-handtekeningen POK met bijlage. Aequor heeft tot 1 maart 2013 hieraan meegewerkt en is zonder protest tot ondertekening overgegaan van de POK’s met bijlage en dus zonder een vijfde handtekening van het onderliggende locatieleerbedrijf.
2.13.
Eind 2012/begin 2013 zijn er problemen ontstaan in de samenwerking tussen Education Works en Helicon. Education Works en Helicon hebben hierover gecommuniceerd. Eind januari 2013 hebben zij in een gesprek afgesproken dat alle trajecten administratief en onderwijskundig op orde moeten zijn voordat nieuwe cursisten van eisers worden ingeschreven door Helicon.
2.14.
Vanaf 1 maart 2013 neemt Aequor op grond van een gewijzigd inzicht over de juiste wijze van toepassing van de Web geen genoegen meer met een POK voorzien van een bijlage van het locatieleerbedrijf en weigert zij tot goedkeuring en ondertekening over te gaan van de POK’s als deze niet tevens zijn ondertekend door het onderliggende locatieleerbedrijf waar de cursist feitelijk werkzaam is en het praktijkonderricht ontvangt. Aequor is van mening dat eisers sub 1 t/m 6 niet het leerbedrijf in de zin van de Web zijn, omdat zij uitzendbureaus zijn en de praktijkopleiding van hun werknemers wordt verzorgd op en door het locatieleerbedrijf.
2.15.
In een bespreking op 27 februari 2013 hebben Aequor en Helicon afgesproken dat Helicon geen na 1 maart 2013 gesloten POK’s aan Aequor ter goedkeuring voorlegt, indien deze niet zijn voorzien van de handtekening van het locatieleerbedrijf.
2.16.
Medio 2013 hebben eisers voor het eerst gehoord over dit gewijzigde inzicht van Aequor. Helicon heeft eisers medio 2013 met een beroep op deze opstelling van Aequor aangegeven de POK’s niet meer te zullen opstellen en/of te ondertekenen indien eisers niet de medeondertekening van de POK’s door het locatieleerbedrijf zouden bewerkstelligen. Daarnaast heeft Helicon zich op het standpunt gesteld in die gevallen ook niet meer over te zullen gaan tot inschrijving van de door eisers aangemelde cursisten.
2.17.
Education Works heeft namens eisers sub 1 t/m 6 Aequor bij brief van 19 juni 2013 erop gewezen dat het gewijzigde standpunt van Aequor onjuist is en heeft Aequor verzocht en gesommeerd om tot ondertekening van de POK’s over te gaan waarbij eisers sub 1 t/m 6 als erkend leerbedrijf partij zijn, zonder de extra eis te stellen dat die ook door het onderliggende locatieleerbedrijf zijn ondertekend.
2.18.
Helicon heeft bij brief van 27 juni 2013 de samenwerkingsovereenkomst met Education Works per 1 oktober 2013 opgezegd.
2.19.
Bij brief van de advocaat van eisers van 8 juli 2013 is Helicon gesommeerd om
op de gebruikelijke wijze door te gaan met het opstellen en ondertekenen van de
4-handtekeningen POK’s met bijlage en het inschrijven van de cursisten die door eisers worden aangedragen.
2.20.
Eisers sub 1 t/m 6 hebben Aequor in kort geding voor de voorzieningenrechter van deze rechtbank gedagvaard ten einde haar te bewegen tot ondertekening en goedkeuring van de POK’s over te gaan zonder de aanvullende eis te stellen dat de POK’s medeondertekend moeten zijn door het locatieleerbedrijf waar de cursisten van eisers te werk worden gesteld. In het in deze zaak op 4 oktober 2013 gewezen vonnis heeft de voorzieningenrechter - kort samengevat - geoordeeld dat Aequor niet mag weigeren om de POK’s van werknemers van eisers sub 1 t/m 6 die een BBL-opleiding volgen of hebben gevolgd die vóór 19 juni 2013 is gestart te ondertekenen op de enkele grond dat die POK’s niet mede zijn ondertekend door het locatieleerbedrijf. Doet Aequor dat wel dan handelt zij onrechtmatig jegens eisers sub 1 t/m 6, aldus de voorzieningenrechter. Aequor is in dat vonnis op straffe van een dwangsom veroordeeld om over te gaan tot rechtsgeldige ondertekening van die POK’s, dus de
4-handtekeningen POK’s met bijlage, ten behoeve van de werknemers van eisers sub 1 t/m 6 die een BBL-opleiding volgen of hebben gevolgd die vóór 19 juni 2013 is gestart, mits deze POK’s worden aangeleverd door Helicon en voor zover deze POK’s overigens aan de wettelijke vereisten voldoen.

3.Het geschil

3.1.
Eisers vorderen bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad en met veroordeling van Helicon in de proceskosten, Helicon te veroordelen alle benodigde medewerking te verlenen aan de totstandkoming van de 4-handtekeningen POK’s met bijlage voor de drie groepen cursisten die door eisers beschreven zijn onder punt 37 van de dagvaarding en deze cursisten in te schrijven voor een BBL-traject, voor zover overigens voldaan is aan de inschrijvingsvoorwaarden van Helicon. De eerste twee groepen cursisten volgen een opleiding bij Helicon of hebben die al gevolgd terwijl de derde groep de toekomstige cursisten betreft. Eisers vorderen concreet Helicon te veroordelen:
1. over te gaan tot inschrijving van cursisten als vermeld in producties 12 en 13 van de dagvaarding en daarvan bewijs aan eisers toe te zenden, zulks binnen 48 uur na betekening van dit vonnis;
2. over te gaan tot rechtsgeldige ondertekening van de reeds door Helicon aangeleverde 4-handtekeningen POK’s in de zin van de Web ten behoeve van de in productie 12 van de dagvaarding genoemde cursisten en deze aan eisers toe te zenden binnen 48 uur na betekening van dit vonnis;
3. over te gaan tot het opstellen en rechtsgeldig ondertekenen van 4-handtekeningen POK’s in de zin van de Web als overgelegd als productie 1 van de dagvaarding ten behoeve van de cursisten die thans bij Helicon en één van eisers sub 1 t/m 6 BBL-trajecten volgen als vermeld in productie 13 van de dagvaarding en deze aan eisers toe te zenden, zulks binnen 48 uur na betekening van dit vonnis;
4. over te gaan tot inschrijving van cursisten die door eisers zullen worden aangemeld op grond van de vigerende samenwerkingsovereenkomsten en daarvan bewijs toe te zenden aan eisers, zulks binnen 48 uur na aanmelding bij Helicon van de betreffende cursist;
5. over te gaan tot het opstellen en rechtsgeldig ondertekenen van 4-handtekeningen POK’s in de zin van de Web als overgelegd als productie 1 van de dagvaarding ten behoeve van cursisten die nog zullen worden aangedragen voor BBL-opleidingen bij Helicon en deze aan eisers toe te zenden, zulks binnen 48 uur na aanmelding van de cursist door eisers bij Helicon;
6. tot betaling van een dwangsom van € 1.000,00 per cursist/POK en per dag of gedeelte daarvan dat zij in gebreke blijft om tijdig te voldoen aan de in dezen op te leggen veroordeling.
3.2.
Eisers stellen kortweg dat Helicon op grond van de Web en de samenwerkingsovereenkomst gehouden is de door hen aangemelde cursisten in te schrijven en de voor deze cursisten vereiste 4-handtekeningen POK met bijlage, dus zonder de vijfde handtekening van het locatieleerbedrijf, op te stellen en te ondertekenen.
3.3.
Helicon voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Helicon heeft allereest het verweer gevoerd dat eiseres sub 8 niet-ontvankelijk moet worden verklaard omdat Helicon niet bekend is met deze partij en de samenwerkingsovereenkomst alleen met Education Works is gesloten die eisers sub 1 t/m 6 vertegenwoordigt. Eisers hebben tegen dat verweer niets ingebracht en niet blijkt op welke wijze eiseres sub 8 betrokken zou zijn bij het onderhavige geschil tussen partijen. Eiseres sub 8 zal derhalve niet-ontvankelijk worden verklaard. Waar in het vervolg wordt gesproken over eisers worden daarmee eisers sub 1 t/m 7 bedoeld.
4.2.
Het spoedeisend belang van eisers vloeit in voldoende mate voort uit hun stellingen en standpunten.
4.3.
Het kort geding van eisers sub 1 t/m 6 tegen Aequor ging in essentie om de vraag of Aequor jegens hen onrechtmatig handelt door vanaf 1 maart 2013 te weigeren de POK’s van hun werknemers (cursisten) die een BBL-opleiding via Helicon volgen goed te keuren en te ondertekenen indien deze niet tevens zijn ondertekend door het onderliggende locatieleerbedrijf waar de cursist feitelijk werkzaam is en het praktijkonderricht ontvangt. Daarin is in het vonnis van 4 oktober 2013 door de voorzieningenrechter, voor zover relevant, overwogen en beslist zoals in de feiten onder 2.20 is opgenomen. Het komt erop neer dat Aequor haar goedkeuring aan de POK van de cursisten van eisers sub 1 t/m 6, die vóór 19 juni 2013 hun BBL-opleiding via Helicon zijn gestart, niet mag weigeren op grond van de enkele omstandigheid dat de POK niet is medeondertekend door het locatieleerbedrijf en aldus op de POK de zogenaamde vijfde handtekening van het locatieleerbedrijf ontbreekt. Anders gezegd, in die gevallen mag Aequor geen 5-handtekeningen POK eisen en moet zij genoegen nemen met een 4-handtekeningen POK met bijlage. Dat is het uitgangspunt in het onderhavige kort geding van eisers tegen Helicon.
4.4.
Bovendien heeft Helicon in dit kort geding aangegeven dat het gewijzigde inzicht van Aequor dat eisers sub 1 t/m 6 niet aangemerkt kunnen worden als een erkend leerbedrijf in de zin van de Web omdat zij uitzendbureaus zijn, waarvan het gevolg voor de praktijk
is dat Aequor van eisers voortaan een 5-handtekeningen POK eist in plaats van een
4-handtekeningen POK met bijlage om haar goedkeuring aan de POK te verlenen, haar niet regardeert. De beoordeling ervan of eisers sub 1 t/m 6 al dan niet aan te merken zijn als een erkend leerbedrijf is een wettelijke taak van Aequor, waarin Helicon geen rol heeft en waar zij dus geheel buiten staat. Helicon stelt zich op het standpunt dat het haar niet te doen is om de vijfde handtekening van het locatieleerbedrijf onder de POK, maar dat zij als bekostigde onderwijsinstelling wel moet voldoen aan de toepasselijke wet- en regelgeving om voor volledige bekostiging van een bij haar begonnen BBL-traject in aanmerking te komen en dat dit ook altijd het uitgangspunt is geweest voor de samenwerking tussen Helicon en Education Works. Dit uitganspunt is niet betwist door eisers. Helicon stelt dat zij op een gegeven moment aanmeldingen van cursisten van eisers kreeg die in veel opzichten (administratief) niet deugden, waardoor zij niet bereid was mee te werken aan de inschrijving van die cursisten en het opstellen en ondertekenen van de POK’s voor die cursisten. Omdat die aanmeldingen niet voldeden aan de toepasselijke wet- en regelgeving voor een volledig bekostigd BBL-traject, zou Helicon voor die cursisten geen financiering krijgen en dat kan van haar niet worden gevraagd, aldus Helicon. Eind januari 2013 is tussen Education Works en Helicon afgesproken dat alle trajecten eerst administratief en onderwijskundig op orde moesten zijn voordat de cursisten van eisers door Helicon zouden worden ingeschreven. Eisers hebben zich aan die afspraken niet gehouden volgens Helicon.
4.5.
Helicon stelt bereid te zijn tot het opstellen en ondertekenen van de POK’s van cursisten van eisers en het inschrijven van deze cursisten, indien voldaan wordt aan de toepasselijke wet- en regelgeving om voor volledige bekostiging van de BBL-opleiding van deze cursisten in aanmerking te komen. Helicon dient daarvoor wel te beschikken over de benodigde gegevens en documenten om die POK’s op te kunnen stellen en de cursisten in te schrijven. Eisers zijn het ermee eens dat Helicon alleen onder die voorwaarden daartoe gehouden is. Eisers vinden het evident dat zij moeten voldoen aan alle (administratieve) voorwaarden van de toepasselijke wet- en regelgeving voor een volledig bekostigd BBL-traject, zodat Helicon in aanmerking komt voor bekostiging. Eisers zijn ook bereid om alle daarvoor benodigde informatie en documenten aan Helicon aan te leveren en erkennen dat zonder die informatie en documenten Helicon niet in staat is om de POK’s op te stellen en te ondertekenen en de cursisten in te schrijven. Onder deze voorwaarden moet Helicon meewerken aan het opstellen en ondertekenen van de POK’s van cursisten van eisers en het inschrijven van deze cursisten. Daartoe zal Helicon dan ook worden veroordeeld.
4.6.
De voorzieningenrechter constateert dat de samenwerkingsovereenkomst door Helicon per 1 oktober 2013 is opgezegd. Ter zitting is gebleken dat over de opzegging geen geschil is tussen partijen, zodat ervan kan worden uitgegaan dat de samenwerkingsovereenkomst per 1 oktober 2013 door opzegging rechtsgeldig is geëindigd. Na die datum kan de samenwerkingsovereenkomst dus geen grondslag zijn voor de medewerking van Helicon aan eisers bij de totstandkoming en uitvoering van BBL-trajecten voor de cursisten van eisers. Desgevraagd hebben eisers ter zitting bevestigd dat de vorderingen alleen betrekking hebben op cursisten van eisers die vóór 1 oktober 2013 zijn begonnen aan een BBL-opleiding via Helicon. Dit betekent dat de veroordeling van Helicon om mee te werken aan het opstellen en ondertekenen van de 4-handtekeningen POK’s met bijlage van de door eisers aangemelde cursisten en aan het inschrijven van deze cursisten voor een BBL-opleiding, voor zover ook overigens is voldaan aan de vereisten van de toepasselijke wet- en regelgeving om door Helicon voor volledige bekostiging van de BBL-opleidingen van deze cursisten in aanmerking te komen, in tijd zal worden beperkt tot de cursisten van eisers die vóór 1 oktober 2013 zijn begonnen aan een BBL-opleiding via Helicon. Deze veroordeling zal worden verstrekt met een dwangsom, die zal worden beperkt als volgt.
4.7.
Helicon zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eisers worden begroot op:
- dagvaarding € 84,21
- griffierecht € 589,00
- salaris advocaat €
816,00
Totaal € 1.489,21

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
verklaart eiseres sub 8 niet-ontvankelijk,
5.2.
veroordeelt Helicon om binnen twee weken na betekening van dit vonnis over te gaan tot het opstellen en rechtsgeldig ondertekenen van de 4-handtekeningen praktijkopleidingsovereenkomsten met bijlage in de zin van de Web ten behoeve van de werknemers (cursisten) van eisers sub 1 t/m 6 die via Helicon een BBL-opleiding volgen of hebben gevolgd die vóór 1 oktober 2013 is gestart en tot het inschrijven van deze cursisten voor een BBL-opleiding, mits ook overigens is voldaan aan de vereisten van de toepasselijke wet- en regelgeving voor verkrijging van volledige bekostiging door Helicon voor deze BBL-opleidingen, en voorts deze praktijkopleidingsovereenkomsten en bewijzen van inschrijving aan eisers sub 1 t/m 7 toe te zenden,
5.3.
veroordeelt Helicon om aan eisers sub 1 t/m 7 een dwangsom te betalen van € 1.000,00 per cursist/praktijkopleidingsovereenkomst ten aanzien waarvan Helicon in gebreke blijft aan de hiervoor uitgesproken veroordeling te voldoen, vermeerderd met
€ 100,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat de overtreding voortduurt, tot een maximum van € 350.000,00 is bereikt,
5.4.
veroordeelt Helicon in de proceskosten, aan de zijde van eisers sub 1 t/m 7 tot op heden begroot op € 1.489,21,
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken op 1 november 2013.
Coll.: HS