Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de wijziging van eis
- de pleitnota van [gedaagde].
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
816,00
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 4 juni 2013 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de besloten vennootschap EXPLOITATIE CIRCUIT PARK ZANDVOORT B.V. (hierna: Circuit Park) en [gedaagde], vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. A.D. Brouwers-Wozniak. Circuit Park vorderde schorsing van de tenuitvoerlegging van een beschikking van de kantonrechter van 17 april 2013, waarin de agentuurovereenkomst tussen Circuit Park en [gedaagde] werd ontbonden en Circuit Park werd veroordeeld tot betaling van een ontbindingsvergoeding. Circuit Park stelde dat de beschikking berustte op juridische en feitelijke misslagen en dat de tenuitvoerlegging zou leiden tot een financiële noodsituatie voor haar. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat er geen sprake was van een kennelijke misslag in de beschikking van de kantonrechter. De voorzieningenrechter benadrukte dat in een executiegeschil de tenuitvoerlegging alleen kan worden geschorst als de executant geen in redelijkheid te respecteren belang heeft bij de tenuitvoerlegging. Dit was in dit geval niet aan de orde, aangezien de voorzieningenrechter geen juridische of feitelijke misslagen in de beschikking kon vaststellen. Bovendien was er onvoldoende bewijs dat de tenuitvoerlegging zou leiden tot een noodtoestand voor Circuit Park. De vorderingen van Circuit Park werden dan ook afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde].