Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met producties
- de mondelinge behandeling
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 1 augustus 2013 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een moeder en een vader over de medische behandeling van hun dochter, geboren op 1 juni 2011. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. K.E. de Wit, vorderde vervangende toestemming voor het uitvoeren van colonspoelingen bij hun dochter, die lijdt aan ernstige darmproblemen. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. C.A.F. Haans, verzette zich tegen deze behandeling en stelde dat de problemen met medicatie en een aangepast eet- en drinkpatroon opgelost konden worden. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er een gezamenlijk gezag is over de dochter en dat partijen het niet eens konden worden over de noodzakelijke medische behandeling.
De voorzieningenrechter heeft de medische situatie van de dochter beoordeeld aan de hand van een brief van de behandelend arts, kinderarts E. Leijn, waarin werd aangegeven dat colonspoelingen noodzakelijk waren. De rechter oordeelde dat de zorgen van de moeder over de gezondheid van de dochter gegrond waren en dat de behandeling niet schadelijk zou zijn. De vader's argumenten voor een second opinion werden niet overtuigend geacht, vooral omdat de moeder stelde dat het Academisch Medisch Centrum (AMC) de enige geschikte optie was voor een second opinion.
Uiteindelijk verleende de voorzieningenrechter de gevraagde vervangende toestemming voor de colonspoelingen, met de bepaling dat deze uitvoerbaar bij voorraad zijn. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat elke partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op 1 augustus 2013.