ECLI:NL:RBGEL:2013:5450
Rechtbank Gelderland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Toerekenbaarheid van plichtsverzuim bij ambtenaar met PTSS en alcoholmisbruik
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 14 november 2013 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een ambtenaar die geconfronteerd werd met onvoorwaardelijk ontslag wegens zeer ernstig plichtsverzuim. De verzoeker had op 25 maart 2012 onder invloed van alcohol (510 ug/l) een privévoertuig bestuurd, wat hij erkende als plichtsverzuim. Echter, verzoeker stelde dat dit plichtsverzuim niet aan hem kon worden toegerekend vanwege de aanwezigheid van een geestelijke stoornis, namelijk posttraumatische stressstoornis (PTSS), en dat de opgelegde straf onevenredig was. De voorzieningenrechter oordeelde dat het oordeel van de voorzieningenrechter voorlopig van aard is en niet bindend voor een eventueel bodemgeding.
De voorzieningenrechter nam de onbetwiste feiten als uitgangspunt en concludeerde dat er voldoende aanwijzingen waren dat het plichtsverzuim mogelijk niet of niet geheel aan verzoeker kon worden toegerekend. Dit was van belang, omdat de diagnose PTSS op het moment van het incident nog niet was gesteld. De voorzieningenrechter oordeelde dat verweerder onvoldoende onderzoek had gedaan naar de toerekenbaarheid van het plichtsverzuim en dat het bestreden besluit onzorgvuldig was voorbereid. Daarom werd het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening toegewezen, waarbij verweerder werd verplicht om de bezoldiging van verzoeker voor 80% door te betalen tot twee weken na toezending van het deskundigenrapport.
De voorzieningenrechter bepaalde ook dat het door verzoeker betaalde griffierecht vergoed moest worden, maar er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.