ECLI:NL:RBGEL:2013:4114

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
25 oktober 2013
Publicatiedatum
25 oktober 2013
Zaaknummer
251762
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de rechtmatigheid van de verlaging van de kredietlimiet door Centraal Boekhuis B.V.

In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, hebben de eiseressen, Handelmaatschappij Veldboeket B.V. en Jowi Zaltbommel B.V., een kort geding aangespannen tegen de gedaagde, Centraal Boekhuis B.V. De kern van het geschil betreft de verlaging van de kredietlimiet die CB hanteert voor Veldboeket c.s. Veldboeket c.s. vorderen dat CB hen toestaat bestellingen te plaatsen tot een kredietlimiet van € 1.200.000,00, terwijl CB de limiet heeft vastgesteld op € 835.000,00. De eiseressen stellen dat deze verlaging hen in ernstige liquiditeitsproblemen brengt en dat CB niet op een redelijke manier met hun belangen rekening houdt.

De rechtbank heeft vastgesteld dat CB in beginsel het recht heeft om de kredietlimiet te verlagen, maar dat zij daarbij rekening moet houden met de gerechtvaardigde belangen van Veldboeket c.s. De rechtbank heeft geoordeeld dat de kredietlimiet van € 835.000,00, hoewel lager dan de feitelijk gedoogde limiet van € 1.600.000,00, niet onredelijk is, gezien de omstandigheden van het geval. De rechtbank heeft ook overwogen dat Veldboeket c.s. onvoldoende bewijs hebben geleverd van de ernst van de liquiditeitsproblemen die zij ondervinden door de verlaging van de kredietlimiet.

Uiteindelijk heeft de rechtbank de vorderingen van Veldboeket c.s. afgewezen en hen veroordeeld in de proceskosten. De rechter heeft benadrukt dat de uitvoering van de kredietrelatie tussen partijen vraagt om loyale medewerking en vertrouwen, en dat de problemen niet zozeer voortkomen uit de hoogte van de kredietlimiet, maar uit de wijze waarop deze in de praktijk wordt uitgevoerd. De beslissing is op 25 oktober 2013 openbaar uitgesproken door mr. R.J.B. Boonekamp.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/251762 / KG ZA 13-551
Vonnis in kort geding van 25 oktober 2013
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HANDELMAATSCHAPPIJ VELDBOEKET B.V.,
gevestigd te Numansdorp,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
JOWI ZALTBOMMEL B.V.,
gevestigd te Numansdorp,
eiseressen,
advocaat mr. M.A.V. van Aardenne te Dordrecht,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CENTRAAL BOEKHUIS B.V.,
gevestigd te Culemborg,
gedaagde,
advocaat mrs. R.J. Wouters en S.M. Maarschalkerweerd te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Veldboeket c.s. en CB genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de mondelinge behandeling
  • de pleitnota van Veldboeket c.s.
  • de pleitnota van CB.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Veldboeket c.s. exploiteren een groothandel in boeken. Zij bestellen boeken rechtstreeks bij diverse uitgeverijen, maar ook via CB, die in dit verband als distributeur voor uitgeverijen opereert. In dat geval maken Veldboeket c.s. tevens gebruik van de factureringsdiensten van CB (via CB Facturatie B.V., een vennootschap die verbonden is met CB), in die zin dat de uitgeverijen hun facturen voor door Veldboeket c.s. bestelde boeken aan CB versturen, die deze ook voldoen. Veldboeket c.s. ontvangen vervolgens
van CB een factuur. Het debiteurenrisico gaat aldus van de uitgeverijen over op CB.
CB hanteert een leverancierskrediet tot aan een bepaald plafond, de zogenoemde kredietlimiet. CB heeft in verband hiermee een kredietverzekering afgesloten met verzekeraar Coface.
2.2.
CB maakt gebruik van algemene voorwaarden. In haar algemene voorwaarden (versie 2012) staat onder meer:

1 Definities
1.1
In deze Algemene Voorwaarden (…) wordt verstaan onder:
(…)
Kredietlimiet: het totale maximumbedrag (inclusief BTW) dat een afnemer (…) of een Opdrachtgever wegens (…) leveringen aan die Afnemer en (…) het verrichten van Diensten door de CB Vennootschappen op enig tijdstip al dan niet opeisbaar, voorwaardelijk of onder tijdsbepaling aan (…) de CB Vennootschappen verschuldigd mag zijn, welk totale maximumbedrag door de CB Vennootschap wordt vastgesteld en telkens door de CB Vennootschap kan worden gewijzigd.
(…)
6 Betaling
6.1
Alle bedragen die een CB Vennootschap aan een Opdrachtgever of een Afnemer in rekening brengt, moeten volledig aan de CB Vennootschap zijn betaald, uiterlijk op de in de betreffende factuur genoemde vervaldag of, indien een vervaldag niet wordt genoemd, binnen veertien dagen na de datum waarop de factuur is opgemaakt. (…)
6.2
Bedragen die een Opdrachtgever of een Afnemer op enig moment aan een CB Vennootschap verschuldigd is of die aan een Opdrachtgever of een Afnemer door een CB Vennootschap in rekening zijn gebracht, moeten worden betaald zonder korting of inhouding hoe dan ook genaamd. Een Opdrachtgever of een Afnemer is niet bevoegd een aan een CB Vennootschap verschuldigd bedrag te verrekenen met, of de betaling daarvan op te schorten wegens, een (beweerdelijke) vordering uit welke hoofde ook op de CB Vennootschap.
6.3
Indien een Opdrachtgever of een Afnemer de verschuldigdheid van een factuur
van een CB Vennootschap betwist, blijft hij niettemin verplicht tot volledige
betaling, overeenkomstig het hiervoor in dit artikel 6 bepaalde, met dien verstande dat de Opdrachtgever of een Afnemer bevoegd is van de CB Vennootschap terug te
vorderen hetgeen hij bewijst onverschuldigd aan de CB Vennootschap te hebben betaald.
(…)
10
Administratie CB Vennootschap bindend
De administratie en boekhouding van een CB Vennootschap (daaronder mede begrepen
doch niet beperkt tot de door de CB Vennootschap opgestelde en/of verwerkte facturen (…), Orders en debiteuren- en crediteurenadministratie) zijn voor partijen bindend (…)’
2.3.
Bij de stukken bevindt zich een brief van 25 augustus 2011 van CB die door
de heer [betrokkene], directeur van Veldboeket c.s., voor akkoord is ondertekend. In die brief, die betrekking heeft op aanvullende afspraken tussen de partijen, staat onder meer:
‘Op de dienstverlening van Centraal Boekhuis zijn de Algemene Voorwaarden zoals die
op 21 februari 2008 zijn gedeponeerd, van toepassing. U ontvangt een exemplaar in bijlage.’
2.4.
Tussen partijen is onenigheid ontstaan, onder meer met betrekking tot de kredietlimiet die CB hanteert. In verband daarmee heeft de toenmalige raadsman van Veldboeket c.s. bij brief van 13 maart 2013 aan CB onder andere geschreven:
‘Ik heb aan cliënte gevraagd haar archieven te raadplegen, maar daarin (nog) geen afspraak aangetroffen over de door Centraal Boekhuis gehanteerde en te hanteren kredietlimiet. Wel is duidelijk geworden dat deze ooit begonnen is op EUR 650.000,00 en thans staat op EUR 735.000,00 maar feitelijk gedoogd wordt op EUR 1.000.000,00. Volgens de e-mail van 6 maart 2013 wenst Centraal Boekhuis het gedogen op een termijn van een week te stoppen en de limiet te handhaven op EUR 735.000,00.
Dit is in strijd met de goede trouw die de verhouding tussen contractspartners beheerst. De omzet van cliënte is gedurende de afgelopen acht jaar gegroeid van een omzet van EUR 3.000.000,00 naar thans EUR 15.000.000,00. Dit had een verdere verruiming van de kredietlimiet met zich mee moeten brengen, in plaats van de zeer beperkte verhoging tot feitelijk EUR 1.000.000,00, en zeker geen verlaging van de kredietlimiet tot EUR 735.000,00.’
2.5.
Bij brief van 5 juli 2013 heeft CB aan Veldboeket c.s. onder meer geschreven:
‘Tot op heden stond de kredietverzekeraar Coface CB toe een kredietlimiet voor Veldboeket aan te houden van EUR 500.000. CB is uit coulanceoverwegingen bereid geweest Veldboeket een surplus op deze limiet toe te staan van EUR 235.000. Het totale kredietlimiet van Veldboeket bedroeg daarmee feitelijk € 735.000. Op dit moment staat overigens in totaal een (bruto bruto) bedrag van EUR 1.564.332,92 (inclusief alle disputen) ten gunste van CB open ten name van Veldboeket, waarbij CB de afgelopen periode herhaaldelijk, maar tevergeefs, de afstemming heeft gezocht met Veldboeket om tot concrete afspraken te komen om het openstaande bedrag tot EUR 735.000 terug te brengen.
Op basis van de recentelijk door Veldboeket aan Coface ter beschikking gestelde financiële gegevens heeft Coface de door CB aan Veldboeket toegestane kredietlimiet verhoogd naar EUR 600.000. CB is bereid om, uitgaande van deze verhoging van de kredietlimiet door Coface, onder de navolgende uitdrukkelijke voorwaarden het surplus van EUR 235.000 op
de limiet vooralsnog te continueren, waarmee de totale nieuwe kredietlimiet van Veldboeket EUR 835.000 bedraagt:
(i) Veldboeket brengt uiterlijk op 30 september 2013 het bedrag van opeisbare vorderingen van CB terug naar de nieuwe kredietlimiet van EUR 835.000. Concreet betekent dit dat vanaf 1 oktober 2013 alleen bestellingen via CB mogelijk zijn indien de limiet van
EUR 835.000 niet overschreden is of door de bestellingen overschreden zou worden.
De administratie van CB is bij de vaststelling van het openstaande bedrag bindend conform artikel 10 van de van toepassing zijnde algemene voorwaarden van CB.’
2.6.
Verder heeft CB bij brief van 10 juli 2013 aan Veldboeket c.s. onder meer geschreven:
‘In aanvulling op de thans geldende algemene voorwaarden 2012 van CB (…) is CB bereid om aan (…) Veldboeket (…) een leverancierskrediet ter grootte van EUR 835.000,00 te verschaffen onder de navolgende voorwaarden:
( i) Veldboeket brengt uiterlijk op 30 september 2013 het bedrag van de opeisbare vorderingen van CB terug naar de nieuwe kredietlimiet van EUR 835.000. Concreet betekent dit dat vanaf 1 oktober 2013 alleen bestellingen via CB mogelijk zijn indien de limiet van EUR 835.000 niet overschreden is of door de bestellingen overschreden zou worden.
Bij de vaststelling van het bedrag van de opeisbare vorderingen van CB op Veldboeket zijnde administratie en de boekhouding van CB bindend (artikel 10 algemene voorwaarden 2012 van CB).
( ii) Indien Veldboeket een door CB verzonden factuur betwist, meldt zij dit schriftelijk en gemotiveerd aan CB binnen tien dagen na de dagtekening van de betreffende factuur. Veldboeket wordt geacht met een factuur te hebben ingestemd indien zij CB niet tijdig (…) van de betwisting in kennis heeft gesteld. Een tijdige betwisting van een factuur door Veldboeket laat overigens onverlet de verplichting tot betaling van de betreffende (…) (artikel 6.1 en 6.3. algemene voorwaarden 2012 van CB).
(…)
Hierbij verzoek ik (…) Veldboeket de bijgesloten kopie van deze brief voor akkoord te ondertekenen (…).’
Veldboeket c.s. hebben de brief niet voor akkoord ondertekend.

3.Het geschil

3.1.
Veldboeket c.s. vorderen – samengevat – bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van CB om door of namens Veldboeket c.s. geplaatste bestellingen uit te voeren totdat een kredietlimiet van € 1.200.000,00 is bereikt, welk kredietlimiet dient te worden vastgesteld op basis van door CB verzonden, niet-betwiste en niet-voldane facturen, dan wel om een andere voorziening te treffen, één en ander, voor zover mogelijk, op straffe van een dwangsom en met veroordeling van CB in de proceskosten.
3.2.
CB voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het spoedeisend belang vloeit voldoende uit de stellingen van Veldboeket c.s. voort.
4.2.
Tussen de partijen is de rechtmatigheid in geschil van de per 1 oktober 2013 door CB gehanteerde kredietlimiet van € 835.000,00. Volgens Veldboeket c.s. brengen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid met zich dat CB de feitelijke, gedurende zekere tijd gedoogde kredietlimiet van circa € 1.600.000,00 niet op een termijn van circa drie maanden, zoals is geschied, mag verlagen naar € 835.000,00. Veldboeket c.s. stellen dat zij door deze verlaging op korte termijn met hun liquiditeit in de problemen komen, terwijl CB sinds 1 oktober 2013 geen bestellingen meer uitvoert omdat er meer dan een bedrag van
€ 835.000,00 openstaat. Hieromtrent moet als volgt worden overwogen.
4.3.
CB heeft zich voor haar verweer in verschillende opzichten beroepen op haar algemene voorwaarden. Veldboeket c.s. hebben de toepasselijkheid daarvan betwist. Voorshands is echter voldoende aannemelijk dat de toepasselijkheid van die algemene voorwaarden op alle transacties tussen CB en Veldboeket c.s. is overeengekomen. Dat blijkt voldoende uit de voor akkoord ondertekende brief van 25 augustus 2011 en ook uit overige door CB overgelegde correspondentie waarin herhaaldelijk in verschillende varianten naar de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van CB wordt verwezen.
4.4.
In de algemene voorwaarden is ten aanzien van de kredietlimiet bepaald dat het maximumbedrag door de CB vennootschap wordt vastgesteld en telkens door de CB vennootschap kan worden gewijzigd. De rechtsverhouding tussen de partijen is dus zo dat CB bevoegd is de kredietlimiet vast te stellen en te wijzigen. Niet gesteld of gebleken is dat tussen de partijen nadere afspraken (al dan niet in de algemene voorwaarden van CB) zijn gemaakt over de wijze waarop CB die bevoegdheid mag gebruiken. Dat neemt niet weg dat CB zich daarbij tot op zekere hoogte moet laten leiden door de gerechtvaardigde belangen van Veldboeket c.s. Dat vloeit voort uit de maatstaven van redelijkheid en billijkheid die de rechtsverhouding van de partijen beheersen.
4.5.
Aangenomen moet worden dat vóór het moment dat CB aankondigde de totale kredietlimiet per 1 oktober 2013 te zullen stellen op € 835.000,00, officieel een limiet gold van € 735.000,00. Dat was ook voor Veldboeket c.s. duidelijk, zo blijkt uit de brief
van 13 maart 2013 van de raadsman van Veldboeket c.s. Daarmee staat ook vast dat de in de praktijk feitelijk veel hogere openstaande bedragen, niet als limieten door CB waren vastgesteld, maar werden gedoogd. Dat CB de limiet per 1 oktober 2013 op € 835.000,00 heeft gesteld, hield dus officieel een verhoging in, maar feitelijk een verlaging. In beginsel is dit het goed recht van CB. De vraag is of dit is gebeurd op een manier die gezien de tussen de partijen bestaande relatie niet acceptabel is. Die vraag moet worden beantwoord aan de hand van alle omstandigheden van het geval.
4.6.
Onbetwist geldt dat het bedrag van het toegestane krediet in belangrijke mate wordt bepaald door de kredietverzekeraar van CB, Coface. Aan de hand van onderzoek van de administratie van Veldboeket c.s. is Coface tot een limiet van € 600.000,00 gekomen.
CB is bereid geweest daar voor eigen risico een bedrag van € 235.000,00 bovenop te zetten. Veldboeket c.s. beklagen zich erover dat in het geheel niet duidelijk is welke bedrijfseconomische normen gelden en worden gehanteerd voor de bepaling van de kredietlimiet. Volgens CB geschiedt dat aan de hand van alle relevante bedrijfseconomische gegevens van het bedrijf, wat ook voor de hand ligt. Het staat CB (en Coface) in beginsel vrij aan de hand daarvan een eigen inschatting te maken van welk debiteurenrisico zij aanvaardbaar vinden, tenzij sprake zou zijn van volstrekte willekeur. Volgens Veldboeket c.s. is een krediet van 10 tot 15% van de omzet volstrekt normaal, wat zou uitkomen op een limiet van € 1.500.000,00 tot € 2.250.000,00. Die stelling hebben zij verder niet onderbouwd. Ook overigens hebben zij geen feiten of omstandigheden gesteld dat het vaststellen van de limiet op € 835.000,00 op volstrekte willekeur is gebaseerd.
4.7.
Wat betreft de problemen die Veldboeket c.s. van de feitelijke verlaging stellen te ondervinden, geldt het volgende. Hoewel het voor de hand ligt dat er liquiditeitsproblemen kunnen ontstaan indien op betrekkelijk korte termijn het leverancierskrediet wordt teruggebracht van feitelijk circa € 1.600.000,00 naar € 835.000,00, hebben Veldboeket c.s. in het geheel niet met cijfers en/of bescheiden onderbouwd wat de aard en de ernst van die problemen is voor hun bedrijfsvoering. Uit hetgeen feitelijk is gebleken kan ook niet worden afgeleid dat Veldboeket c.s. met een onacceptabel ernstig nadeel worden bedreigd. Het staat wel vast dat CB sinds 1 oktober 2013 niet meer levert omdat er meer dan € 835.0000,00 openstaat. CB heeft echter gesteld dat Veldboeket c.s. gewoon direct bij de uitgevers kunnen bestellen en geleverd kunnen krijgen. Ter zitting is gebleken dat dat ook gebeurt, met dien verstande dat meteen betaald moet worden. Veldboeket c.s. zijn dus niet verstoken van de nodige handelsvoorraad. Gebleken is ook dat Veldboeket c.s. ondertussen in staat zijn geweest hun schulden aan CB te betalen. Het openstaande bedrag is sinds 1 oktober 2013 ingelopen met € 200.000,00 en bedraagt nu nog ruim € 1.100.000,00. De heer [betrokkene] heeft namens Veldboeket c.s. ter zitting overigens verklaard dat de precieze hoogte van de limiet hem niet zoveel kan schelen, maar wel de onzekerheid over verdere verlagingen. Namens CB is in dit verband uiteengezet dat per kwartaal aan de hand van de cijfers van Veldboeket c.s. wordt bekeken of de kredietlimiet naar boven of beneden moet worden bijgesteld. De voorzieningenrechter heeft geen reden eraan te twijfelen dat CB dat op deze wijze periodiek zal doen en niet naar willekeur. CB is niet gehouden Veldboeket c.s. enige kredietlimiet voor langere periode te garanderen.
4.8.
Ten aanzien van de termijn waarop CB de kredietlimiet heeft verlaagd naar
€ 835.000,00 moet worden geconstateerd dat de beslissing daartoe in een brief van begin
juli 2013 definitief aan Veldboeket c.s. is gecommuniceerd. Voor het inlopen is dus een termijn van ongeveer drie maanden gesteld. De discussie tussen de partijen over handhaving van de officiële limiet speelde al veel langer. Veldboeket c.s. moesten er in elk geval sinds begin maart 2013 rekening mee houden dat CB geen overstand boven de toen geldende limiet van € 735.000,00 meer wilde toestaan. In de besprekingen of de correspondentie sindsdien heeft CB er nooit enig misverstand over laten bestaan dat zij een hoger openstaand bedrag niet meer zou tolereren. Veldboeket c.s. moesten er dus reeds een half jaar
voor 1 oktober 2013 rekening mee houden dat deze vorm van financiering drastisch beperkt zou worden. Dat deze tijd veel te beperkt was om zonder problemen tot een andere of anders gefinancierde bedrijfsvoering te komen, hebben Veldboeket c.s. onvoldoende gemotiveerd gesteld, laat staan met stukken onderbouwd.
4.9.
Ter zitting is gebleken dat CB de nieuw vastgestelde limiet best met enige souplesse, met name in het vierde en nogal bepalende kwartaal van 2013, wil hanteren, maar ook dat er in de praktijk van uitvoering van deze kredietrelatie de nodige problemen bestaan. Een belangrijk punt van geschil is of betwiste facturen meetellen voor de kredietlimiet. Beide partijen verwijten elkaar verkeerde facturen, die regelmatig voorkomen, te gebruiken voor manipulatie van de kredietlimiet. Het standpunt van Veldboeket c.s. komt erop neer dat CB opzettelijk foute facturen stuurt om zo de grens van de kredietlimiet snel te bereiken. Volgens CB gaan Veldboeket c.s facturen op het allerlaatste moment van de betalingstermijn betwisten om zo de kredietlimiet feitelijk te verhogen. Veldboeket c.s. stellen zich op het standpunt dat indien zij een factuur betwisten, op welk moment dan ook, die niet meer meetelt voor de kredietlimiet, totdat duidelijk is dat en tot welk bedrag die factuur juist is. Dat standpunt kan niet worden aanvaard. Uit art. 6.3 van de algemene voorwaarden blijkt dat de debiteur bij betwisting van een factuur verplicht blijft tot volledige betaling en dat hij te zijner tijd zo nodig het teveel betaalde als onverschuldigd kan terugvorderen. Daaruit volgt dat een betwiste factuur ook voor de kredietlimiet meetelt. Voor de gedachte dat CB opzettelijk foute facturen stuurt om de kredietlimiet te manipuleren, is geen spoor van bewijs. Dat CB hierbij belang zou hebben om Veldboeket c.s. van de markt te drukken, is wel een angst die door Veldboeket c.s. ter zitting is geuit, maar niet aannemelijk gemaakt, tegenover de uiteenzetting van CB dat en waarom zij daarbij geen enkel belang heeft.
4.10.
Concreet is ter zitting gebleken dat CB voor het vierde kwartaal 2013 wel bereid is enige verruiming boven de thans geldende limiet toe te staan, mits Veldboeket c.s. zich er dan bij neerleggen dat betwiste facturen meetellen en eraan meewerken facturen zo snel mogelijk te controleren en de eventuele onjuistheid aan de orde te stellen, zodat CB op haar beurt daarover zo snel mogelijk uitsluitsel kan geven. Dat alles kan CB niet alleen op grond van de algemene voorwaarden, maar ook in redelijkheid van Veldboeket c.s. vergen. Veldboeket c.s. hebben het dus in zoverre zelf in de hand.
4.11.
Kortom het is niet zozeer de officiële limiet die het probleem is tussen de partijen, maar de wijze van uitvoering in de praktijk, die over en weer loyale medewerking en enig vertrouwen vergt. De voorzieningenrechter kan dat probleem niet met de gevorderde voorzieningen oplossen. Wat wel is gevorderd komt gezien het voorgaande niet voor toewijzing in aanmerking, zodat de vorderingen moeten worden afgewezen met veroordeling van Veldboeket c.s. in de kosten. Alle overige stellingen en weren kunnen verder onbesproken blijven. Volledigheidshalve zij daarbij opgemerkt dat CB ter zitting het relatieve bevoegdheidsverweer heeft ingetrokken.
4.12.
Veldboeket c.s. zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van CB worden begroot op:
- griffierecht €  589,00
- salaris advocaat
816,00
Totaal €  1.405,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt Veldboeket c.s. in de proceskosten, aan de zijde van CB tot op heden begroot op € 1.405,00;
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken
op 25 oktober 2013.