ECLI:NL:RBGEL:2013:4003
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Overdrachtsbelasting en opvolgende verdeling van een nalatenschap
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland op 24 oktober 2013, staat de vraag centraal of er sprake is van een opvolgende verdeling van een nalatenschap in het kader van de overdrachtsbelasting. Eiser, [X], heeft bezwaar gemaakt tegen de heffing van overdrachtsbelasting die voortvloeit uit de verkrijging van onroerend goed op 29 december 2011. De inspecteur van de Belastingdienst heeft het bezwaar afgewezen, waarna eiser in beroep ging. De rechtbank heeft vastgesteld dat de nalatenschap van de vader van eiser, die in 1972 overleed, in 1990 is verdeeld. Eiser stelt dat de akte van 29 december 2011 een opvolgende verdeling betreft, waardoor geen overdrachtsbelasting verschuldigd zou zijn. De rechtbank oordeelt echter dat de eerdere verdeling in 1990 een einde heeft gemaakt aan de gemeenschap van de nalatenschap, waardoor de verkrijging in 2011 niet als een opvolgende verdeling kan worden aangemerkt. De rechtbank verwerpt ook het beroep op het gelijkheidsbeginsel, omdat eiser niet heeft aangetoond dat er sprake is van ongelijke behandeling in vergelijkbare gevallen. De rechtbank concludeert dat de heffing van overdrachtsbelasting terecht is en verklaart het beroep ongegrond.