ECLI:NL:RBGEL:2013:3168
Rechtbank Gelderland
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot bemiddeling door het College voor zorgverzekeringen op grond van de Zorgverzekeringswet
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 19 september 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen een niet-rechtmatig in Nederland verblijvende vreemdeling (eiser) en het College voor zorgverzekeringen (CVZ) (verweerder). Eiser had verzocht om bemiddeling met betrekking tot zijn medische behandeling op basis van artikel 67 van de Zorgverzekeringswet (Zvw). Dit verzoek werd door het CVZ afgewezen, waarna eiser bezwaar maakte. Het CVZ verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk, omdat de afwijzingsbrief geen besluit was. De rechtbank oordeelde dat artikel 67 van de Zvw geen beslissingsbevoegdheid aan het CVZ toekent, maar enkel een coördinerende taak heeft. De rechtbank concludeerde dat het CVZ terecht had gesteld dat de afwijzingsbrief geen besluit was, en dat er geen rechtsmiddelen tegen deze afwijzing konden worden aangewend.
De rechtbank behandelde ook de stelling van eiser dat er sprake was van strijd met artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), omdat hij niet de vereiste medische zorg zou krijgen. De rechtbank stelde vast dat de situatie van eiser niet vergelijkbaar was met die van vreemdelingen in bewaring, en dat de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens een hoge drempel stelt voor het aannemen van schendingen van artikel 3. Eiser had niet aangetoond dat hij aan de voorwaarden voldeed voor bescherming onder artikel 3 van het EVRM.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en gaf geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door rechter J.J.W.P. van Gastel, in aanwezigheid van griffier R. van Diest. Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden binnen zes weken hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.