ECLI:NL:RBGEL:2013:2823

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
24 mei 2013
Publicatiedatum
6 september 2013
Zaaknummer
863860
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot betaling van kosten voor taxatierapport door makelaar wegens wanprestatie

In deze zaak vorderde de NVM makelaar betaling van € 500,00 voor het opmaken van een taxatierapport. De rechtbank Gelderland, zittingsplaats Nijmegen, heeft de vordering afgewezen. De makelaar had in opdracht van de gedaagden een taxatierapport opgesteld, maar de vermelde verkoopprijzen van referentieobjecten in het rapport waren onjuist en kwamen niet overeen met de werkelijke verkoopprijzen. De gedaagden hebben de makelaar verzocht om deze fouten te corrigeren, maar de makelaar stelde dat hij de cijfers niet kon aanpassen omdat deze automatisch door het NWWI waren gegenereerd. De rechtbank oordeelde dat de makelaar niet kon volstaan met deze verklaring en dat de onjuistheden in het rapport voor zijn rekening en risico kwamen. De rechtbank concludeerde dat de makelaar zijn verplichtingen uit de overeenkomst niet naar behoren was nagekomen en dat de gedaagden bevoegd waren om de betaling van de factuur op te schorten. De vordering van de makelaar werd afgewezen en hij werd in de proceskosten veroordeeld.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Nijmegen
zaakgegevens 863860 \ CV EXPL 13-933 \ 199 \ 303
uitspraak van
vonnis
in de zaak van
1.
de besloten vennootschap
[eisende partij]
gevestigd te Nijmegen
gemachtigde Justice B.V.
eisende partij
tegen
1.
de vennootschap onder firma
[gedaagde partij sub 1]
gevestigd te [vestigingsplaats]
procederend in persoon
2.
[gedaagde partij sub 2]
vennoot van gedaagde sub 1.
wonende te [woonplaats]
procederend in persoon
3.
[gedaagde partij sub 3]
wonende te [woonplaats]
vennoot van gedaagde sub 1.
procederend in persoon
4.
[gedaagde partij sub 4]
wonende te [woonplaats]
vennoot van gedaagde sub 1.
procederend in persoon
gedaagde partijen
Partijen worden hierna [eisende partij] en gedaagden gezamenlijk (in enkelvoud) [gedaagden] genoemd.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 1 maart 2013 en de daarin genoemde processtukken;
- de stukken ten behoeve van de comparitie, bij brief van 12 april 2013 door de gemachtigde van [eisende partij] toegezonden;
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 23 april 2013.

2.De feiten

2.1.
[eisende partij] heeft in opdracht en voor rekening van [gedaagden] een taxatierapport d.d. 25 juni 2012 opgesteld ten behoeve van de financiering van de koop van een appartement op de [adres]. De overeengekomen courtagekosten bedragen € 500,00.
2.2.
In het taxatierapport staat op pagina 12 bij ’Referentieobjecten’ vermeld onder het kopje NBWO dat drie appartementen aan de [adres] te Nijmegen op 3 mei 2009 een verkoopprijs hebben opgebracht van respectievelijk € 110.250,00, € 114.500,00 en
€ 115.650,00.
De feitelijke verkoopprijs van deze drie appartementen bedroeg respectievelijk € 199.500,00, € 209.500,00 en € 198.912,00.
2.3.
Bij brief verstuurd op 20 juni 2012 aan [eisende partij] heeft [gedaagden] aangegeven dat de in het taxatierapport vermelde NBWO-verkoopprijzen van de referentieobjecten niet correct zijn en verzoekt deze fouten aan te passen.
2.4.
[eisende partij] heeft [gedaagden] op 27 juli 2012 bij e-mail geantwoord geen referentiewaarden te kunnen wijzigen en heeft aanspraak gemaakt op betaling van de factuur.
2.5.
[gedaagden]. heeft ondanks aanmaningen de factuur van € 500,00 van 14 juni 2012 niet betaald.

3.De vordering en het verweer

3.1.
[eisende partij] vordert [gedaagden] - voor zover mogelijk bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis - hoofdelijk te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen de hoofdsom van € 500,00, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de dag van dagvaarding tot de dag der algehele voldoening, alsmede een bedrag van € 12,22 wegens vervallen wettelijke handelsrente berekend vanaf 14 dagen na factuurdatum tot 28 januari 2013 en een bedrag van € 150,00 wegens buitengerechtelijke incassokosten.
3.2.
[eisende partij] voert ter onderbouwing van de vordering aan, in het licht van de vaststaande feiten, dat het rapport is opgesteld conform de richtlijnen van de NVM en voldoet aan de eisen van het Nederlands Woning Waarde Instituut (NWWI). Zij kan geen cijfers op verzoek van een klant aanpassen.
Haar gemachtigde heeft incassokosten gemaakt. [eisende partij] vordert deze kosten bij wijze van vermogensschade. De vervallen wettelijke handelsrente bedraagt vanaf 14 dagen na de factuurdatum tot 28 januari 2013 € 12,22.
3.3.
[gedaagden] voert verweer, dat bij de beoordeling aan de orde komt.

4.De beoordeling

4.1.
Vaststaat dat de in het rapport op bladzijde 12 vermelde NBWO-verkoopprijzen van de referentieobjecten niet overeenkomen met de werkelijke verkoopprijzen van die objecten. In die zin staat dan ook vast dat het rapport onjuistheden bevat.
[eisende partij] heeft te kennen gegeven dat zij het rapport heeft opgemaakt volgens de eisen van het NWWI en dat het rapport ook door het NWWI is goedgekeurd. [eisende partij] heeft het niet in haar macht om wijzigingen aan te brengen in de verkoopprijzen van de referentieobjecten. Deze (onjuiste) verkoopcijfers van de referentieobjecten zijn geautomatiseerd gegenereerd en door het NWWI toegevoegd. Het is volgens [eisende partij] niet mogelijk om een NWWI goedgekeurd rapport op te maken zonder toevoeging van referentieobjecten, omdat deze door het geautomatiseerde systeem worden toegevoegd. [eisende partij] heeft zelf wel andere referentiecijfers toegevoegd en daarop is de waardering gebaseerd, aldus [eisende partij].
4.2.
[gedaagden] heeft terecht vraagtekens gezet bij de op bladzijde 11 van het rapport vermelde getaxeerde waarden volgens NBWO. Van [eisende partij] mag verwacht worden dat zij [gedaagden] een rapport levert waarin juiste gegevens worden vermeld. Daarmee is zij echter, ondanks herhaalde verzoeken van [gedaagden], in gebreke gebleven. Dat [eisende partij] zoals zij stelt, afhankelijk is van geautomatiseerde systemen, moge zo zijn, maar dat kan zij niet aan [gedaagden] tegenwerpen en komt daarom voor haar eigen rekening en risico.
4.3.
Het voorgaande leidt tot het oordeel dat [eisende partij] de verplichtingen uit de overeenkomst niet naar behoren is nagekomen.
[eisende partij] is als eerste in verzuim gekomen. Uit de brief van 27 juli 2012 kon [gedaagden] afleiden dat [eisende partij] naar haar mening naar behoren aan de opdracht had voldaan en niet alsnog behoorlijk zou nakomen, nu zij volhardde in betaling van de factuur. Een nadere ingebrekestelling was dan ook niet nodig. [gedaagden] heeft de betaling van de factuur bevoegdelijk opgeschort en is dus niet in verzuim gekomen. Uit het verweer volgt dat [gedaagden] in deze procedure zich beroept op ontbinding als verweer. Dit verweer gaat dus op. Dat betekent dat [eisende partij] geen opeisbare vordering op [gedaagden] heeft.
4.4.
De vordering moet dan ook worden afgewezen.
4.5.
[eisende partij] wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten dragen, die aan de zijde van [gedaagden] worden begroot op nihil.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt [eisende partij] in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van [gedaagden] begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. J.W.M. Tromp en in het openbaar uitgesproken op