ECLI:NL:RBDOR:2012:BY0510

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
3 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
97978 / FA RK 12-7768
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging alimentatieverplichting in het kader van schuldsanering

In deze zaak verzoekt de man om nihilstelling van de alimentatieverplichting voor zijn minderjarige kinderen, nu hij en zijn echtgenote onder de schuldsaneringsregeling vallen. De rechtbank heeft op 3 oktober 2012 uitspraak gedaan. De man stelt dat de rechter-commissaris in de berekening van het vrij te laten bedrag geen rekening heeft gehouden met zijn alimentatieverplichting. De vrouw betwist dit en stelt dat de man niet alle relevante informatie heeft verstrekt over zijn kinderen. De rechtbank oordeelt dat de man, gezien de schuldsaneringsregeling, geen draagkracht heeft om kinderalimentatie te betalen. De rechtbank wijst het verzoek van de man toe en stelt de alimentatie op nihil, met ingang van 3 oktober 2012, tot het einde van de schuldsaneringsregeling. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK DORDRECHT
Sector civiel recht
zaaknummer: 97978 / FA RK 12-7768
beschikking van de enkelvoudige kamer van 03 oktober 2012
in de zaak van
[man]
wonende te [adres],
verzoeker,
advocaat mr. L.A. Jansen (Oud-Beijerland),
tegen
[vrouw]
wonende te [adres],
verweerster,
advocaat mr. C.E. Koopmans (Oud-Beijerland).
Partijen worden hieronder aangeduid als de man respectievelijk de vrouw.
1. Het procesverloop
1.1. De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende processtukken:
- het verzoekschrift van de man, met bijlagen, ingekomen ter griffie op 02 mei 2012;
- het verweerschrift van de vrouw, met bijlagen, ingekomen ter griffie op 23 mei 2012;
- de brief, met bijlage, van de advocaat van de man, ingekomen ter griffie op 30 mei 2012;
- de brief, met bijlagen, van de advocaat van de vrouw, ingekomen ter griffie op 27 juli 2012.
1.2. De mondelinge behandeling van deze zaak heeft plaatsgevonden op de terechtzitting met gesloten deuren van 13 augustus 2012.
1.3. Ter terechtzitting zijn verschenen:
- de advocaat van de man;
- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat.
1.4. Vervolgens heeft de man, op verzoek van de rechtbank, bij faxbericht van mr. L.A. Jansen, ter griffie ingekomen op 27 augustus 2012, bankafschriften overgelegd.
De vrouw heeft vervolgens, bij faxbericht van mr. C.E. Koopmans, ter griffie ingekomen op 5 september 2012, gereageerd op de door de man overgelegde bankafschriften.
2. De vaststaande feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, alsmede op grond van de producties, voor zover niet betwist, staat het volgende tussen partijen vast.
2.1. Partijen zijn op 30 augustus 1996 te gemeente ‘s Gravendeel met elkaar gehuwd.
2.2. Uit hun huwelijk zijn geboren de thans nog minderjarigen:
- [kind 1] op [geboortedatum]
- [kind 2] op [geboortedatum]
De kinderen verblijven thans bij de vrouw.
2.3. Bij beschikking van de rechtbank Rotterdam van 01 november 2004 is tussen partijen de echtscheiding uitgesproken en is verder onder meer de tussen partijen getroffen regeling als neergelegd in het door de rechtbank gewaarmerkte convenant dat partijen hebben ondertekend op 03 oktober 2004 in de beschikking opgenomen. In het echtscheidingsconvenant d.d. 03 oktober 2004 zijn -voor zover in deze zaak van belang- partijen overeengekomen dat de man in totaal een bedrag van € 395,-- per maand zal betalen als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige kinderen van partijen.
2.4. De echtscheidingsbeschikking is op 16 november 2004 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
2.5. Bij daaropvolgende beschikking van deze rechtbank van 14 september 2011 is de alimentatieverplichting van de man ten behoeve van voornoemde minderjarigen gewijzigd en is bepaald dat de man met ingang van 31 juli 2010 ten behoeve van die minderjarigen een alimentatie dient te betalen van € 136,-- per maand. Krachtens wettelijke indexering is dit bedrag verhoogd tot € 139,--.
3. Het verzoek en het verweer
Het verzoek
3.1. De man verzoekt, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de bij beschikking van 14 september 2011 opgelegde alimentatieverplichting ten behoeve van voornoemde minderjarigen in die zin te wijzigen dat de man met ingang van 31 januari 2012 niet langer gehouden is een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarigen te voldoen, althans een zodanig bedrag en met ingang van zodanige datum als de rechtbank juist acht.
3.2. De man stelt dat op 31 januari 2012 deze rechtbank ten aanzien van de man en zijn echtgenote de schuldsaneringsregeling heeft uitgesproken. De rechter-commissaris heeft in het vrij te laten bedrag geen verhoging toegepast wegens kinderalimentatie. De man verzoekt derhalve de kinderalimentatie op nihil te stellen.
Het verweer
3.3. De vrouw voert verweer tegen het verzoek van de man en verzoekt, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de man niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek, dan wel zijn verzoek af te wijzen.
3.4. De vrouw voert aan dat uit de door de man overgelegde stukken geenszins blijkt dat de rechter-commissaris in dit specifieke geval er bewust voor gekozen heeft geen rekening te houden met de te betalen alimentatie. Sterker nog: uit de door de man overgelegde berekening van het vrij te laten bedrag blijkt geenszins dat de man, buiten de kinderen waar hij de dagelijkse zorg voor draagt, nog twee kinderen uit een eerdere relatie heeft. De vrouw neemt derhalve aan dat de man de beide kinderen niet heeft genoemd bij zijn aanvraag tot toetreding tot de schuldsanering, zodat de rechter-commissaris in dit specifieke geval geen rekening heeft kunnen houden met beide kinderen, temeer nu uit de beschikking niet ondubbelzinnig blijkt dat de rechter-commissaris ervoor heeft gekozen geen verhoging toe te passen voor het betalen van kinderalimentatie. De vrouw is dan ook van mening dat de man wel degelijk een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen dient te voldoen en dat de toelating tot de schuldsanering geen invloed kan en mag hebben op de in de beschikking van 14 september 2011 vastgestelde kinderbijdrage.
4. De beoordeling
Wijziging van omstandigheden
4.1. Ingevolge artikel 401 eerste lid van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek kan een rechterlijke uitspraak betreffende een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van een minderjarige bij latere rechterlijke uitspraak worden gewijzigd of ingetrokken, wanneer zij nadien door wijziging van omstandigheden ophoudt aan de wettelijke maatstaven te voldoen.
4.2. Uit de overgelegde stukken blijkt dat er aan de zijde van de man een wijziging van omstandigheden heeft voorgedaan sinds de beschikking van 14 september 2011. De wijziging is er in gelegen dat bij vonnis van deze rechtbank van 31 januari 2012 de definitieve schuldsaneringsregeling ten aanzien van de man is uitgesproken. De man is ontvankelijk in zijn verzoek.
De kinderalimentatie
4.3. Volgens vaste jurisprudentie is in de situatie waarin de wettelijke schuldsanerings-regeling op een onderhoudsplichtige van toepassing is verklaard, uitgangspunt dat zijn betalingsverplichting op nihil wordt gesteld, tenzij in het vrij te laten bedrag rekening is gehouden met de alimentatieverplichtingen. In aanmerking dient te worden genomen dat de saniet, gedurende de tijd waarin de schuldsaneringsregeling op hem van toepassing is, slechts kan beschikken over het op voet van artikel 295 tweede lid van de Faillissementswet (hierna: Fw) door de rechter-commissaris vrij te laten bedrag. Dit bedrag ligt, gelet op het daarbij van toepassing verklaarde artikel 475d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, beneden het bijstandsniveau, tenzij de rechter-commissaris op de voet van artikel 295 derde lid Fw anders heeft bepaald. Dientengevolge beschikt een saniet, behoudens bijzondere omstandigheden, niet over draagkracht om onderhoudsbijdragen te betalen.
4.4. Gelet op het voorgaande alsmede nu niet gesteld noch gebleken is van bijzondere omstandigheden in bedoelde zin en bovendien uit de overgelegde stukken is gebleken dat in de berekening van het vrij te laten bedrag geen rekening is gehouden met de alimentatieverplichting van de man, is de rechtbank van oordeel dat de man gedurende de periode dat op hem de wettelijke schuldsaneringsregeling van toepassing is, geen draagkracht heeft om kinderalimentatie te betalen. De rechtbank gaat voorbij aan de stelling van de vrouw dat, nu uit de door de man overgelegde bankafschriften blijkt dat de bewindvoerder de afgelopen zes maanden de alimentatie heeft voldaan aan het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (hierna: LBIO), de betaling van de alimentatie is meegenomen in het vrij te laten bedrag. Blijkens de overgelegde bankafschriften (rekeningnummer 579961052 Budgetbeheer) is de alimentatie aan het LBIO niet voldaan door de bewindvoerder, maar door Budgetbeheer (in de persoon van de heer Savas). Daarbij blijkt uit de overgelegde berekening van het vrij te laten bedrag duidelijk dat de rechter-commissaris geen rekening heeft gehouden met de door de man te betalen alimentatie. De kinderalimentatie zal derhalve voor de (resterende) duur van de schuldsanering op nihil worden gesteld.
De ingangsdatum
4.5. Hoewel het in onderhavige zaken gebruikelijk is de wijziging te doen ingaan op de datum waarop de wettelijke schuldsaneringsregeling op de man van toepassing is, acht de rechtbank het in dit geval redelijk als ingangsdatum te hanteren datum beschikking, nu uit de door de man overgelegde bankafschriften blijkt dat Budgetbeheer in de afgelopen periode maandelijks een bedrag van € 316,88 aan alimentatie heeft gestort aan het LBIO.
De proceskosten
4.6. De rechtbank zal de proceskosten tussen partijen (ex-echtelieden) compenseren.
5. De beslissing
De rechtbank:
5.1. wijzigt de bij beschikking van deze rechtbank van 14 september 2011 aan de man ten behoeve van de minderjarigen [kind 1], geboren op [geboortedatum], en [kind 2], geboren op [geboortedatum], opgelegde alimentatieverplichting;
5.2. bepaalt, uitvoerbaar bij voorraad, de door de man aan de vrouw te betalen alimentatie ten behoeve van voornoemde minderjarigen, met ingang van 03 oktober 2012 tot moment einde schuldsaneringsregeling op € 0,00 (nihil);
5.3. compenseert de proceskosten zodat ieder van partijen de eigen proceskosten draagt;
5.4. wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. F.F.A.J.M. Haerkens-Wouters, rechter, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van woensdag 03 oktober 2012