ECLI:NL:RBDOR:2012:BX2202
Rechtbank Dordrecht
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Adoptie door een meemoeder zonder terugwerkende kracht tot het moment van conceptie
In deze zaak heeft de Rechtbank Dordrecht op 18 juli 2012 uitspraak gedaan in een verzoek tot adoptie door een zogenaamde 'meemoeder'. De verzoeksters, gehuwd op [huwelijksdatum+plaats van partijen], hebben gezamenlijk zorg gedragen voor hun dochter, de minderjarige [naam minderjarige], die is geboren uit kunstmatige inseminatie met een bekende donor. De rechtbank heeft vastgesteld dat de adoptie in het belang van de minderjarige is en dat aan de wettelijke voorwaarden voor adoptie is voldaan. Echter, de rechtbank heeft geoordeeld dat de adoptie niet met terugwerkende kracht tot het moment van conceptie kan worden uitgesproken, omdat de bewoordingen van artikel 1:230 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek hier geen ruimte voor bieden. Dit is van belang omdat de identiteit van het adoptiefkind op het moment van de adoptie vastgesteld moet kunnen worden. De beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting en is uitvoerbaar bij voorraad, met ingang van de geboortedatum van de minderjarige. De rechtbank heeft de adoptie uitgesproken door de meemoeder, [De meemoeder], van de minderjarige [naam minderjarige], geboren op [geboortedatum+plaats minderjarige].