ECLI:NL:RBDOR:2010:BN8715
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Eindvonnis inzake schadevergoeding na onrechtmatige daad met betrekking tot beveiligingsinstallatie
In deze zaak heeft de Rechtbank Dordrecht op 22 september 2010 een eindvonnis gewezen in een civiele procedure tussen eiser, Skicentrum Drechtsteden, en gedaagde, wonende te Alblasserdam. De procedure volgde op een tussenvonnis van 2 december 2009, waarin eiser werd uitgenodigd om nadere onderbouwing te geven van zijn schadeposten, waaronder gederfde winst. Eiser stelde dat hij schade had geleden door de onrechtmatige daad van gedaagde, die zou hebben geleid tot de noodzaak om een nieuwe beveiligingsinstallatie aan te brengen na een brand in het skicentrum. De rechtbank heeft eiser in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren van de gemaakte kosten en het causale verband tussen de onrechtmatige daad en de schade.
Eiser heeft diverse producties overgelegd, maar de rechtbank oordeelde dat de onderbouwing van de gederfde winst onvoldoende was. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet voldoende bewijs heeft geleverd voor de hoogte van de schade en dat de kosten voor de nieuwe beveiligingsinstallatie niet als schade konden worden aangemerkt. De rechtbank heeft de gedaagde aansprakelijk verklaard voor de schade die eiser heeft geleden, maar heeft de gederfde winst ex aequo et bono vastgesteld op EUR 2.500,00.
De rechtbank heeft gedaagde veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van EUR 174.913,24 aan eiser, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft gedaagde ook in de proceskosten veroordeeld, die zijn begroot op EUR 11.818,42. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.