3. De vordering in conventie
Eiseressen verzoeken bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:
1. een verklaring voor recht dat Marbatin in de periode 2002 tot en met 5 maart 2009 een bedrag van € 2.177.802,64 alsook een bedrag van € 125.000,- onverschuldigd heeft betaald aan [gedaagde 1] en/of [gedaagde 2];
2. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk, althans gezamenlijk, althans [gedaagde 1] of [gedaagde 2], te veroordelen tot betaling van een bedrag ad € 2.177.802,64, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW, dan wel de wettelijke rente ex artikel
6:119 BW, een en ander vanaf 5 maart 2009, althans de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
3. [gedaagde 1] te veroordelen tot terugbetaling van de aan hem geleende en door hem niet terugbetaalde bedragen ad totaal € 125.000,-, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW, dan wel de wettelijke rente ex artikel 6: 119 BW, een en ander vanaf 5 maart 2009, althans de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
4. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk, althans gezamenlijk, althans [gedaagde 1] of [gedaagde 2], te veroordelen tot vergoeding van de door Marbatin geleden en nog te lijden schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW, dan wel de wettelijke rente ex artikel
6:119 BW, een en ander vanaf 5 maart 2009, althans de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
Subsidiair:
1. een verklaring voor recht dat [gedaagde 1] aansprakelijk is uit hoofde van artikel 2:9 BW;
2. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk, althans gezamenlijk, althans [gedaagde 1] of [gedaagde 2], te veroordelen tot betaling van een bedrag ad € 2.177.802,64 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW, dan wel de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW, een en ander vanaf 5 maart 2009, althans de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
3. [gedaagde 1] te veroordelen tot terugbetaling van de aan hem geleende en door hem niet terugbetaalde bedragen ad totaal € 125.000,-, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW, dan wel de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW, een en ander vanaf 5 maart 2009, althans de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele
voldoening;
4. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk, althans gezamenlijk, althans [gedaagde 1] of [gedaagde 2], te veroordelen tot vergoeding van de door Marbatin geleden en nog te lijden schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW, dan wel de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW, een en ander vanaf 5 maart 2009, althans de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
Meer subsidiair:
1. een verklaring voor recht dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk, althans gezamenlijk, althans [gedaagde 1] of [gedaagde 2], onrechtmatig hebben gehandeld en aansprakelijk zijn uit hoofde van artikel 6:162 BW;
2. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk, althans gezamenlijk, althans [gedaagde 1] of [gedaagde 2], te veroordelen tot betaling van een bedrag ad € 2.177.802, 64 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW, dan wel de wettelijke rente ex artikel
6:119 BW, een en ander vanaf 5 maart 2009, althans de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
3. [gedaagde 1] te veroordelen tot terugbetaling van de aan hem geleende en door hem niet terugbetaalde bedragen ad totaal € 125.000,-, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW, dan wel de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW, een en ander vanaf 5 maart 2009, althans de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele
voldoening;
4. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk, althans gezamenlijk, althans [gedaagde 1] of [gedaagde 2], te veroordelen tot vergoeding van de door Marbatin en [eiser 4] geleden en nog te lijden schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW, dan wel de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW, een en ander vanaf 5 maart 2009, althans de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening.
Nog meer subsidiair:
1. een verklaring voor recht dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk, althans gezamenlijk, althans [gedaagde 1] of [gedaagde 2] toerekenbaar tekort zijn geschoten in de uitvoering van hun opdrachten;
2. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk, althans gezamenlijk, althans [gedaagde 1] of [gedaagde 2], te veroordelen tot betaling van een bedrag ad € 2.177.802, 64 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW, dan wel de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW, een en ander vanaf 5 maart 2009, althans de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
3. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk, althans gezamenlijk, althans [gedaagde 1] of [gedaagde 2], te veroordelen tot vergoeding van de door eisers geleden en nog te lijden schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW, dan wel de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW, een en ander vanaf 5 maart 2009, althans de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening.
Uiterst subsidiair:
1. een verklaring voor recht dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk, althans gezamenlijk, althans [gedaagde 1] of [gedaagde 2], zich ongerechtvaardigd hebben verrijkt;
2. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk, althans gezamenlijk, althans [gedaagde 1] of [gedaagde 2] te veroordelen tot betaling van een bedrag ad € 2.177.802, 64 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW, dan wel de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW, een en ander vanaf 5 maart 2009, althans de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
3. [gedaagde 1] te veroordelen tot terugbetaling van aan hem geleende en door hem niet terugbetaalde bedragen ad totaal € 125.000,-, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW, dan wel de wettelijke rente ex artike1 6:119 BW, een en ander vanaf 5 maart 2009, althans de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele
voldoening;
4. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk, althans gezamenlijk, althans [gedaagde 1] of [gedaagde 2], te veroordelen tot vergoeding van de door Marbatin en [eiser 4] geleden en nog te lijden schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW, dan wel de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW, een en ander vanaf 5 maart 2009, al thans de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening.
Primair tot en met uiterst subsidiair:
1. een verklaring voor recht dat de dechargebesluiten van Marbatin d.d. 11 november 2004, 27 september 2005, 12 juni 2006, 28 augustus 2007 en 1 oktober 2008 nietig zijn;
2. ex artikel 7:412 BW afgifte van alle stukken van eisers die [gedaagde 1] en [gedaagde 2] onder zich hebben verkregen in verband met de opdracht die op 5 maart 2009 is beëindigd;
3. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk, althans gezamenlijk, althans [gedaagde 1] of [gedaagde 2], te veroordelen in de kosten van deze procedure, waaronder begrepen de beslagkosten, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW, te berekenen vanaf 14 dagen na het in deze te wijzen vonnis.