ECLI:NL:RBDOR:2009:BI7291
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Wraking van de politierechter in een strafzaak met beroep op noodweer
In deze zaak heeft de rechtbank Dordrecht op 10 juni 2009 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van de politierechter door de verdachte, vertegenwoordigd door zijn raadsman mr. R. Bonis. Het verzoek tot wraking werd ingediend tijdens de terechtzitting van de politierechter op 18 mei 2009, waarbij de raadsman aanvoerde dat de verdachte vreesde dat de politierechter vooringenomen was met betrekking tot de vraag of er sprake was van noodweer. De politierechter had tijdens de zitting mededelingen gedaan die de verdachte de indruk gaven dat zijn verweer al vaststond, wat volgens de raadsman de vrees voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd maakte.
De wrakingskamer heeft het verzoek behandeld op 2 juni 2009, waarbij zowel de raadsman als de officier van justitie, mr. S. Groen, aanwezig waren. De politierechter heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om zich te verdedigen, maar heeft schriftelijk haar visie gegeven. De officier van justitie concludeerde tot afwijzing van het verzoek, stellende dat de politierechter slechts een algemene rechtsregel had weergegeven en dat dit geen grond voor wraking opleverde.
De rechtbank heeft in haar beoordeling benadrukt dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die een zwaarwegende aanwijzing voor vooringenomenheid opleveren. De rechtbank oordeelde dat de mededelingen van de politierechter niet objectief de vrees voor partijdigheid rechtvaardigden, aangezien er op dat moment nog geen beroep op noodweer was gedaan. De rechtbank wees het verzoek tot wraking af, omdat er geen feiten of omstandigheden waren die de vrees van de verdachte objectief gerechtvaardigd maakten.