ECLI:NL:RBDOR:2008:BD6984

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
30 juni 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
216195 VV 08-45
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van een non-concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Dordrecht op 30 juni 2008 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [werknemer] en Lodder Applicaties B.V. De eiser, [werknemer], had een arbeidsovereenkomst met Lodder Applicaties en vorderde de schorsing van een non-concurrentiebeding dat in zijn arbeidsovereenkomst was opgenomen. Hij stelde dat er geen sprake was van een nieuwe functie en dat het beding niet zwaarder was gaan drukken na zijn functiewijziging van binnendienst naar buitendienst medewerker. De kantonrechter oordeelde dat het belang van de werknemer zwaarder woog dan het belang van de werkgever, omdat de werknemer een substantiële loonsverhoging en positieverbetering te wachten stond bij zijn nieuwe werkgever, Logic Vision B.V. De kantonrechter concludeerde dat Lodder Applicaties geen gerechtvaardigd belang had om het non-concurrentiebeding te handhaven, aangezien de werknemer geen verkoopactiviteiten had en niet betrokken was bij de ontwikkeling van het product. De kantonrechter schorste het non-concurrentiebeding en oordeelde dat Lodder Applicaties het loon over mei 2008 moest betalen, vermeerderd met wettelijke verhoging en rente. De kosten van de procedure werden toegewezen aan Lodder Applicaties, die als in het ongelijk gestelde partij werd aangemerkt.

Uitspraak

RECHTBANK DORDRECHT
Sector kanton
Locatie Dordrecht
kenmerk: 216195 VV 08-45
vonnis in kort geding van de kantonrechter te Dordrecht van 30 juni 2008
in de zaak van:
[naam werknemer],
wonende te (plaats),
eiser in conventie, gedaagde in reconventie,
gemachtigde mr. J.W. Stam, advocaat te Utrecht,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Lodder Applicaties B.V.,
verweerster in conventie, eiseres in reconventie,
gevestigd te Goudriaan,
gemachtigde mr. B.J. Bongaards, advocaat te Rotterdam.
Verloop van de procedure
De kantonrechter wijst vonnis op de volgende processtukken:
1. de dagvaarding van 9 juni 2008;
2. de conclusie van antwoord in conventie, tevens eis in reconventie;
3. de overgelegde bescheiden, waaronder de pleitaantekeningen.
Partijen worden aangeduid als Lodder en Lodder Applicaties.
Omschrijving van het geschil
in conventie en reconventie
De feiten
1.1 Lodder Applicaties is actief op het gebied van de ontwikkeling van administratieve software voor tankstations, oliehandels en wagenparkbeheerders.
[werknemer] is van 1 mei 2000 tot 31 mei 2008 in dienst geweest bij Lodder Applicaties. Hij trad in dienst als medewerker klantenondersteuning. Dat betekende dat hij aan klanten telefonisch ondersteuning gaf. Dat werk is [werknemer] steeds ook blijven doen, zij het in veel mindere mate, maar daarbij is hij vanaf 1 maart 2002 vooral buitendienstmedewerker geworden, hetgeen betekent dat hij naar de klanten toe ging en daar o.a. instructie gaf.
Het bij Lodder Applicaties door [werknemer] laatstgenoten loon bedroeg € 2.500,-- bruto per maand. Lodder is 38 jaar.
In de schriftelijke arbeidsovereenkomst tussen partijen d.d. 1 mei 2000 is het volgende beding opgenomen:
Werknemer zal zonder schriftelijke toestemming van werkgever gedurende een tijdvak van de duur van het dienstverband met een maximum van twee jaar na beëindiging der dienstbetrekking niet in enigerlei vorm een zaak gelijk, gelijksoortig of aanverwant aan het bedrijf van de werkgever vestigen, drijven of mede drijven of doen drijven, hetzij direct hetzij indirect, alsook financieel in welke vorm ook bij een dergelijke zaak belang hebben, daarin of daarvoor op enigerlei wijze werkzaam zijn, al dan niet in dienstbetrekking hetzij tegen vergoeding hetzij om niet, of daarin aandeel hebben binnen Nederland, zulks op verbeurte van een direct opeisbare boete van hfl 10.000,- per gebeurtenis en tevens hfl 1.000,- voor iedere dag dat hij/zij in overtreding is, te betalen aan werkgever onverminderd het recht van werkgever om volledige schadevergoeding te vragen.
1.2. Met de invoering van de euro is in het personeelshandboek een gelijkluidend concurrentiebeding opgenomen, met dien verstande dat de boetes in euro’s vermeld staan.
Aan [werknemer] is het loon over mei niet uitbetaald. Evenmin heeft hij een eindafrekening ontvangen.
[werknemer] heeft omstreeks juni 2008 een arbeidsovereenkomst gesloten met Logic Vision B.V.
(Logic Vision). Logic Vision richt zich voor een deel op dezelfde markt als Lodder met soortgelijke producten.
De vordering in conventie
2.1 [werknemer] vordert thans bij voorlopige voorziening, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Primair het in de schriftelijke arbeidsovereenkomst van 1 maart 2000 en het personeelshandboek opgenomen concurrentiebeding en het daaraan gekoppelde boetebeding(en), met ingang van 1 juni 2008 te vernietigen, c.q. te schorsen c.q. te bepalen dat Lodder Applicaties zich niet op het concurrentiebeding mag beroepen indien [werknemer] in dienst treedt bij Logic Vision zolang hij daar werkzaam zal zijn en zonder dat [werknemer] enigerlei dwangsom verschuldigd zal zijn tot daarover in de hoofdzaak is beslist,
Subsidiair, kort gezegd, het boetebeding te matigen, meer subsidiair Lodder Applicaties te veroordelen een vergoeding ex 7:653 lid 4 BW te betalen ad € 3.600,- bruto per maand plus 8 % vakantiegeld voor elke maand dat [werknemer] niet in dienst kan treden bij Logic Vision.
[werknemer] heeft voorts nog gevorderd Lodder Applicaties te veroordelen om binnen 2 dagen na betekening van het vonnis het loon over de maand mei 2008 en een deugdelijke afrekening te voldoen, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente en Lodder Applicaties te veroordelen in de proceskosten.
2.2. Ter adstructie van zijn vorderingen heeft [werknemer] het navolgende aangevoerd.
[werknemer] stelt dat er geen sprake is van een schriftelijk overeengekomen concurrentiebeding.
[werknemer] voert daartoe aan dat hij voor de latere versies van het personeelshandboek nimmer heeft getekend en dat het beding opnieuw overeengekomen moest worden, toen zijn functie ingrijpend wijzigde per 1 maart 2002 en het beding na de functiewijziging zwaarder is gaan drukken omdat hij de meer verantwoordelijke functie van consultant kreeg, er sprake was van een belangrijke wijziging in het takenpakket, verantwoordelijkheden en bevoegdheid, het loon hoger werd en het functieniveau werd gewijzigd.
2.3. Zo er sprake is van een concurrentiebeding, dan meent [werknemer] dat Lodder Applicaties geen gerechtvaardigd belang bij handhaving heeft. Daartoe voert hij aan dat Logic Vision en Lodder Applicaties geen concurrenten zijn, omdat Logic Vision zich slechts voor 20% richt op het segment waarin Lodder Applicaties voor 100% werkzaam is, terwijl Logic Vision met een ander softwarepakket werkt. [werknemer] wijst erop dat zijn indiensttreding bij Logic Vision niet het bedrijfsdebiet van Lodder Applicaties aantast. [werknemer] houdt zich niet bezig met de ontwikkeling van de software en verkoopt niets.
[werknemer] heeft aangevoerd dat de overstap voor hem een loon- en positieverbetering inhoudt. Hij gaat circa € 1.100,- bruto per maand meer verdienen, er zijn mogelijkheden om in deeltijd te werken en als consultant bij Logic Vision zal hij breder opgeleid en ingezet worden.
[werknemer] stelt dat hij niet over kennis beschikt waar Logic Vision niet over beschikt.
[werknemer] meent dat bij een belangenafweging hij in verhouding tot het te beschermen belang van Lodder Applicaties onbillijk wordt benadeeld. [werknemer] wijst er nog op dat een collega die bij Lodder Applicaties dezelfde werkzaamheden als hij verrichtte, maar die geen concurrentiebeding had, onlangs in dienst getreden is bij Logic Vision.
Het verweer in conventie
3.1. Lodder Applicaties heeft de conventionele vordering gemotiveerd bestreden.
Lodder Applicaties betwist dat de functie die [werknemer] bij haar bekleedde in 2002 ingrijpend gewijzigd is. Volgens haar is er sprake van een natuurlijke groei van een medewerker klantenondersteuning die in de binnendienst (telefonisch) ondersteuning biedt naar een medewerker die dezelfde ondersteuning biedt, maar ook bij de klant installeert. Lodder Applicaties betwist dat het loon van [werknemer] substantieel is gewijzigd per 1 maart 2002 of later.
Lodder Applicaties heeft betoogd dat Logic Vision haar grootste concurrent is.
Lodder Applicaties voert aan dat [werknemer] kennis heeft van alle klantinformatie van Lodder Applicaties, de software, de marges en de sterke en zwakke punten in de gebruikte sofware.
Lodder Applicaties wijst erop dat [werknemer] ook bij haar zich verder kon ontwikkelen, meer vrij kon krijgen en dat hem, als hij zou blijven, een loonsverhoging in het vooruitzicht was gesteld .
Voor wat betreft het gevorderde loon (en de afrekening) beroept Lodder Applicaties zich op verrekening met haar reconventionele vordering.
De vordering in reconventie
4. In reconventie vordert Lodder Applicaties [werknemer] te veroordelen binnen 24 uur na betekening van het vonnis het non-concurrentiebeding na te komen op straffe van een dwangsom van € 454,50 per dag; [werknemer] te veroordelen om binnen 24 uur na het ten deze te wijzen vonnis een voorschot te betalen op de inmiddels verschuldigde boetes uit hoofde van het boetebeding opgenomen in het non-concurrentiebeding in artikel 11 van de arbeidsovereenkomst voor een bedrag van € 15.000,- en - kort gezegd - op straffe van een dwangsom [werknemer] te verbieden eerder dan 1 juni 2010 in dienst te treden bij Logic Vision.
Beoordeling van het geschil
in conventie en reconventie
5. Uit de door Lodder Applicaties overgelegde productie 1 blijkt dat partijen de schriftelijke arbeidsovereenkomst hebben getekend op 1 mei 2000. De kantonrechter gaat er vanuit dat daar waar [werknemer] spreekt over een schriftelijke arbeidsovereenkomst van 1 maart 2000 dit een kennelijke verschrijving is en bedoeld wordt de overeenkomst van 1 mei 2000. In de overeenkomst die getekend is op
1 mei 2000 waren partijen een non-concurrentiebeding overeengekomen. Dat beding gold nog steeds, zo is het voorlopige oordeel van de kantonrechter, op het moment dat [werknemer] uit dienst ging.
[werknemer] werkte op de afdeling ondersteuning en installatie. Binnen die afdeling is hij gegroeid van binnendienst medewerker naar buitendienst medewerker. Het komt de kantonrechter voor dat in een bodemprocedure niet geoordeeld zal worden dat [werknemer] een zodanige andere functie is gaan vervullen dat het non-concurrentiebeding opnieuw overeengekomen had moeten worden. Het beding is ook niet zwaarder gaan drukken. Immers, [werknemer] heeft zowel als ondersteuner alsook als installatiemedewerker of consultant zoals hij dat zelf noemt, dezelfde beperking, namelijk dat hij niet bij een bedrijf dat gelijk, gelijksoortig of aanverwant aan het bedrijf van Lodder Applicaties is, mag gaan werken.
Wellicht ten overvloede wordt overwogen dat gelet op het voorgaande thans geen oordeel behoeft te worden gegeven over de vraag of het beding opgenomen in een latere versie van het personeelshandboek tussen partijen geldt.
6. Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter kan Logic Vision beschouwd worden als een bedrijf waar het non-concurrentiebeding op doelt. Het moge zo zijn dat zij zich ook op andere gebieden begeeft, maar het leveren van software voor de administratieve ondersteuning van de productie – en financiële processen in de oliebranche, maakt haar op zijn minst een deels soortgelijk bedrijf.
7. Thans is aan de orde de vraag of Lodder Applicaties een gerechtvaardigd belang heeft [werknemer] aan het beding te houden, welk belang zwaarder moet wegen dan het belang van [werknemer].
[werknemer] heeft ten tijde van de mondelinge behandeling bescheiden getoond waaruit afgeleid kan worden dat bij Logic Vision hem een substantiële loonsverhoging en dus positieverbetering te wachten staat.
Het staat tussen partijen vast dat [werknemer] bij Lodder Applicaties geen verkoopactiviteiten had en evenmin betrokken was bij de ontwikkeling van het product. Hij kent het product, het softwarepakket, maar Logic Vision heeft een ander softwarepakket. Lodder Applicaties heeft erkend dat [werknemer] geen bijzondere band met bepaalde klanten had: alle medewerkers bedienen alle klanten. Dat betekent dat de ex-collega die reeds bij Logic Vision in dienst is getreden, in grote lijnen over dezelfde kennis over Lodder Applicaties als [werknemer] beschikt. Dat [werknemer] meer ervaren is, doet daar niet aan af. Zo zij daar al behoefte aan heeft, beschikt Logic Vision dus al over de klantinformatie, de kennis van de marges en de sterke en zwakke punten van het product van Lodder Applicaties. [werknemer] bezit nuttige kennis over accijnswetgeving, zo betoogt Lodder Applicaties, doch het komt de kantonrechter voor dat die kennis ook bij Logic Vision aanwezig zal zijn, omdat zij een soortgelijk product als dat van Lodder Applicaties verkoopt, nog daargelaten dat die kennis niet tot het bedrijfsdebiet van Lodder Applicaties behoort.
Alles overziende komt de kantonrechter voorshands tot de conclusie dat Lodder Applicaties vooral een ervaren kracht aan zich wil binden, doch daarvoor mag een non-concurrentiebeding niet bedoeld zijn, nu niet gesteld of gebleken is dat Lodder Applicaties bijzonder in [werknemer] heeft geïnvesteerd. Naar het voorlopige oordeel van de kantonrechter zal in een bodemprocedure geoordeeld worden dat het belang van [werknemer] zwaarder dient te wegen, dan dat van Lodder Applicaties. De werking van het concurrentiebeding zal dan ook geschorst worden. Van vernietiging kan gelet op de aard van de onderhavige procedure, geen sprake zijn.
8. [werknemer] heeft gesteld dat hij weliswaar met Logic Vision een arbeidsovereenkomst heeft getekend, maar dat hij tot op heden nog niet werkzaam is geweest voor dat bedrijf, juist vanwege het non-concurrentiebeding. Die stelling is door Lodder Applicaties niet weersproken.
Nu de werking van dat non-concurrentiebeding geschorst zal worden, leidt een en ander ertoe dat de reconventionele vorderingen van Lodder Applicaties zullen worden afgewezen.
9. De vordering betreffende het loon over mei 2008 zal worden toegewezen, nu Lodder Applicatie heeft erkend dat zij dat niet heeft voldaan en van verrekening geen sprake kan zijn.
De gevorderde wettelijke verhoging zal worden gematigd tot 10%.
10. Lodder Applicaties heeft nog niet afgerekend met [werknemer]. De kantonrechter gaat ervan uit dat [werknemer] bedoelt dat hij nog vakantiegeld en niet genoten vakantiedagen uitbetaald moet krijgen. Nu terzake geen concreet bedrag gevorderd wordt, zal dat onderdeel van de vordering in conventie niet worden toegewezen.
11. Lodder Applicaties zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure.
Beslissing
De kantonrechter:
treft navolgende voorziening:
in conventie en reconventie
veroordeelt Lodder Applicaties aan [werknemer] te betalen een bedrag van € 2.500,- bruto terzake het loon over mei 2008, vermeerderd met 10 procent wettelijke verhoging en de wettelijke rente vanaf 5 juni 2008 tot aan de dag van de voldoening;
schorst het in de tussen partijen gesloten schriftelijke arbeidsovereenkomst en het personeelshandboek opgenomen non-concurrentiebeding en de daaraan gekoppelde boetebedingen met ingang van heden;
veroordeelt Lodder Applicaties in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [werknemer] bepaald op:
aan explootkosten € 85,44
aan griffierecht € 201,00
aan loon gemachtigde € 300,00
totale kosten € 586,44;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.H. Kemp-Randewijk, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 juni 2008, in aanwezigheid van de griffier.