ECLI:NL:RBDOR:2008:BD0545
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervroegde onteigening en voorschot schadeloosstelling in het kader van de Onteigeningswet
In deze zaak heeft de Rechtbank Dordrecht op 23 april 2008 een tussenvonnis uitgesproken in het kader van een vervroegde onteigening. De eiser, de openbare rechtspersoon De Provincie Zuid-Holland, heeft de rechtbank verzocht om vervroegd de onteigening uit te spreken van bepaalde perceelsgedeelten in de gemeente Oud-Beijerland. De gedaagden, die niet verschenen zijn, zijn drie natuurlijke personen die eigendom hebben van de onroerende zaken die onteigend worden. De rechtbank heeft vastgesteld dat aan de wettelijke termijnen en formaliteiten is voldaan, en heeft de vordering tot vervroegde onteigening toegewezen. Tevens is er een deskundigenonderzoek bevolen ter begroting van de schadeloosstelling voor de gedaagden, aangezien de aangeboden schadeloosstelling door het verstek geacht moet worden te zijn verworpen.
De rechtbank heeft bepaald dat de gedaagden recht hebben op een voorschot op de schadeloosstelling ter grootte van eenderde van het totaal aangeboden bedrag van € 6.715,--. Dit voorschot zal aan ieder van de gedaagden worden uitgekeerd. De rechtbank heeft ook bepaald dat de eigendom van de onteigende onroerende zaak overgaat op de eiser, vrij van lasten en rechten, met uitzondering van het zakelijk recht ten behoeve van de gemeente Oud-Beijerland. De rechtbank heeft een rechter-commissaris benoemd om de opneming van de onteigende percelen te begeleiden en heeft de publicatie van het vonnis in het dagblad 'AD De Dordtenaar' bevolen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de rechtbank heeft het meer of anders gevorderde afgewezen, met de beslissing om verdere beslissingen aan te houden tot een eindvonnis.