ECLI:NL:RBDOR:2007:BB6727

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
19 oktober 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
199681 HA 07-54
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens verandering in omstandigheden en onvoldoende re-integratie-inspanningen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Dordrecht op 19 oktober 2007 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Getronics PinkRoccade Nederland B.V. en een gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemer, aangeduid als [verweerder]. De werknemer, die sinds mei 2003 gedeeltelijk arbeidsongeschikt is, ontving naast zijn salaris een WAO-uitkering. De werkgever heeft verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst, omdat er geen passende functie meer voor de werknemer beschikbaar was. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er onvoldoende re-integratie-inspanningen zijn geleverd door zowel de werkgever als de werknemer. De werkgever had in 2005 al aangegeven dat er geen passende functies meer waren, maar heeft daarna geen adequate stappen ondernomen om de werknemer te re-integreren.

De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de werknemer geen verwijt kan worden gemaakt voor het ontbreken van passend werk en heeft daarom besloten dat de werknemer recht heeft op een redelijke vergoeding. De hoogte van deze vergoeding is vastgesteld op € 50.789,87 bruto, rekening houdend met het inkomen van de werknemer en de duur van het dienstverband. De kantonrechter heeft ook bepaald dat de werkgever de gelegenheid krijgt om het verzoek tot ontbinding in te trekken, maar als dit niet gebeurt, zal de arbeidsovereenkomst per 1 november 2007 worden ontbonden.

De uitspraak benadrukt het belang van re-integratie-inspanningen door werkgevers en de noodzaak om passende functies te blijven aanbieden aan werknemers die gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn. De beslissing is genomen in het kader van het civiele recht en onderstreept de verantwoordelijkheden van werkgevers in het re-integratieproces.

Uitspraak

RECHTBANK DORDRECHT
Sector kanton
Locatie Oud-Beijerland
Kenmerk 199681 HA 07-54
beschikking van de kantonrechter te Oud-Beijerland van 19 oktober 2007
inzake het verzoek van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Getronics PinkRoccade Nederland B.V., statutair gevestigd te Amsterdam, verzoekster,
gemachtigde: mr. E.A.V. van Dam, advocaat te Amsterdam,
tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met
[naam], wonende te [woonplaats], verweerder,
Gemachtigde: mr. I.T.A. Duijs van DAS Nederland.
Partijen worden hierna verder mede als Getronics en [verweerder] aangeduid.
Verloop van de procedure
De kantonrechter beslist op de volgende processtukken:
1. het verzoekschrift dat ter griffie is binnengekomen op 9 juli 2007;
2. het verweerschrift;
3. het proces-verbaal van de mondelinge behandeling;
4. de nadere akte zijdens verzoekster;
5. de nadere akte zijdens verweerder;
6. de antwoordaktes van beide partijen;
7. de overgelegde bescheiden.
Omschrijving van het geschil
Dde feiten
1.1. [verweerder], thans 53 jaar, is op 1 juni 1978 in dienst getreden bij de rechtvoorgangster van Getronics, PCM. Laatstelijk was hij werkzaam als System Operator. Zijn laatst genoten salaris bedraagt € 1.237,57, bruto per maand excl. emolumenten. Omdat [verweerder] sinds mei 2003 gedeeltelijk arbeidsongeschikt is, ontvangt hij naast zijn salaris nog een WAO-uitkering met klasse 55-65%.
[verweerder] heeft last van reumatische psoriasis.
1.2. Bij beschikking van 14 oktober 2004 oordeelde het UWV dat [verweerder] in staat moest zijn om gedurende 2 dagen per week passend werk te verrichten. [verweerder] heeft tegen die beslissing bezwaar aangetekend. In afwachting van het oordeel van het UWV op het bezwaar, hebben reïntegratie gesprekken plaats gevonden en is [verweerder] vanaf januari 2005 lichte werkzaamheden gaan verrichten.
Het bezwaar is ongegrond verklaard.
1.3. Met ingang van 1 mei 2005 is de standplaats van [verweerder] gewijzigd van Rotterdam naar Apeldoorn en is de arbeidsovereenkomst aangepast aan het arbeidsongeschiktheid percentage. Daartoe werd de omvang van de dienstbetrekking teruggebracht tot 16 uur per week.
1.4. Eind 2005 hebben partijen onderhandeld over een beëindigingvergoeding, doch geen overeenstemming werd bereikt. Ook in 2007 is nog tevergeefs getracht een minnelijke regeling te treffen.
1.5. Naar aanleiding van hetgeen door [verweerder] in zijn verweerschrift en ten tijde van de mondelinge behandeling werd gesteld, is een nadere rapportage gevraagd aan de arbeidsdeskundige van het UWV. Aanvankelijk heeft de deskundige aangegeven, dat hij niet kon rapporteren, omdat de communicatie met de werkgeefster niet tot stand gekomen was.
Nadat een nieuwe termijn is gegeven, heeft de deskundige alsnog gerapporteerd bij rapport van 21 september 2007. Daarin geeft hij aan, dat de vraagstelling van verzekerde ( = [verweerder]) was of de werkgever wel voldoende re-integratie-inspanningen heeft geleverd.
De arbeidsdeskundige heeft het navolgende geconcludeerd:
Gelet op het feit dat vanaf de 2e helft van 2006 geen concrete activiteiten in de richting van reïntegratie- inspanningen zijn aan te geven, geldt dat voor zowel werkgever als verzekerde te stellen is, dat er een relatief lange periode niet adequaat is omgegaan met de benodigde reïntegratie- inspanningen. Het gegeven dat ondanks het advies daartoe … om … het 2e spoor te bewandelen … geen actie is ondernomen, maakt bij een conclusie dat er volgens de werkgever intern geen duurzame mogelijkheden zouden zijn, dat sprake is van onvoldoende inspanningen. Dat een onjuiste interpretatie van de bedrijfsarts inzake de inzetbaarheid van verzekerde ook verwarring heeft veroorzaakt doet aan het ontbreken van de inspanningen richting 2e spoor niets af.
Geconcludeerd moet worden dat wellicht op grond van ook de verwachting dat op basis van wederzijds goedvinden met een regeling gekomen zou zijn tot een beëindiging van het dienstverband voor zowel verzekerde als ook de werkgever te stellen is, dat er gericht op de hervatting van verzekerde in hem passende arbeid of binnen de organisatie of elders op de arbeidsmarkt zeker onvoldoende inspanningen aan de orde zijn geweest.
Het verzoek
2.1. Getronics stelt dat al snel na mei 2005 bleek dat de reisafstand [woonplaats]- Apeldoorn voor [verweerder], ook in zijn eigen beleving, te belastend was. Volgens Getronics heeft zij toen door de arbodienst een analyse doen uitvoeren. Daar kwam uit dat er 2 mogelijkheden waren: voortzetting werk in Apeldoorn of zoeken naar een alternatieve functie in de buurt van zijn woonplaats. Aangezien verhuizen voor [verweerder] geen optie was, werd gezocht naar vervangende werkzaamheden dichter bij huis. Volgens Getronics was de conclusie van de arbeidsdeskundige in augustus 2005 dat binnen Getronics geen passende functies waren en dat theoretische inschakeling van een reïntegratiebureau in het kader van externe herplaatsing tot de mogelijkheden behoorde, maar dat de verwachting van de arbeiddeskundige was dat geen reïntegratie gerealiseerd zou kunnen worden.
2.2. Getronics wenst thans te komen tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, omdat zij geen passende functie voor [verweerder] voor handen heeft. Getronics meent dat zij zich voldoende heeft ingespannen om tot reïntegratie van [verweerder] te komen.
2.3. Aanvankelijk heeft zij zich bereid verklaard een vergoeding te betalen van
€ 40.000,-. Gedurende de procedure heeft zij, naar aanleiding van het verweer van [verweerder], erkend dat op [verweerder] het Sociaal Protocol bij overgang van medewerkers van PCM ICT naar PinkRoccade van toepassing is. Dat Protocol verwijst naar een Regeling arbeidsvoorwaarden bij arbeidsongeschiktheid PCM. Op basis van het Protocol zal voor medewerkers die per datum overgang reeds arbeidsongeschikt waren, hetgeen [verweerder] was, een individuele regeling worden afgesproken in de lijn met de bestaande PCM –regeling. Uitgaande van een ontbinding per 1 oktober 2007 zou [verweerder] over de periode daaraan voorafgaande op basis van de PCM-regeling nog recht hebben op een bedrag van
€ 2.726,63 bruto, aldus Getronics. Over de periode vanaf 1 oktober 2007, ervan uitgaande dat [verweerder] arbeidsongeschikt blijft, zou [verweerder] dan € 21.813,04 bruto ontvangen. Getronics is bereid beide bedragen als lumpsum te voldoen, waarbij zij dan eventuele toekomstige arbeidsgeschiktheid buiten beschouwing laat. Getronics meent dat er dan wel aanleiding is bij de bepaling van de hoogte van de beëindigingvergoeding rekening te houden met de alsnog toegekende bedragen. Getronics meent, dat, nu eerst in de loop van de procedure het feit dat de PCM-regeling op [verweerder] van toepassing is, aan het licht is gekomen, zij gelet op deze nieuwe omstandigheden niet gehouden kan worden aan het aanbod van betaling van €40.000,-.
2.4. Getronics heeft er ook nog op gewezen, dat zij, volgens haar, tot op heden onverplicht de ploegentoeslag van [verweerder] volledig doorbetaalt. Op basis van de overgangsregeling van PCM naar PinkRoccade zou die toeslag vanaf 1 februari 2005 zijn afgebouwd.
Het verweer
3.1. [verweerder] heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Hij stelt zich op het standpunt dat Getronics onvoldoende heeft onderzocht of er binnen haar organisatie passend werk voor hem voor handen is. Voorts heeft Getronics nagelaten een extern reïntegratietraject op te starten.
3.2. Subsidiair heeft [verweerder] aangegeven niet akkoord te kunnen gaan met de door Getronics aangeboden vergoeding. Hij heeft betoogd dat Getronics ten onrechte uitgaat van een arbeidsbetrekking van 16 uur. Hij stelt niet te hebben ingestemd met een gedeeltelijk ontslag in mei 2005. In dit verband, ofschoon niet ter zake doende in deze procedure, meent [verweerder] dan ook, dat ook de aangeboden aanvulling, van de uitkering te laag is.
3.3. [verweerder] stelt dat met correctiefactor C=1,5 rekening dient te worden gehouden omdat Getronics ten aanzien van zijn reïntegratie steken heeft laten vallen.
3.4. Tot slot verzoekt [verweerder] bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding rekening te houden met de fictieve opzegtermijn.
Beoordeling het verzoek
4. De nadere rapportage van de arbeidsdeskundige werd in de eerste plaats wenselijk geacht, omdat [verweerder] zich ten tijde van de mondelinge behandeling uitdrukkelijk op het standpunt stelde, dat er ook thans nog binnen Getronics voor hem een passende functie voorhanden moest zijn. Anders dan Getronics meent, dient zulks thans nog onderzocht te worden, ook al heeft het UWV haar in 2005 geen sanctie opgelegd wegens onvoldoende re-integratie inspanningen. Immers het gaat thans om een passende functie voor het deel waarvoor ( in ieder geval) nog een arbeidsovereenkomst bestaat. Klaarblijkelijk heeft [verweerder] echter het standpunt dat er thans passende functies voor hem binnen Getronics aanwezig zijn, verlaten. Immers aan de deskundige werd namens hem "slechts" de vraag gesteld of Getronics voldoende aan haar reïntegratieverplichtingen heeft voldaan. Uit de rapportage van de arbeidsdeskundige is niet gebleken, dat er thans nog reële mogelijkheden voor [verweerder] zijn binnen Getronics. [verweerder] zelf heeft evenmin op concrete mogelijkheden kunnen wijzen. Volledig vanuit thuis werken is geen reële optie. Een en ander leidt tot de conclusie dat voldoende vaststaat, dat Getronics geen passende functie voor handen heeft. Derhalve is de kantonrechter voornemens het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens verandering in de omstandigheden, daaruit bestaande dat er voor [verweerder] geen passende functie voorhanden is, toe te wijzen.
5. Gelet op het feit dat in ieder geval [verweerder] geen verwijt kan worden gemaakt aangaande het gegeven dat Getronics geen passend werk meer voor hem voorhanden heeft, dient aan [verweerder] een redelijke vergoeding toegekend te worden.
6. Bij de bepaling van de hoogte van die vergoeding wordt met, behoudens de leeftijd en de duur van het dienstverband, de navolgende omstandigheden al dan niet rekening gehouden.
7. In het midden kan blijven of per 1 mei 2005 de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig in omvang is teruggebracht. Ook als die omvang formeel niet was teruggebracht, was de financiële situatie van [verweerder] niet anders geweest. Ook dan zou hij slechts loon voor 16 uur hebben ontvangen en voor de rest een WAO-uitkering. Die gedeeltelijke WAO- uitkering wordt niet minder door de beëindiging van dit dienstverband. Inmiddels is vast komen te staan dat [verweerder] recht heeft op aanvulling van zijn arbeidsongeschiktheid uitkering tot 65 jarige leeftijd. Het moge zo zijn dat partijen nog verschillen over de hoogte van die uitkering, doch de ontbinding is daarbij niet bepalend. Wanneer tussen partijen definitief, al dan niet via een gerechtelijke procedure, is vastgesteld hoe hoog die aanvulling is, wordt deze vanaf 1 mei 2005 tot 65 jaar uitbetaald, zolang [verweerder] arbeidsongeschikt blijft. Ook met betrekking tot die toelage kan dus niet gesteld worden dat [verweerder] door het ontslag in een slechtere positie komt.
8. Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding zal dan ook geen rekening worden gehouden met betalingen welke op grond van de verplichting tot aanvulling van de WAO-uitkering na ontbinding van de arbeidovereenkomst worden gedaan, nu ook bij voortduring van de overeenkomst [verweerder] recht had op die aanvulling en deze niets van doen heeft met de beëindiging. Het is geen bovenwettelijke uitkering op een werkloosheidsuitkering.
9. Met de ploegentoeslag die Getronics thans nog uitbetaalt, zal evenmin rekening worden gehouden, nu dit een aflopende regeling is, waarbij het overigens maar de vraag is of in dit verband thans nog van loon gesproken kan worden.
10. Thans rest nog de vraag of vanwege onvoldoende re-integratieverplichtingen aan de zijde van Getronics, de factor C hoger dan 1 gesteld dient te worden. De kantonrechter is niet dat oordeel toegedaan, nu blijkens de rapportage van de arbeidsdeskundige op dit punt beide partijen in gelijke mate verwijten zijn te maken.
11. Met de fictieve opzegtermijn zal geen rekening worden gehouden, nu het verzoek reeds in juli is ingediend en het voornemen er ligt de overeenkomst per 1 november 2007 te ontbinden, noch daargelaten dat slechts in uitzonderingsgevallen, waarvan hier geen sprake is, met die opzegtermijn rekening wordt gehouden bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding. 12. Het voorgaande betekent dat, uitgaande van een inkomen van € 1.336,58 bruto inclusief vakantietoeslag en 38 gewogen dienstjaren, een vergoeding van
€ 50.789,87 bruto billijk geacht wordt.
Beslissing
De kantonrechter:
stelt partijen in kennis van het voornemen de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden waarbij aan [verweerder] een vergoeding van € 50.789,87 bruto ten laste van Getronics wordt toegekend;
stelt Getronics in de gelegenheid tot en met 26 oktober 2007 het verzoek in te trekken.
in het geval Getronics van deze gelegenheid gebruikt maakt:
veroordeelt Getronics in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [verweerder] welke worden begroot op € 1500,- aan salaris gemachtigde;
In het geval Getronics niet van deze bevoegdheid gebruik maakt:
ontbindt de overeenkomst van partijen met ingang van 1 november 2007;
kent aan [verweerder] ten laste van Getronics een vergoeding toe van € 50.789,87 bruto;
verstaat dat het netto-equivalent van voormeld brutobedrag dient te zijn voldaan uiterlijk binnen twee weken nadat onherroepelijk is komen vast te staan dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen door deze beschikking is ontbonden;
compenseert de kosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beslissing is gegeven door mr. C.H. Kemp-Randewijk, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 oktober 2007, in aanwezigheid van de griffier.