ECLI:NL:RBDOR:2007:BA6841

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
4 juni 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
190416 BM VERZ 06-257
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot instelling van een mentorschap ten behoeve van een minderjarige met geestelijke beperkingen

In deze zaak heeft verzoekster verzocht om de instelling van een mentorschap voor haar zoon, die als gevolg van zijn geestelijke toestand niet in staat is zijn niet-vermogensrechtelijke belangen zelf te behartigen. Verzoekster heeft tevens verzocht om zichzelf en haar nieuwe partner als mentor te benoemen. De vader van de rechthebbende heeft echter bezwaar gemaakt tegen deze benoeming, omdat er geen directe communicatie tussen hem en verzoekster plaatsvindt en hij van mening is dat verzoekster de afspraken omtrent de omgangsregeling niet nakomt. De kantonrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren en zowel verzoekster, de rechthebbende als de vader gehoord. De rechter concludeert dat het niet in het belang van de rechthebbende is om verzoekster en haar nieuwe partner samen tot mentor te benoemen, noch om verzoekster alleen als mentor aan te stellen. Aangezien er geen andere onafhankelijke mentor is voorgesteld en de rechthebbende momenteel goede ondersteuning ontvangt in zijn woongroep, heeft de kantonrechter het verzoek tot benoeming van een mentor afgewezen. De beschikking is gegeven door mw. mr. C.H. Kemp-Randewijk en uitgesproken op 4 juni 2007.

Uitspraak

RECHTBANK DORDRECHT
Sector kanton
Locatie Oud-Beijerland
kenmerk: 190416 BM VERZ 06-257
beschikking van de kantonrechter te Oud-Beijerland van 4 juni 2007
inzake het verzoek van:
[naam],
wonende te [adres],
gemachtigde: mr. A.C. Turner,
tot instelling van een mentorschap ten behoeve van:
[naam],
geboren te [plaats] op [datum] 1989,
wonende te [adres].
Verloop van de procedure
De kantonrechter beslist op de volgende processtukken:
1. het verzoekschrift dat ter griffie is binnengekomen op 27 december 2006;
2. de aantekeningen van de griffier van de terechtzitting van 16 april 2007;
3. het verweerschrift van de heer [vader rechthebbende];
4. de aantekeningen van de griffier van de terechtzitting van 4 juni 2007;
5. de overgelegde producties.
De kantonrechter heeft de zaak ter terechtzitting met gesloten deuren behandeld en heeft verzoekster, [rechthebbende] en [vader rechthebbende] gehoord.
Omschrijving en beoordeling van het verzoek
Verzoekster heeft verzocht tot instelling van een mentorschap ten behoeve van haar zoon [rechthebbende], hierna te noemen ‘[rechthebbende]’ en voorts zichzelf en haar nieuwe partner de heer [nieuwe partner verzoekster] tot mentor te benoemen. Zij heeft daartoe aangevoerd dat [rechthebbende] als gevolg van zijn geestelijke toestand duurzaam niet in staat is ten volle zijn niet-vermogensrechtelijke belangen zelf behoorlijk waar te nemen. Daarnaast heeft zij aangevoerd dat er geen andere belanghebbenden zijn die omtrent dit verzoek kunnen worden gehoord.
Na de terechtzitting van 16 april 2007 is aan de heer [vader rechthebbende], vader van [rechthebbende], een kopie van het verzoekschrift toegestuurd en hem verzocht of hij zich met de benoeming kan verenigen. [vader rechthebbende] heeft tegen de benoeming van verzoekster tot mentor bezwaar gemaakt en heeft verzocht een onafhankelijke mentor te benoemen. Hij heeft daartoe aangevoerd dat tussen hem en verzoekster geen contact is, verzoekster de afspraken met betrekking tot de omgangsregeling moeizaam nakomt en zij hem niet op de hoogte houdt van de ontwikkelingen en het welzijn van [rechthebbende].
Gelet op hetgeen dat ter terechtzitting is aangevoerd moet worden afgeleid dat tussen verzoekster en [vader rechthebbende] niet rechtstreeks wordt gecommuniceerd en beiden ook nauwelijks bereid zijn daarin verandering te brengen, zodat het niet in het belang van [rechthebbende] is om verzoekster en [nieuwe partner verzoekster] samen te benoemen tot mentor en het evenmin in het belang van [rechthebbende] is om alleen verzoekster als mentor te benoemen. Nu geen andere onafhankelijke mentor is voorgesteld en [rechthebbende] op dit moment in zijn woongroep goede steun en begeleiding heeft, hetgeen door [vader rechthebbende] en verzoekster wordt onderschreven, zal de kantonrechter vooralsnog het verzoek tot benoeming van een mentor afwijzen.
Beslissing
De kantonrechter:
wijst het verzoek af,
Deze beschikking is gegeven door mw. mr. C.H. Kemp-Randewijk kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 juni 2007 in aanwezigheid van de griffier.
Verzonden op: