ECLI:NL:RBDOR:2007:AZ8272
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijkend huurbeding ten gunste van huurder met mogelijkheid tot tussentijdse opzegging
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Dordrecht op 1 februari 2007 uitspraak gedaan over een verzoek tot goedkeuring van een afwijkend huurbeding in een huurovereenkomst. De betrokken partijen zijn de besloten vennootschap Fortis Vastgoed B.V. als verhuurder en een huurder, die niet fysiek aanwezig was tijdens de zitting maar telefonisch vragen van de kantonrechter heeft beantwoord. De huurovereenkomst betreft een bedrijfsruimte in Dordrecht, met een initiële huurperiode van drie jaar, ingaande op 1 juli 2006, en de mogelijkheid tot verlenging voor aansluitende periodes van twee jaar en daarna telkens vijf jaar.
De partijen hebben verzocht om goedkeuring van een afwijkend beding dat de huurder de mogelijkheid biedt om de overeenkomst tussentijds op te zeggen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurder zich bewust is van de voorwaarden voor het uitoefenen van deze mogelijkheid en dat de huurbescherming van de huurder niet wezenlijk wordt aangetast door de voorgestelde bedingen. De huurder heeft verklaard de overeenkomst op deze manier te willen aangaan, ondanks andere mogelijke varianten.
De kantonrechter heeft de bedingen goedgekeurd op basis van artikel 7:291 juncto artikel 7:292 van het Burgerlijk Wetboek, waarbij is vastgesteld dat de afwijking van de wettelijke huurtermijn in het belang van de huurder is. De beslissing is genomen in het kader van de bescherming van de huurder, waarbij de kantonrechter concludeert dat de huurder voldoende geïnformeerd is over de gevolgen van de opzegtermijn en de voorwaarden van de overeenkomst. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier, en de beslissing is openbaar gemaakt.