ECLI:NL:RBDOR:2007:AZ7518
Rechtbank Dordrecht
- Raadkamer
- K.H.J. Puite
- F.J.P. Lock
- C.J. van der Wilt
- Rechtspraak.nl
Afwijzing beroep op uitzonderingsgrond Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden
Op 25 januari 2007 heeft de raadkamer van de Rechtbank Dordrecht uitspraak gedaan in een zaak betreffende een bezwaarschrift van een veroordeelde tegen het afnemen van celmateriaal voor DNA-onderzoek. De veroordeelde had op 11 december 2006 bezwaar ingediend tegen het bevel van de officier van justitie, dat op 30 november 2006 celmateriaal had afgenomen. De raadkamer heeft het bezwaarschrift op 10 januari 2007 in het openbaar behandeld, waarbij de veroordeelde, zijn raadsman en de officier van justitie zijn gehoord.
De raadkamer heeft vastgesteld dat het bezwaar tijdig was ingediend, binnen de termijn van veertien dagen na de afname van het celmateriaal. De beoordeling van het bezwaarschrift richtte zich op de vraag of de uitzondering van artikel 2, lid 1 onder b van de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden van toepassing was. De raadsman voerde aan dat de veroordeelde een first offender was en dat er geen aanleiding was om aan te nemen dat hij in de toekomst een strafbaar feit zou plegen.
De raadkamer oordeelde echter dat, gezien de ingeschatte recidivekans door de Reclassering Nederland, het niet zeer onaannemelijk was dat de veroordeelde in de toekomst wederom een strafbaar feit zou begaan waarvoor DNA-onderzoek van belang kan zijn. Daarom werd het bezwaarschrift ongegrond verklaard. De uitspraak werd gedaan door mr. K.H.J. Puite als voorzitter, samen met mr. drs. F.J.P. Lock en mr. dr. C.J. van der Wilt, in aanwezigheid van griffier mr. K. van de Kamp.