Omschrijving van het geschil
1. Tussen partijen staat het volgende vast.
Aqurance is een bedrijf dat is gespecialiseerd in het opleiden en detacheren van assurantiemedewerkers.
[gedaagde] heeft met Aqurance een overeenkomst gesloten voor de duur van 16 maanden, waarvan de eerste 4 maanden bestaan uit 2 maanden opleiding en 2 maanden stage, gevolgd door een arbeidsovereenkomst van 12 maanden. Gedurende die 12 maanden werd [gedaagde] gedetacheerd (via Akkermans en Partners) bij AEGON. De overeenkomst ving aan op 2 augustus 2004. De eigenlijke arbeidsovereenkomst ving dus aan op 2 december 2004.
In de overeenkomst wordt een onderscheid gemaakt tussen de delen A en B.
In hoofdstuk B (arbeidsovereenkomst) staat o.m.
Art 18:
Deze overeenkomst kan niet tussentijds worden opgezegd. Indien de (aspirant) werknemer deze arbeidsovereenkomst desondanks voor het verstrijken van de overeengekomen duur verbreekt of doet eindigen, of feitelijk niet langer nakomt, anders dan door ziekte of ongeval, verplicht de (aspirant) werknemer zich de gemaakte opleidingskosten ad € 5436,- onmiddellijk aan Aqurance te vergoeden. Per gewerkte maand gedurende de detacheringperiode wordt dit bedrag verminderd met € 453, zodat aan het einde van de arbeidsovereenkomst deze verplichting is opgeheven. Hiernaast heeft Aqurance het recht volledige schadevergoeding of de wettelijke (gefixeerde) schadevergoeding te vorderen.
[gedaagde] heeft bij brief van 3 augustus 2005 de overeenkomst per 1 september 2005 opgezegd.
Aegon heeft [gedaagde] op 4 augustus 2005 naar huis gestuurd, omdat zij, naar haar zeggen, over diens werkhouding niet meer tevreden was.
Afgesproken was dat [gedaagde] tot 30 oktober 2005 bij AEGON gedetacheerd zou blijven.
2. Aqurance stelt dat [gedaagde], nadat hij de kennismakings- en selectieprocedure van in totaal 3 gesprekken heeft doorlopen, de litigieuze arbeidsovereenkomst heeft getekend. Aqurance wenst hem dan ook onverkort te houden aan hetgeen is overeengekomen. Aqurance stelt dat [gedaagde], ondanks het feit dat hij op de consequenties ervan is gewezen, tekort schiet in de nakoming van de overeenkomst, door deze voortijdig te beëindigen. Aqurance vordert vergoeding van de schade die zij lijdt. Zij stelt dat zij schade lijdt als gevolg van het feit dat AEGON niet meer gebruik wenste te maken van de diensten van [gedaagde] voor de maand augustus 2005. Die schade bedraagt volgens Aqurance 23 werkdagen maal € 35,-per uur, zijnde € 6.440,- plus kosten lease-auto € 713,70, minus uitgespaard loon is € 5425,70. Daarnaast, zo stelt Aqurance zou [gedaagde] nog 3 maanden is 65 werkdagen bij AEGON gedetacheerd zijn geweest zodat zij daardoor aan schade wegens onregelmatige opzegging lijdt € 18.200,- minus de loonkosten is € 5.790,-, en minus uitgespaarde leasekosten ad € 1.950,- is derhalve € 10.460,-Voorts dient [gedaagde] op grond van art. 18 van de arbeidsovereenkomst volgens Aqurance terzake studiekosten terug te betalen € 1.812,-. [gedaagde] heeft ook nog 44 uur teveel aan vakantie opgenomen, zodat Aqurance ten gevolge daarvan vordert € 411,23, bruto. Primair vordert Aqurance het totaal van genoemde bedragen zijnde € 18.109,23-. Subsidiair vordert zij de schade over augustus, de gefixeerde schadevergoeding, de opleidingskosten en de teveel genoten vakantie-uren, zijnde in totaal € 12.833,23. Daarnaast vordert Aqurance nog € 928,80 terzake buitengerechtelijke kosten.
3. [gedaagde] heeft de vorderingen gemotiveerd betwist.
Hij heeft aangevoerd dat de overeenkomst destijds onder druk van eiseres tot stand is gekomen en hij geen gelegenheid kreeg het contract rustig na te lezen. De consequenties van het contract waren voor hem niet duidelijk. Volgens [gedaagde] maakt Aqurance misbruik van de omstandigheden. [gedaagde] wilde bij Aqurance weg toen hij concreet uitzicht had op ander werk, omdat het werk dat hij deed, niet aansloot bij de opleiding. Volgens [gedaagde] leed hij hier zo onder dat hij professionele hulp moest zoeken. [gedaagde] meent dat hij op 3 augustus 2005 ten onrechte en om onduidelijke redenen op non-actief is gesteld. Hij wijst erop dat hij aangaande het vermeende disfunctioneren ook niet gewaarschuwd is. [gedaagde] betwist de hoogte van het gevorderde bedrag der studiekosten. Hij wijst er in dit verband op dat het verouderd materiaal betrof en men hem al had aangegeven niet onwelwillend te staan tegen een voortijdig vertrek per 1 oktober 2005. Met betrekking tot de kosten van de lease-auto stelt [gedaagde] dat hij de auto van een ander bereed.
[gedaagde] betwist de hoogte van het gevorderde bedrag en wijst er in dat verband weer op dat Aqurance in principe aanvankelijk niet onwelwillend stond tegenover een vertrek per 1 oktober 2005. [gedaagde] wijst ook op het uitgespaarde loon.
[gedaagde] doet een beroep op de matigingsbevoegdheid van de kantonrechter. Ook verzoekt hij, indien hij iets zal dienen te betalen, dat in termijnen te mogen doen.
Tenslotte betwist [gedaagde] dat hij meer dagen heeft opgenomen dan waar hij recht op had en wijst erop dat hij in april 9 overuren heeft gemaakt met 30% opslag, welk bedrag niet is uitbetaald en dat hij in augustus 2005 ook nog gewerkt heeft.