ECLI:NL:RBDOR:2006:AV7034

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
6 februari 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
167592 CV EXPL 05-879
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadeplichtigheid werknemer bij voortijdige opzegging arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Dordrecht op 6 februari 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen Aqurance B.V. en een werknemer, aangeduid als [gedaagde]. De werknemer had een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met Aqurance, die niet tussentijds kon worden opgezegd. Desondanks heeft de werknemer de overeenkomst opgezegd, wat leidde tot een vordering van Aqurance voor schadevergoeding. Aqurance vorderde zowel de werkelijke schade als gefixeerde schadevergoeding, en daarnaast terugbetaling van studiekosten en kosten voor teveel opgenomen vakantie-uren.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werknemer schadeplichtig is, omdat hij de overeenkomst heeft opgezegd tegen een eerdere datum dan overeengekomen. Het verweer van de werknemer dat hij onder druk heeft getekend en de consequenties niet begreep, werd verworpen. De kantonrechter oordeelde dat de werknemer zich had moeten informeren over de inhoud van de overeenkomst en dat er geen eerdere klachten waren geuit over de werkrelatie.

Aqurance heeft ervoor gekozen om primair de werkelijke schade te vorderen, die door de kantonrechter nog bewezen moet worden. De kantonrechter heeft ook overwogen dat de werknemer recht had op een redelijke vergoeding voor de studiekosten, maar dat deze beperkt was tot een deel van de kosten, omdat de overeenkomst was geëindigd. De zaak is uiteindelijk ter comparitie in der minne geregeld, waarbij de werknemer akkoord ging met een betaling van € 6.000,-- in twee termijnen van € 3.000,--.

De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van werknemers bij het aangaan van arbeidsovereenkomsten en de gevolgen van voortijdige opzegging, evenals de mogelijkheid voor werkgevers om schadevergoeding te vorderen in dergelijke situaties.

Uitspraak

RECHTBANK DORDRECHT
Sector kanton
Locatie Oud-Beijerland
kenmerk: 167592 CV EXPL 05-879
vonnis van de kantonrechter te Oud-Beijerland van 6 februari 2006
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Aqurance B.V., statutair gevestigd te Baarn en kantoorhoudende te Gorinchem, eiseres, gemachtigde mr. R.M. Vermaire, advocaat te Utrecht.
tegen:
[…], wonende te […], gedaagde, gemachtigde mr. T.Demirci van DAS rechtsbijstand
Partijen worden aangeduid als Aqurance en [gedaagde].
Verloop van de procedure
De kantonrechter wijst vonnis op de volgende processtukken:
1. de dagvaarding van 16 september 2005;
2. de conclusie van antwoord;
3. de conclusie van repliek, tevens akte wijziging eis;
4. de conclusie van dupliek;
5. de overgelegde producties.
Omschrijving van het geschil
1. Tussen partijen staat het volgende vast.
Aqurance is een bedrijf dat is gespecialiseerd in het opleiden en detacheren van assurantiemedewerkers.
[gedaagde] heeft met Aqurance een overeenkomst gesloten voor de duur van 16 maanden, waarvan de eerste 4 maanden bestaan uit 2 maanden opleiding en 2 maanden stage, gevolgd door een arbeidsovereenkomst van 12 maanden. Gedurende die 12 maanden werd [gedaagde] gedetacheerd (via Akkermans en Partners) bij AEGON. De overeenkomst ving aan op 2 augustus 2004. De eigenlijke arbeidsovereenkomst ving dus aan op 2 december 2004.
In de overeenkomst wordt een onderscheid gemaakt tussen de delen A en B.
In hoofdstuk B (arbeidsovereenkomst) staat o.m.
Art 18:
Deze overeenkomst kan niet tussentijds worden opgezegd. Indien de (aspirant) werknemer deze arbeidsovereenkomst desondanks voor het verstrijken van de overeengekomen duur verbreekt of doet eindigen, of feitelijk niet langer nakomt, anders dan door ziekte of ongeval, verplicht de (aspirant) werknemer zich de gemaakte opleidingskosten ad € 5436,- onmiddellijk aan Aqurance te vergoeden. Per gewerkte maand gedurende de detacheringperiode wordt dit bedrag verminderd met € 453, zodat aan het einde van de arbeidsovereenkomst deze verplichting is opgeheven. Hiernaast heeft Aqurance het recht volledige schadevergoeding of de wettelijke (gefixeerde) schadevergoeding te vorderen.
[gedaagde] heeft bij brief van 3 augustus 2005 de overeenkomst per 1 september 2005 opgezegd.
Aegon heeft [gedaagde] op 4 augustus 2005 naar huis gestuurd, omdat zij, naar haar zeggen, over diens werkhouding niet meer tevreden was.
Afgesproken was dat [gedaagde] tot 30 oktober 2005 bij AEGON gedetacheerd zou blijven.
2. Aqurance stelt dat [gedaagde], nadat hij de kennismakings- en selectieprocedure van in totaal 3 gesprekken heeft doorlopen, de litigieuze arbeidsovereenkomst heeft getekend. Aqurance wenst hem dan ook onverkort te houden aan hetgeen is overeengekomen. Aqurance stelt dat [gedaagde], ondanks het feit dat hij op de consequenties ervan is gewezen, tekort schiet in de nakoming van de overeenkomst, door deze voortijdig te beëindigen. Aqurance vordert vergoeding van de schade die zij lijdt. Zij stelt dat zij schade lijdt als gevolg van het feit dat AEGON niet meer gebruik wenste te maken van de diensten van [gedaagde] voor de maand augustus 2005. Die schade bedraagt volgens Aqurance 23 werkdagen maal € 35,-per uur, zijnde € 6.440,- plus kosten lease-auto € 713,70, minus uitgespaard loon is € 5425,70. Daarnaast, zo stelt Aqurance zou [gedaagde] nog 3 maanden is 65 werkdagen bij AEGON gedetacheerd zijn geweest zodat zij daardoor aan schade wegens onregelmatige opzegging lijdt € 18.200,- minus de loonkosten is € 5.790,-, en minus uitgespaarde leasekosten ad € 1.950,- is derhalve € 10.460,-Voorts dient [gedaagde] op grond van art. 18 van de arbeidsovereenkomst volgens Aqurance terzake studiekosten terug te betalen € 1.812,-. [gedaagde] heeft ook nog 44 uur teveel aan vakantie opgenomen, zodat Aqurance ten gevolge daarvan vordert € 411,23, bruto. Primair vordert Aqurance het totaal van genoemde bedragen zijnde € 18.109,23-. Subsidiair vordert zij de schade over augustus, de gefixeerde schadevergoeding, de opleidingskosten en de teveel genoten vakantie-uren, zijnde in totaal € 12.833,23. Daarnaast vordert Aqurance nog € 928,80 terzake buitengerechtelijke kosten.
3. [gedaagde] heeft de vorderingen gemotiveerd betwist.
Hij heeft aangevoerd dat de overeenkomst destijds onder druk van eiseres tot stand is gekomen en hij geen gelegenheid kreeg het contract rustig na te lezen. De consequenties van het contract waren voor hem niet duidelijk. Volgens [gedaagde] maakt Aqurance misbruik van de omstandigheden. [gedaagde] wilde bij Aqurance weg toen hij concreet uitzicht had op ander werk, omdat het werk dat hij deed, niet aansloot bij de opleiding. Volgens [gedaagde] leed hij hier zo onder dat hij professionele hulp moest zoeken. [gedaagde] meent dat hij op 3 augustus 2005 ten onrechte en om onduidelijke redenen op non-actief is gesteld. Hij wijst erop dat hij aangaande het vermeende disfunctioneren ook niet gewaarschuwd is. [gedaagde] betwist de hoogte van het gevorderde bedrag der studiekosten. Hij wijst er in dit verband op dat het verouderd materiaal betrof en men hem al had aangegeven niet onwelwillend te staan tegen een voortijdig vertrek per 1 oktober 2005. Met betrekking tot de kosten van de lease-auto stelt [gedaagde] dat hij de auto van een ander bereed.
[gedaagde] betwist de hoogte van het gevorderde bedrag en wijst er in dat verband weer op dat Aqurance in principe aanvankelijk niet onwelwillend stond tegenover een vertrek per 1 oktober 2005. [gedaagde] wijst ook op het uitgespaarde loon.
[gedaagde] doet een beroep op de matigingsbevoegdheid van de kantonrechter. Ook verzoekt hij, indien hij iets zal dienen te betalen, dat in termijnen te mogen doen.
Tenslotte betwist [gedaagde] dat hij meer dagen heeft opgenomen dan waar hij recht op had en wijst erop dat hij in april 9 overuren heeft gemaakt met 30% opslag, welk bedrag niet is uitbetaald en dat hij in augustus 2005 ook nog gewerkt heeft.
Beoordeling van het geschil
4. Krachtens artikel 7:677 lid 2 BW is de partij die opzegt tegen een eerdere dag dan tussen partijen geldt, schadeplichtig.
[gedaagde] heeft opgezegd tegen een eerdere dag dan tussen partijen was overeengekomen en is dus in principe schadeplichtig.
Het verweer dat hij bij het tekenen van het contract die implicatie niet had begrepen, wordt gepasseerd. Aqurance heeft onbetwist gesteld dat voorafgaande aan het moment van aangaan van de arbeidsovereenkomst tussen partijen een aantal gesprekken hebben plaats gevonden. Het was aan [gedaagde] zich op de hoogte te stellen. Overigens is een dergelijk contract niet exceptioneel. [gedaagde] heeft nog betoogd dat hij niet tevreden was over de relatie. Niet is gesteld of gebleken dat hij eerder jegens Aqurance klachten had geuit, laat staan dan die klachten terecht waren. Dat verweer wordt dan eveneens gepasseerd. Wellicht ten overvloede wordt er nog op gewezen dat [gedaagde] ook aan de kantonrechter ontbinding wegens gewichtige reden had kunnen verzoeken. Het ligt niet voor de hand dat er dan een hoge vergoeding ten laste van [gedaagde] was bepaald.
5. Aqurance kan kiezen uit de gefixeerde schadevergoeding of de werkelijke schade.
De gefixeerde schadevergoeding bedraagt naar het oordeel van de kantonrechter dan bruto 3 maandsalarissen. Aan Aqurance kan worden toegegeven dat dit bedrag niet meer voor matiging vatbaar is.
6. Aqurance heeft ervoor gekozen primair de werkelijke schade te vorderen.
Zij stelt ( zo begrijpt de kantonrechter) dat zij in de maanden september tot en met november 2005 voor [gedaagde] nog per gewerkt uur € 35,- zou kunnen declareren. Daar zou aan kosten afmoeten € 9,35, bruto, zijnde het uurloon dat Aqurance aan [gedaagde] betaalde en hetgeen men voor het doorleasen van de auto heeft ontvangen.
[gedaagde] heeft de hoogte van het bedrag betwist. Vooralsnog staat niet vast dat Aqurance in de maanden september tot en met november nog € 35,- per uur bruto voor [gedaagde] kon maken. Los van de hoogte van het bedrag, staat vast dat AEGON [gedaagde] niet meer na 30 oktober 2005 kon gebruiken en niet is gesteld of gebleken dat Aqurance [gedaagde] voor die laatste periode nog daadwerkelijk tegen € 35.-, per uur kon detacheren.
Overigens komt het de kantonrechter voor dat, behoudens loonkosten, ook indirecte overheadkosten in mindering dienen te worden gebracht. Kortom, het voorgaande leidt ertoe dat Aqurance die werkelijke schade zal dienen te bewijzen.
7. Aqurance vordert voorts de schade die zij leidt als gevolg van het feit dat AEGON geen gebruik meer wenste te maken van de diensten van Aqurance. Die vordering kan gekwalificeerd worden als een vordering op grond van art 7:661 BW. Om schadeplichtig te zijn dient er sprake te zijn van opzet of bewuste roekeloosheid aan de zijde van [gedaagde]. Vooralsnog is daarvan niet gebleken. Aqurance zal zulks dan ook dienen te bewijzen.
In dit verband wordt overwogen dat [gedaagde] onmiddellijk nadat hij naar huis werd gestuurd bij AEGON zich beschikbaar heeft gehouden voor werk bij Aqurance. Aqurance had [gedaagde] dan ook, ter beperking van de schade, elders kunnen detacheren.
8. Aqurance vordert op basis van de overeenkomst studiekosten terug.
Vooreerst zij opgemerkt dat de overeenkomst is geëindigd per 1 september 2005, datum van opzegging door [gedaagde]. Dat betekent dat [gedaagde] dan hoogstens voor 3/12 van de studiekosten kan worden aangesproken.
[gedaagde] heeft de hoogte van het gevorderde bedrag betwist. Partijen hebben echter in de arbeidsovereenkomst die kosten vastgesteld op € 5.436,-, zodat daar vanuit gegaan wordt.
Dat betekent dat terzake studiekosten hoogstens € 1.359,- toewijsbaar is. Het verweer van [gedaagde] dat hoogstens slechts € 453,- verschuldigd is, omdat men in principe wel bereid was de arbeidsovereenkomst per 1 oktober 2005 te beëindigen, wordt gepasseerd. Immers zulks zou pas aan de orde komen als partijen inderdaad overeenstemming hadden bereikt over een eerdere beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
9. [gedaagde] heeft betwist dat hij teveel vakantieuren heeft genoten. Aqurance zal die stelling dan ook dienen te bewijzen. Blijkens de overgelegde bescheiden verschillen partijen over een vrije dag in mei (12/5). Daarnaast heeft [gedaagde] betoogd, en zulks blijkt ook wel uit de stellingen van Aqurance, dat hij in augustus 2005 geen salaris heeft ontvangen en wel nog 29 uur gewerkt. Ook overwerk zou niet verrekend zijn. Een en ander leidt ertoe dat ook op dit punt Aqurance wettig bewijs voor haar vordering zal dienen te leveren.
10. Alvorens een datum wordt bepaald voor getuigenverhoor, acht de kantonrechter het gewenst een comparitie van partijen te houden teneinde na te gaan of een regeling kan worden bereikt.
Beslissing
De kantonrechter:
gelast partijen, desgewenst vergezeld van hun gemachtigden, eiseres vertegenwoordigd door een persoon die bevoegd is schikkingen voor haar aan te gaan, zo deze tot stand mochten komen, te verschijnen voor de kantonrechter op maandag 13 maart 2006 te 15.00 uur, die zitting houdt in één der zalen van het bestuurscentrum te Oud-Beijerland aan de W. van Vlietstraat 6, voor het beproeven van een schikking;
houdt overigens iedere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.H.Kemp-Randewijk, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 februari 2006, in aanwezigheid van de griffier.