ECLI:NL:RBDOR:2006:AV0150

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
19 januari 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
11/700638-05
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in kinderpornografiezaak wegens gebrek aan bewijs van opzettelijk bezit

Op 19 januari 2006 heeft de Rechtbank Dordrecht uitspraak gedaan in de zaak tegen een 36-jarige man, die werd beschuldigd van het opzettelijk in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal. De rechtbank heeft vastgesteld dat op de harde schijf van de computer van de verdachte afbeeldingen van kinderporno waren aangetroffen, die hij via e-mail had ontvangen en vervolgens met de 'shift delete knop' had verwijderd. De afbeeldingen bevonden zich in een map met restsporen van gewiste bestanden, waardoor niet kon worden vastgesteld dat de verdachte deze bestanden op enig moment had opgeslagen.

De rechtbank oordeelde dat er geen bewijs was dat de verdachte opzettelijk de afbeeldingen had willen bezitten. De verdachte had verklaard dat hij de afbeeldingen had weggeklikt zodra hij zich bewust werd van de inhoud. De rechtbank concludeerde dat er geen aanwijzingen waren dat de verdachte wist dat de afbeeldingen in de 'Cache map' waren opgeslagen of dat hij over software beschikte om verwijderde bestanden toegankelijk te maken. De rechtbank verwierp ook het beroep van de verdediging op de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie, omdat de vordering binnen de wettelijke termijn was ingediend.

Uiteindelijk sprak de rechtbank de verdachte vrij van het ten laste gelegde, omdat niet bewezen kon worden dat hij opzettelijk in bezit was van de kinderpornografische afbeeldingen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. drs. T.F. van der Lugt, en de rechters mr. A. Hello en mr. C.J. van der Wilt, in aanwezigheid van griffier mr. C.C. de Koning.

Uitspraak

Tegenspraak
Parketnummer : 11/700638-05
Zittingsdatum : 5 januari 2006
Uitspraak : 19 januari 2006
VERKORT STRAFVONNIS
De rechtbank Dordrecht heeft op grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting vonnis gewezen in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [woonplaats].
De rechtbank heeft de processtukken gezien en kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen de verdediging naar voren
heeft gebracht.
1. De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen in de dagvaarding is omschreven. Een kopie van die dagvaarding is als bijlage 1 aan dit vonnis gehecht en maakt hiervan deel uit.
2. De voorvragen
2.1 De geldigheid van de dagvaarding
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke eisen voldoet en dus geldig is.
2.2 De bevoegdheid van de rechtbank
Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
2.3 De ontvankelijkheid van de officier van justitie
De raadsvrouw heeft gesteld dat het Openbaar Ministerie niet ontvankelijk dient te worden verklaard, nu volgens haar visie een termijn van 15 maanden tussen de afronding van het onderzoek en de dagvaarding van verdachte een overschrijding van de redelijke termijn met zich meebrengt.
Naar het oordeel van de rechtbank kan, nu de officier van justitie de vordering binnen twee jaren na de pleegdatum heeft ingediend, niet worden gesteld dat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 EVRM is geschonden.
Het beroep van de raadsvrouw op de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie wordt derhalve verworpen.
2.4 De schorsing van de vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing van de vervolging gebleken.
3. Het onderzoek ter terechtzitting
3.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft - het ten laste gelegde bewezen achtend - gevorderd overeenkomstig de als bijlage 2 aan dit vonnis gehechte vordering ter terechtzitting.
3.2 De verdediging
De verdediging heeft vrijspraak van het ten laste gelegde bepleit en voorts een strafmaatverweer gevoerd.
4. De bewijsbeslissingen
4.1 De vrijspraak
Naar het oordeel van de rechtbank is niet bewezen wat aan de verdachte ten laste is gelegd. Daartoe overweegt de rechtbank het volgende.
Bij onderzoek van de onder verdachte in beslag genomen harde schijf, behorend tot de personal computer van verdachte, is door de politie een aantal kinderpornografische afbeeldingen aangetroffen in de map eindigend op Cache/_Cache_002_.
Verdachte heeft met betrekking tot de op de harde schijf van zijn computer aangetroffen afbeeldingen van kinderporno zowel in het verhoor bij de politie als ter terechtzitting verklaard, dat hij de kinderpornografische afbeeldingen weliswaar online heeft geopend, nadat hij deze via de e-mail had ontvangen, maar dit steeds direct heeft weggeklikt c.q. weggegooid via de 'shift delete knop' nadat hij merkte dat het om kinderpornografisch materiaal ging. Verdachte heeft ten stelligste ontkend dat hij ooit bewust de ten laste gelegde afbeeldingen heeft gedownload, laat staan bewaard.
Verdachtes verklaring wordt ondersteund door het feit dat op de harde schijf geen door de gebruiker gemaakte 'mappen' zijn aangetroffen. Voorts stelt de rechtbank vast dat het kinderpornografisch materiaal uitsluitend is aangetroffen in de map eindigend op "Cache/_Cache_002_" (bevattende 'restsporen' van gewiste bestanden). De in deze map aangetroffen bestanden bevatten geen informatie zoals bestandsnaam, de datum waarop het bestand werd gemaakt, opgeslagen of verwijderd werd. Aan de hand van de bestandsinformatie kan aldus niet worden vastgesteld dat de aangetroffen bestanden (foto's) op enig moment door de verdachte opgeslagen zijn geweest en eerst na enige tijd zijn verwijderd.
Voorts kan naar het oordeel van de rechtbank geenszins uit het dossier worden afgeleid dat verdachte zich enigszins bewust was dat door hem bekeken kinderpornografische afbeeldingen via de "Cache map" werden opgeslagen. Uit het dossier blijkt evenmin dat verdachte de beschikking had over software waarmee de verwijderde bestanden in de "Cache map" voor de gewone computergebruiker toegankelijk konden worden gemaakt.
Het feit dat verdachte weliswaar heeft betaald om toegang te krijgen tot een kinderpornowebsite, doet aan het vorenoverwogene niets af, nu de website waar verdachte een betaling voor heeft gedaan, genaamd "Sunshine-Boys", een website betreft waarbij het gaat om jonge jongens welke betrokken zijn bij seksuele handelingen. Verdachte had, zo heeft hij ter terechtzitting verklaard, worstelend met zijn biseksualiteit, verwacht jonge, maar volwassen mannen te zien te krijgen. Verdachte heeft zijn lidmaatschap dan ook direct opgezegd, toen hij werd geconfronteerd met kinderpornografisch materiaal. Uit het feit dat de afbeeldingen die op de harde schijf van de computer van verdachte zijn aangetroffen, allen afbeeldingen betreffen waarbij minderjarige meisjes zijn betrokken, blijkt dat deze afbeeldingen niet afkomstig kunnen zijn van voornoemde website, dan wel dat verdachte niet had verwacht deze afbeeldingen op genoemde website aan te treffen.
De rechtbank overweegt voorts in de lijn van het arrest van het Gerechtshof te Arnhem d.d. 04 april 2005 (LJN AT9525) dat het in casu niet aannemelijk is dat verdachte de aangetroffen afbeeldingen (opzettelijk) heeft willen 'bezitten', in die zin dat hij er gedurende enige tijd de vrije beschikking over wenste te hebben. Het materiaal is hem op enig moment gepasseerd en hij heeft er vervolgens op de meest effectieve wijze die hem als min of meer gewoon computergebruiker ter beschikking stond van ontdaan. Er is geen aanleiding om te veronderstellen dat beide momenten zover uiteen hebben gelegen dat daarover anders geoordeeld zou moeten worden.
De verdachte zal dan ook worden vrijgesproken van het ten laste gelegde.
9. De beslissing
De rechtbank
verklaart niet bewezen wat aan de verdachte ten laste is gelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij;
Dit vonnis is gewezen door:
mr. drs. T.F. van der Lugt, voorzitter
mr. A. Hello en mr. dr. C.J. van der Wilt, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C.C. de Koning, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 19 januari 2006.
(Wegens afwezigheid is de griffier buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen)