ECLI:NL:RBDOR:2004:AO4058

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
18 februari 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
F 03/284
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van curator en rechter-commissaris in faillissementszaak

Op 18 februari 2004 heeft de Rechtbank Dordrecht uitspraak gedaan in een faillissementszaak met nummer 03/284. Het verzoek tot ontslag van de curator, mr. C.F.W.A. Hamm, en de rechter-commissaris, mr. P.G.J. de Heij, werd ingediend door de gefailleerde. De gefailleerde stelde dat er conflicterende belangen waren, aangezien mr. Hamm ook als schuldeiser optrad in een ander faillissement van een besloten vennootschap waar de gefailleerde bestuurder van was. Tijdens de zitting op 11 februari 2004 werd mr. Garretsen, de raadsman van de gefailleerde, gehoord, evenals de curator zelf. De curator verdedigde zijn positie door te stellen dat hij conform de wet had gehandeld en niet persoonlijk betrokken was bij het faillissement van de gefailleerde. De rechter-commissaris adviseerde om het verzoek tot ontslag van mr. Hamm af te wijzen, zolang er geen vooruitzicht was op uitbetaling aan concurrente crediteuren.

De rechtbank oordeelde echter dat, gezien de verklaring van de curator over mogelijke tegenstrijdige belangen, er voldoende redenen waren om mr. Hamm te ontslaan om zelfs maar de schijn van belangenverstrengeling te vermijden. Het verzoek tot ontslag van de rechter-commissaris werd afgewezen, omdat de rechtbank geen juridische gronden vond voor vervanging. De rechtbank besloot mr. P.G. Gilhuis aan te stellen als nieuwe curator in het faillissement. De beschikking werd uitgesproken door mr. P.W. van Baal in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Faillissementsnummer 03/284
Datum uitspraak: 18 februari 2004
RECHTBANK DORDRECHT
- beschikking ex artikel 73 Faillisessementswet -
Beschikking van de rechtbank Dordrecht, enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken.
Op 29 december 2003 is ter griffie van deze rechtbank een verzoek ingekomen van [gefailleerde], p/a [correspondentie-adres], strekkende tot ontslag van mr. C.F.W.A. Hamm, kantoorhoudende te Dordrecht en van mr. P.G.J. de Heij, lid van deze rechtbank, als curator respectievelijk rechter-commissaris in het op 16 december 2003 uitgesproken faillissement van [gefailleerde] voornoemd.
Het verzoek is behandeld ter terechtzitting van 11 februari 2004. Daarbij zijn gehoord [gefailleerde] voornoemd, de heer mr. P. Garretsen, raadsman van [gefailleerde] voornoemd en de heer mr. C.F.W.A. Hamm, curator.
Mr. Garretsen heeft aan het verzoek ten grondslag gelegd dat door de benoeming van mr. C.F.W.A. Hamm als curator in het faillissement conflicterende belangen spelen nu hij enerzijds als curator in het faillissement van de besloten vennootschap [gefailleerde vennootschap] en in het faillissement van [gefailleerde] voornoemd de belangen van de boedel dient te behartigen en hij anderzijds als schuldeiser optreedt in het faillissement van [gefailleerde] voornoemd. Mr. Garretsen acht mr. Hamm als curator in het faillissement van cliënte ongeschikt, daar hij zijn taak van onafhankelijke en/of onpartijdige toezichthouder niet objectief kan uitvoeren. Dit laatste ziet hij ook in de positie van de rechter- commissaris, gelet op diens beoordeling over handelingen van de curator, waartegen [gefailleerde] privé kan opkomen.
De curator heeft meegedeeld dat hij heeft gehandeld conform de wet en dat hij niet persoonlijk is betrokken bij het faillissement van [gefailleerde] privé. De boedel in het faillissement van de besloten vennootschap heeft een hoge vordering op de bestuurder [gefailleerde] vanwege diens onbehoorlijk bestuur in deze vennootschap. De rechtbank heeft [gefailleerde] hiervoor onlangs strafrechtelijk veroordeeld. Theoretisch gezien zou er eventueel sprake kunnen zijn van een tegenstrijdig belang, doch in de praktijk is dit niet aan de orde. De curator heeft evenwel meegedeeld zich te refereren aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank heeft meegedeeld dat de rechter-commissaris heeft geadviseerd het verzoek tot ontslag van mr. Hamm als curator af te wijzen zolang er geen vooruitzicht is dat aan concurrente crediteuren kan worden uitbetaald en daardoor verstrengeling van belangen is uitgesloten. Voor zijn vervanging acht de rechter-commissaris geen gronden aanwezig.
De rechtbank stelt vast dat nu de curator zelf heeft verklaard dat er mogelijk sprake is van een tegenstrijdig belang en zich refereert aan het oordeel van de rechtbank, zij voldoende termen aanwezig acht om de curator te vervangen teneinde zelfs maar de schijn van tegenstrijdige belangen te vermijden. Het verzoek tot vervanging van de rechter-commissaris vindt geen grond in het recht en de rechtbank zal [gefailleerde] dan ook niet-ontvankelijk verklaren in dit verzoek.
BESLISSING.
De rechtbank:
Ontslaat mr. C.F.W.A. Hamm als curator in het faillissement van [gefailleerde] voornoemd;
Stelt aan als curator in voormeld faillissement de heer mr. P.G. Gilhuis, advocaat en procureur te Dordrecht, postbus 907 (3300 AX);
Verklaart [gefailleerde] niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot ontslag van mr. P.G.J. de Heij als rechter-commissaris.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.W. van Baal, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 februari 2004 in tegenwoordigheid van de griffier.