ECLI:NL:RBDOR:2003:AN9002

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
17 juli 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
120302 CV EXPL 03-2123
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toepassing van bestuursdwang en de bevoegdheid van de kantonrechter in civiele procedures

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter te Dordrecht op 17 juli 2003, gaat het om een geschil tussen een publiekrechtelijke rechtspersoon, eiseres, en een gedaagde die zelf procedeert. Eiseres heeft op 10 augustus 2001 een voertuig van gedaagde laten wegslepen op basis van haar Marktverordening, waarbij gedaagde wordt aangesproken voor de kosten van het wegslepen, die in totaal € 259,40 bedragen. Gedaagde betwist de vordering en stelt dat er geen beschikking is afgegeven die de bestuursdwang rechtvaardigt. Hij stelt dat de kantonrechter niet bevoegd is om de bestuursrechtelijke maatregelen te beoordelen en dat hij niet in kennis is gesteld van een beschikking.

De kantonrechter oordeelt dat er geen bewijs is dat aan gedaagde een beschikking is afgegeven, wat essentieel is voor de rechtmatigheid van de bestuursdwang. De rechter benadrukt dat de toetsing van de rechtmatigheid van de beschikking niet tot zijn competentie behoort. De kantonrechter stelt eiseres in de gelegenheid om aan te tonen dat er een beschikking is afgegeven en dat de termijn om daartegen in beroep te gaan is verstreken. Indien dit niet kan worden aangetoond, zal de vordering worden afgewezen.

De zaak wordt verwezen naar een terechtzitting op 28 augustus 2003 voor verdere uitlating door eiseres. Dit vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier en is gebaseerd op verschillende processtukken, waaronder de dagvaarding en conclusies van partijen. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een correcte procedure bij de toepassing van bestuursdwang en de rol van de kantonrechter in civiele geschillen.

Uitspraak

RECHTBANK DORDRECHT
Kenmerk: 120302 CV EXPL.03-2123
Vonnis van de kantonrechter te Dordrecht van 17 juli 2003 in de zaak van:
de publiekrechtelijke rechtspersoon [...] zetelend te Dordrecht, eiseres,
tegen:
[gedaagde] die zelf procedeert.
Verloop van de procedure
De kantonrechter wijst vonnis op de volgende processtukken:
1. de dagvaarding van 31 maart 2003;
2. de conclusie van antwoord;
3. de conclusie van repliek;
4. de conclusie van dupliek;
5. de overgelegde producties.
Omschrijving van het geschil
1. Tussen partijen staat het volgende vast.
Gedaagde had op 9 augustus 2001 diens voertuig, gekentekend [...] geparkeerd op de [...] te [...]. Eiseres heeft dat voertuig op 10 augustus 2001, te 06.15 uur (voorafgaande aan de markt) laten wegslepen op grond van art. 4.7 van haar Marktverordening door automontagebedrijf De Heer. De wegsleepkosten beliepen € 198,64. Eiseres heeft gedaagde diverse malen tot betaling aangemaand. Betaling bleef uit.
2. Eiseres vordert voormeld bedrag van € 198,64, alsmede € 20,26 aan rente en € 40,50 aan buitengerechtelijke kosten, in totaal derhalve € 259,40.
Eiseres voert aan, dat men via bebording gewezen wordt op de wegsleepregeling tussen donderdag 21.00 uur en zaterdag 20.00 uur. Eiseres stelt op grond van art.4.7. Marktverordening bestuursdwang te hebben toegepast. Zij vordert de daadwerkelijk gemaakte kosten van gedaagde. Volgens eiseres is de kantonrechter daartoe bevoegd, nu volgens de wet en de jurisprudentie toegestaan is via de burgerlijke rechter de kosten voortvloeiende uit een bestuursrechtelijke maatregel te verhalen.
3. Gedaagde heeft de vordering gemotiveerd betwist. Hij stelt dat overtredingen van de verordening door de rechter getoetst moeten kunnen worden. Gedaagde stelt dat eiseres na de bestuurlijke maatregel de verkeerde procedure heeft gevolgd, zodat de kantonrechter niet bevoegd is bestuursrechtelijke maatregelen te beoordelen. Voorts heeft hij de hoogte van het gevorderde bedrag betwist. Een beschikking of proces-verbaal heeft hij, naar zijn stellingen, niet gekregen.
Beoordeling van het geschil
4. Uit de stellingen van partijen blijkt niet dat aan de toegepaste bestuursdwang een beschikking ten grondslag ligt. Uit niets is gebleken dat die beschikking genomen is, laat staan dat gedaagde daarvan in kennis is gesteld, zodat niet blijkt of hij in de gelegenheid is gesteld die beschikking door de bestuursrechter te laten toetsen. Weliswaar is de kantonrechter bevoegd te oordelen over de kosten, voortvloeiende uit de toegepaste bestuursdwang, doch dan moet de rechtmatigheid van die toepassing vaststaan. De toetsing van de rechtmatigheid van de beschikking op grond waarvan bestuursdwang is toegepast, behoort niet tot de competentie van de kantonrechter. Nu niet is gesteld of gebleken dat aan gedaagde een beschikking is uitgereikt, of ter kennisneming is verstrekt, waartegen bij de daartoe bevoegde rechter bezwaar gemaakt kan worden, wordt derhalve [eiseres] in de gelegenheid gesteld aan te tonen dat zij aan gedaagde een dergelijke beschikking, heeft afgegeven en dat de termijn om daartegen in beroep te gaan reeds verstreken is, zodat de onderhavige beschikking onherroepelijk is.
5. Reeds thans wordt overwogen, dat indien blijkt dat er geen beschikking aan gedaagde is afgegeven, c.q. gedaagde daarvan niet in kennis is gesteld, de onderhavige vordering wordt afgewezen, aangezien de vordering een voortvloeisel is uit toegepaste bestuursdwang welke niet rechtens getoetst kon worden.
Beslissing
De kantonrechter:
stelt eiseres in de gelegenheid om aan te tonen dat zij aan gedaagde een voormelde beschikking, heeft afgegeven en dat de termijn om daartegen in beroep te gaan reeds verstreken is, zodat de onderhavige beschikking onherroepelijk is;
eiseres wordt verzocht bij akte de voormelde beschikking waarbij jegens gedaagde bestuursdwang is uitgeoefend, in het geding te brengen
verwijst de zaak naar de terechtzitting van 28 augustus 2003 te 10.00 uur, voor uitlating eiseres, zoals hiervoor aangegeven;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door Mr.C.H.Kemp-Randewijk, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare te-rechtzit-ting van 17 juli 2003 in aanwezigheid van de grif-fier.