ECLI:NL:RBDOR:2003:AN9002
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing van bestuursdwang en de bevoegdheid van de kantonrechter in civiele procedures
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter te Dordrecht op 17 juli 2003, gaat het om een geschil tussen een publiekrechtelijke rechtspersoon, eiseres, en een gedaagde die zelf procedeert. Eiseres heeft op 10 augustus 2001 een voertuig van gedaagde laten wegslepen op basis van haar Marktverordening, waarbij gedaagde wordt aangesproken voor de kosten van het wegslepen, die in totaal € 259,40 bedragen. Gedaagde betwist de vordering en stelt dat er geen beschikking is afgegeven die de bestuursdwang rechtvaardigt. Hij stelt dat de kantonrechter niet bevoegd is om de bestuursrechtelijke maatregelen te beoordelen en dat hij niet in kennis is gesteld van een beschikking.
De kantonrechter oordeelt dat er geen bewijs is dat aan gedaagde een beschikking is afgegeven, wat essentieel is voor de rechtmatigheid van de bestuursdwang. De rechter benadrukt dat de toetsing van de rechtmatigheid van de beschikking niet tot zijn competentie behoort. De kantonrechter stelt eiseres in de gelegenheid om aan te tonen dat er een beschikking is afgegeven en dat de termijn om daartegen in beroep te gaan is verstreken. Indien dit niet kan worden aangetoond, zal de vordering worden afgewezen.
De zaak wordt verwezen naar een terechtzitting op 28 augustus 2003 voor verdere uitlating door eiseres. Dit vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier en is gebaseerd op verschillende processtukken, waaronder de dagvaarding en conclusies van partijen. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een correcte procedure bij de toepassing van bestuursdwang en de rol van de kantonrechter in civiele geschillen.