ECLI:NL:RBDHA:2025:9930
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen weigering verlenging begunstigingstermijn handhavingsbesluit flitsbezorging
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 30 mei 2025, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster, een B.V. uit Delft, behandeld. Verzoekster heeft een handhavingsbesluit ontvangen van het college van burgemeester en wethouders van Delft, waarin haar een last onder dwangsom is opgelegd vanwege het gebruik van haar pand voor flitsbezorging, wat in strijd is met het bestemmingsplan. Verzoekster heeft verzocht om verlenging van de begunstigingstermijn, maar dit verzoek is door verweerder afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelt dat er geen spoedeisend belang is, omdat verzoekster niet tijdig is begonnen met de uitvoering van de last onder dwangsom en er geen acute noodsituatie is. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af, maar verlengt de begunstigingstermijn tot één week na de uitspraak om te voorkomen dat verzoekster direct een dwangsom verbeurt. De uitspraak benadrukt dat enkel een financieel belang niet voldoende is voor spoedeisendheid en dat de belangenafweging door verweerder zorgvuldig is gemaakt.