Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.De procedure
2.De feiten
the Commercial Court of Zaporizhzhia Regionin Oekraïne (hierna: de rechtbank Zaporizja). In die procedure heeft Zhnyva op grond van onrechtmatige daad een vergoeding gevorderd van de schade die zij heeft geleden door het graanverlies. In deze procedure is de Russische Federatie niet verschenen. In een uitvoerig gemotiveerd verstekvonnis van 2 februari 2023 (hierna: het Rusland-vonnis) heeft de rechtbank Zaporizja de Russische Federatie veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding aan Zhnyva van UAH (Oekraïense Hryvnia) 3.812.140.896,11 en proceskosten van UAH 567.795,47, in totaal gelijk aan (op het moment van indiening van het verzoekschrift) ongeveer € 85 miljoen. De rechtbank Zaporizja heeft overwogen dat (delen van) voorraden in de graansilo’s zijn gestolen door vertegenwoordigers van de bezetters (
the occupation forces) dan wel zijn bedorven nadat Zhnyva als gevolg van de bezetting het beheer en de controle over de graansilo’s is verloren. De rechtbank Zaporizja oordeelde dat daarmee een inbreuk is gemaakt op het eigendomsrecht van Zhnyva en dat de Russische Federatie op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk is voor de als gevolg daarvan opgetreden schade. Ten aanzien van het recht op immuniteit van jurisdictie van de Russische Federatie oordeelde de rechtbank Zaporizja dat de Russische Federatie naar Oekraïens recht geen immuniteit geniet in gevallen waarin een vergoeding wordt gevorderd voor schade die is ontstaan als gevolg van de (militaire) agressie van de Russische Federatie tegen Oekraïense burgers, nu de Russische Federatie de soevereiniteit van Oekraïne heeft geschonden. Om die reden komt de Russische Federatie naar het oordeel van de rechtbank Zaporizja geen beroep op immuniteit van jurisdictie toe. De rechtbank Zaporizja oordeelde verder dat het respecteren van het recht op immuniteit van de Russische Federatie in strijd zou zijn met het recht op een eerlijk proces als bedoeld in artikel 6 lid 1 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en dat het handhaven van de immuniteit van de Russische Federatie onverenigbaar zou zijn met de internationale verplichtingen van Oekraïne inzake terrorismebestrijding.
In this case, the finding that the Defendants are alter-egos of the Russian State means that not only they are liable for the debt of the Russian State arising under the Decision on the Preliminary Issue, but that by virtue of being part of the Russian State, the Defendants are also part of the identity of the tortfeasor (…). For these purposes, it is entirely irrelevant whether or not the Defendants took an active – or any – part in the commission of the tort in question. (Just as if a tortfeasor was a physical person, it would have been irrelevant whether the tort was committed by that person’s left or right hand.)”
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
acta iure imperii) en niet wanneer hij op de voet van gelijkheid rechtsbetrekkingen is aangegaan met particulieren (
acte iure gestionis), waarvan sprake is als een staat als privaatrechtelijk rechtssubject deelneemt aan het rechtsverkeer. Bij
acta iure imperiigaat het om ‘typische overheidshandelingen’. Het onderscheid tussen
acta iure imperiien
acta iure gestionismoet worden gezocht in de aard van de handeling en niet het doel daarvan. [5]
acta iure imperii), komt de Russische Federatie die voor de civiele rechter van een vreemde staat hiervoor ter verantwoording wordt geroepen immuniteit van jurisdictie toe. Indien Zhnyva om erkenning en tenuitvoerlegging van het Rusland-vonnis had verzocht, had de rechtbank zich bij gebreke van rechtsmacht onbevoegd moeten verklaren.
- griffierecht € 160,00
- salaris advocaat € 1.228,00 (2 punten × tarief € 614,00)
- nakosten