ECLI:NL:RBDHA:2025:9772

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 mei 2025
Publicatiedatum
3 juni 2025
Zaaknummer
C/09/23/76
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) met schone lei voor mevrouw [naam 1] na voldoening van verplichtingen

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 19 mei 2025 uitspraak gedaan over de beëindiging van de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) voor mevrouw [naam 1]. Mevrouw [naam 1] was op 18 juli 2023 toegelaten tot de WSNP, waarbij mr.drs. J.C.A.T. Frima als rechter-commissaris en N. Pavljasevic als bewindvoerder waren benoemd. De looptijd van de WSNP eindigde op 18 januari 2025. De bewindvoerder heeft gerapporteerd dat mevrouw [naam 1] aan alle verplichtingen heeft voldaan, wat leidde tot het verzoek om een 'schone lei'. Tijdens de procedure werd echter door [naam 2], gerechtsdeurwaarder namens [bedrijfsnaam] B.V., aangegeven dat de huur van mevrouw [naam 1] niet volledig was betaald, wat resulteerde in een nieuwe schuld van € 474,21. De rechtbank heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de huurverhogingen niet tijdig waren verwerkt, waardoor mevrouw [naam 1] niet toerekenbaar tekort was geschoten in haar verplichtingen. De rechtbank besloot dat de schuldsaneringsregeling met een schone lei kon worden beëindigd, en stelde de vergoeding van de bewindvoerder vast op € 3.703,11, inclusief omzetbelasting. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 19 mei 2025.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANKDEN HAAG
Team Insolventies
insolventienummer: C/09/23/76 R
vonnis van 19 mei 2025
in de zaak van:
[naam 1]
geboren op [geboortedatum] 1961 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats] .
Waar deze zaak over gaat
Mevrouw [naam 1] zit in de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). De looptijd van die regeling is voorbij. De rechtbank beoordeelt nu of mevrouw [naam 1] aan de verplichtingen heeft voldaan die horen bij de WSNP. Als dat zo is wordt aan mevrouw [naam 1] de zogenoemde “schone lei” verleend. Dit betekent dat schuldeisers hun vorderingen ten aanzien waarvan de WSNP werkt niet meer op mevrouw [naam 1] kunnen verhalen.
De rechtbank zal aan mevrouw [naam 1] de schone lei verlenen. De rechtbank legt hierna uit waarom zij zo beslist.

1.Verloop van de procedure

1.1.
Mevrouw [naam 1] is op 18 juli 2023 toegelaten tot de WSNP. Daarbij is, voor het laatst, mr.drs. J.C.A.T. Frima tot rechter-commissaris en, voor het laatst, N. Pavljasevic te Barendrecht tot bewindvoerder benoemd.
1.2.
De looptijd is op 18 januari 2025 verstreken.
1.3.
De bewindvoerder heeft schriftelijk verslag uitgebracht over het verloop van de schuldsaneringsregeling. Uit dit verslag blijkt dat aan alle verplichtingen is voldaan. Om deze reden adviseert de bewindvoerder mevrouw [naam 1] de schone lei te verlenen.
1.4.
Bij brief van 10 maart 2025 heeft [naam 2] , gerechtsdeurwaarder, namens
[bedrijfsnaam] B.V., schuldeiser, te kennen gegeven ter zitting te willen verschijnen, omdat de huur van de woning van mevrouw [naam 1] tijdens de WSNP niet volledig is betaald.
1.5.
De bewindvoerder heeft de rechtbank bij brief van 5 mei 2025 geïnformeerd over de laatste stand van zaken.
1.6.
De eindzitting heeft op 12 mei 2025 plaatsgevonden. Op deze zitting verschenen:
- mevrouw [naam 1] , vergezeld van haar dochter,
- de bewindvoerder,
- [naam 2] en [naam 3] , namens [bedrijfsnaam] B.V.,
- [naam 4] , beschermingsbewindvoerder.
1.7.
De uitspraak is aangehouden tot 19 mei 2025 om mevrouw [naam 1] in de gelegenheid
te stellen aan te tonen dat de huur alsnog is voldaan.
1.8.
De bewindvoerder heeft de rechtbank bij brief van 14 mei 2025 opnieuw geïnformeerd over de laatste stand van zaken. Hieruit blijkt dat de huur volledig is voldaan.
1.9.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.De beoordeling

2.1.
Met het verstrijken van de looptijd eindigen voor mevrouw [naam 1] de verplichtingen die de WSNP met zich brengt en moet worden beoordeeld of aan haar de schone lei kan worden verleend. Daarvoor is nodig dat de verplichtingen uit de WSNP tijdens de looptijd voldoende zijn nagekomen, ofwel dat mevrouw [naam 1] daarin niet toerekenbaar is tekort geschoten.
2.2.
[bedrijfsnaam] B.V. heeft op de zitting, samengevat, te kennen gegeven dat mevrouw [naam 1] tijdens de WSNP de huur niet volledig heeft betaald. Daardoor is tijdens de WSNP een nieuwe schuld van € 474,21 ontstaan. De totale vordering (inclusief de verschuldigde huur vóór toepassing van de WSNP) bedraagt volgens
[bedrijfsnaam] B.V. € 18.245,40.
2.3.
Uit wat op de zitting is besproken is gebleken dat de huurverhogingen van de woning van mevrouw [naam 1] in juli 2023 en juli 2024 niet of te laat zijn verwerkt. Daardoor is in de perioden juli 2023 en juli 2024 tot en met mei 2025 de huur voor het overgrote deel, maar niet volledig, betaald, zodat een nieuwe schuld van € 474,21 aan [bedrijfsnaam] B.V. is ontstaan.
2.4.
De rechtbank stelt vast de verschuldigde huur van € 474,21 is voldaan, zodat mevrouw [naam 1] niet langer (toerekenbaar) tekort is geschoten in de nakoming van de verplichtingen. Dat betekent dat de schuldsaneringsregeling wordt beëindigd met de schone lei. Er zijn geen redenen gebleken om tot een ander oordeel te komen.
2.5.
De rechtbank zal de vergoeding van de bewindvoerder vaststellen.

3.De beslissing

De rechtbank:
- stelt vast dat mevrouw [naam 1] niet (toerekenbaar) in de nakoming van één of meer uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen is tekortgeschoten;
- geeft te kennen dat de verplichtingen van mevrouw [naam 1] zijn geëindigd op 18 januari 2025, maar dat de schuldsaneringsregeling eindigt op het moment dat de slotuitdelingslijst verbindend is geworden;
- stelt de vergoeding van de bewindvoerder vast op € 3.703,11 (inclusief de verschuldigde omzetbelasting);
- stelt het vastrecht vast op € 797,-.
Dit is de beslissing van mr. L. Mundt, rechter, in samenwerking met F.J. Knaap LL.B., griffier. Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 19 mei 2025.
Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?
Tegen deze uitspraak kan degene die dat volgens de Faillissementswet mag gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak hoger beroep instellen. Dat kan door een advocaat een verzoekschrift in te laten dienen bij de griffie van het gerechtshof in Den Haag.