ECLI:NL:RBDHA:2025:9448
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een verzoek tot oplegging van een dwangakkoord in een schuldregeling
In deze zaak heeft mevrouw [naam 1] een verzoek ingediend bij de Rechtbank Den Haag om een dwangakkoord op te leggen aan haar schuldeisers, omdat zij in een problematische schuldensituatie verkeert. Mevrouw [naam 1] heeft een schuldenlast van € 32.468,93 aan negen schuldeisers, maar heeft een voorstel gedaan waarbij zij hen een nulaanbod doet, wat betekent dat zij hen vraagt om hun vorderingen kwijt te schelden. Mevrouw [naam 2], de heer/mevrouw [naam 3], en de heer/mevrouw [naam 4] hebben dit voorstel echter afgewezen. De rechtbank heeft op 7 mei 2025 de verzoeken van mevrouw [naam 1] behandeld en heeft besloten om het verzoek tot oplegging van het dwangakkoord toe te wijzen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldbemiddeling op de juiste wijze is uitgevoerd door de gemeente Gouda en dat het voorstel van mevrouw [naam 1] het maximaal haalbare is, gezien haar financiële situatie en de psychische en lichamelijke problematiek waar zij mee kampt. De rechtbank heeft ook de belangen van de weigerende schuldeisers afgewogen en geconcludeerd dat hun weigering om in te stemmen met de schuldregeling onredelijk is. De rechtbank heeft het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) afgewezen, omdat het dwangakkoord is toegewezen. De beslissing is openbaar uitgesproken op 7 mei 2025.