ECLI:NL:RBDHA:2025:9036
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de maatregel van bewaring en verzoek om schadevergoeding in het bestuursrecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 19 mei 2025, wordt het beroep van eiser tegen het voortduren van de aan hem opgelegde maatregel van bewaring beoordeeld. Deze maatregel is opgelegd op 11 februari 2025 op basis van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eerder zijn er al uitspraken gedaan over deze maatregel op 3 maart 2025 en 9 april 2025. De rechtbank heeft het vooronderzoek op 12 mei 2025 gesloten en besloten dat de zaak niet op zitting wordt behandeld. De rechtbank overweegt dat als de maatregel van bewaring in strijd is met de Vw 2000, het beroep gegrond verklaard kan worden en de maatregel opgeheven of gewijzigd kan worden. Eiser betoogt dat er onvoldoende zicht op uitzetting is, omdat de Indiase autoriteiten nog niet hebben gereageerd op het verzoek om een laissez-passer. De rechtbank oordeelt dat deze beroepsgrond niet slaagt, aangezien deze al eerder is beoordeeld in de uitspraken van 3 maart en 9 april 2025. Eiser stelt ook dat de minister onvoldoende voortvarend heeft gehandeld, maar de rechtbank oordeelt dat de minister voldoende actie heeft ondernomen. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af.