ECLI:NL:RBDHA:2025:903
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanvullend terugkeerbesluit en maatregel van bewaring in vreemdelingenrechtelijke zaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 januari 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een vreemdeling, eiser, die in beroep ging tegen twee besluiten van de minister van Asiel en Migratie. Het eerste besluit, een aanvullend terugkeerbesluit van 30 december 2024, werd door eiser betwist op de grond dat het niet uitvoerbaar zou zijn, aangezien er momenteel geen uitzettingen naar Syrië plaatsvinden. De rechtbank oordeelde echter dat de minister terecht stelde dat het aanvullend terugkeerbesluit niet onrechtmatig was, omdat er alternatieve landen van terugkeer in overweging werden genomen.
Het tweede besluit betrof de maatregel van bewaring, die ook op 30 december 2024 was opgelegd. Eiser voerde aan dat hij te laat was uitgeplaatst naar het Detentiecentrum Rotterdam, maar de rechtbank concludeerde dat de minister voldoende voortvarend had gehandeld. De rechtbank stelde vast dat de minister op 31 december 2024 om 13:50 uur had bevestigd dat eiser was uitgeplaatst, en dat dit niet in strijd was met de goede procesorde.
De rechtbank heeft de beroepen van eiser ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.