ECLI:NL:RBDHA:2025:902
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige vrijheidsontneming in grensdetentie en procedurele rechten van asielzoekers
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 januari 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen de voortduren van een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd aan eiseres, een asielzoekster. De maatregel was opgelegd op 15 november 2024, en eiseres had beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel, waarbij zij ook schadevergoeding had verzocht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrijheidsontneming meer dan 10 weken zou duren, wat in strijd is met de vereisten van de Opvangrichtlijn. De rechtbank oordeelde dat de vrijheidsontneming niet zo kort mogelijk was, zoals vereist, en dat de maatregel met ingang van 16 januari 2025 onrechtmatig was. De rechtbank heeft de opheffing van de vrijheidsontneming bevolen, maar het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat de onrechtmatigheid samenviel met de opheffing van de maatregel. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 1.814,--. De uitspraak is gedaan door mr. R.H.G. Odink, rechter, en is openbaar gemaakt zonder mogelijkheid tot rechtsmiddel.