ECLI:NL:RBDHA:2025:8562
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de overdrachtstermijn in het kader van de Dublinverordening vanwege onderduiken
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen het besluit van de minister van Asiel en Migratie, waarbij de overdrachtstermijn is verlengd op basis van artikel 29 lid 2 van de Dublinverordening. Eiser, die geregistreerd was als 'met onbekende bestemming', had zich eerder uit de opvang gemeld en stelde dat hij niet doelbewust had ondergedoken. De rechtbank heeft het beroep op 16 april 2025 behandeld, waarbij de gemachtigde van de minister aanwezig was. De rechtbank oordeelt dat de minister de overdrachtstermijn terecht heeft verlengd, omdat eiser niet aan zijn verplichtingen voldeed en er geen bewijs was dat hij niet onderdook. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat het besluit van de minister in stand blijft. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar gemaakt op 15 mei 2025.