ECLI:NL:RBDHA:2025:841
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een dwangakkoord in een schuldregeling voor mevrouw [naam 1] tegen Gastouderhuis Zuid-Holland
In deze zaak heeft mevrouw [naam 1] een verzoek ingediend bij de Rechtbank Den Haag om een dwangakkoord op te leggen aan haar schuldeiser, Gastouderhuis Zuid-Holland. Mevrouw [naam 1] verkeert in een problematische schuldensituatie met een totale schuldenlast van € 43.741,72 aan zeven schuldeisers. Na een voorstel voor een schuldregeling, waarbij een uitkering van 4,17% werd aangeboden aan de schuldeisers, heeft alleen Gastouderhuis geweigerd in te stemmen. Mevrouw [naam 1] heeft de rechtbank verzocht om het akkoord dwingend op te leggen, omdat zij niet in staat is om meer te bieden dan het voorgestelde percentage.
De rechtbank heeft op 21 januari 2025 uitspraak gedaan. Tijdens de zitting op 20 januari 2025 waren mevrouw [naam 1], haar schuldhulpverlener en een ambulant begeleider aanwezig, terwijl Gastouderhuis niet op de zitting verscheen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldbemiddeling correct is uitgevoerd door de Kredietbank Nederland en dat het voorstel goed gedocumenteerd is. De rechtbank heeft een belangenafweging gemaakt en geconcludeerd dat het onredelijk is dat Gastouderhuis weigert in te stemmen met de regeling, vooral omdat de meerderheid van de schuldeisers al akkoord is gegaan.
De rechtbank heeft het verzoek van mevrouw [naam 1] toegewezen en Gastouderhuis bevolen in te stemmen met de schuldregeling. Het verzoek om toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) is afgewezen, omdat het dwangakkoord nu van toepassing is. Deze beslissing is genomen door mr. L. Mundt, rechter, en is openbaar uitgesproken op 21 januari 2025. Tegen deze uitspraak kan binnen acht dagen hoger beroep worden ingesteld.