ECLI:NL:RBDHA:2025:8347
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervolgberoep inzake maatregel van bewaring en schadevergoeding in vreemdelingenrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, op 13 mei 2025 uitspraak gedaan in een vervolgberoep van eiser, de minister van Asiel en Migratie, tegen de maatregel van bewaring die op 11 november 2024 was opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring op 30 april 2025 is opgeheven, waardoor de beoordeling zich beperkt tot de vraag of eiser recht heeft op schadevergoeding. De rechtbank heeft eerder de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring getoetst en vastgesteld dat deze tot 14 februari 2025 rechtmatig was. De rechtbank heeft geconstateerd dat de kennisgeving van het voortduren van de bewaring op 29 april 2025 is ingediend, maar dat het vooronderzoek pas op 7 mei 2025 is gesloten, wat een termijnoverschrijding inhoudt. Desondanks oordeelt de rechtbank dat er geen sprake is van onrechtmatigheid van het voortduren van de maatregel, omdat de rechtbank binnen een redelijke termijn uitspraak heeft gedaan en eiser niet in zijn belangen is geschaad. De rechtbank concludeert dat er zicht is op uitzetting naar Marokko en dat eiser onvoldoende meewerkt aan zijn uitzetting. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.