Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser op 31 oktober 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 13 januari 2024 was ingediend. De rechtbank, zittende in enkelvoudige kamer, heeft op 21 januari 2025 uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelt dat op grond van artikel 6:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiser had de ingebrekestelling op 11 oktober 2024 ingediend, maar de wettelijke beslistermijn was verlengd door de inwerkingtreding van de WBV 2023/26, waardoor de beslistermijn pas op 13 april 2025 zou eindigen. De rechtbank concludeert dat de ingebrekestelling te vroeg is ingediend, waardoor het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid tot het indienen van een verzetschrift.