ECLI:NL:RBDHA:2025:7801
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontslag uit tijdelijke dienst wegens disfunctioneren van een burgerambtenaar bij Defensie
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 14 april 2025, wordt het beroep van eiser tegen zijn ontslag uit tijdelijke dienst voor onbepaalde tijd wegens disfunctioneren behandeld. Eiser, aangesteld als burgerambtenaar bij Defensie, was per 1 juli 2023 in dienst en had een proeftijd van één jaar. Het primaire besluit tot ontslag werd op 28 maart 2024 genomen, na een bezwaarschrift dat ongegrond werd verklaard. De rechtbank oordeelt dat verweerder op goede gronden heeft besloten tot ontslag, omdat eiser niet voldeed aan de functie-eisen. Eiser had onvoldoende leidinggevende kwaliteiten en was niet vatbaar voor feedback. Tijdens de bezwaarprocedure zijn hoorzittingen gehouden, waaruit bleek dat eiser niet in staat was om zich te verbeteren na ontvangen feedback. De rechtbank concludeert dat eiser tijdig en duidelijk op de hoogte is gesteld van zijn tekortkomingen en voldoende gelegenheid heeft gehad om zich te verbeteren. Het beroep wordt ongegrond verklaard, en eiser krijgt geen proceskostenvergoeding of terugbetaling van griffierechten. De uitspraak benadrukt de terughoudendheid van de rechter bij de toetsing van ontslagbesluiten in tijdelijke dienstverbanden.