In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, gaat het om een beroep dat is ingediend door eiser, vertegenwoordigd door mr. A.S. Sewman, tegen de Minister van Asiel en Migratie. Eiser heeft beroep aangetekend omdat de minister niet tijdig heeft beslist op zijn asielaanvraag, ingediend op 18 september 2023. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister de wettelijke beslistermijn van zes maanden met negen maanden heeft overschreden. Eiser heeft de minister verzocht om binnen twee weken alsnog te beslissen, maar dit is niet gebeurd, waarna hij beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond verklaard. De minister is opgedragen om binnen zestien weken na de uitspraak een besluit te nemen op de aanvraag, met inachtneming van het '8+8 wekenmodel'. Indien de minister deze termijn overschrijdt, moet zij een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 7.500,-. Daarnaast is de minister veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl en partijen hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.