Op 6 mei 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarbij eiser, vertegenwoordigd door mr. R. Balkenende, beroep heeft ingesteld tegen de Minister van Asiel en Migratie. Eiser had op 15 december 2023 een asielaanvraag ingediend, maar de minister had niet tijdig beslist. De rechtbank oordeelt dat de minister de wettelijke beslistermijn van zes maanden met negen maanden heeft overschreden. Eiser heeft de minister verzocht om binnen twee weken te beslissen, maar dit verzoek is genegeerd, wat heeft geleid tot het indienen van beroep. De rechtbank verklaart het beroep ontvankelijk en gegrond, en legt de minister op om binnen zestien weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. Indien de minister deze termijn overschrijdt, moet zij een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 7.500,-. Daarnaast moet de minister de proceskosten van eiser vergoeden, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, in aanwezigheid van griffier J. Yedema, en is openbaar gemaakt via rechtspraak.nl.