In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 2 mei 2025, gaat het om een beroep dat eiser heeft ingediend omdat de minister van Asiel en Migratie niet tijdig heeft beslist op de asielaanvraag van 24 juni 2023. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld. De minister had de wettelijke termijn van zes maanden om te beslissen op de aanvraag met negen maanden verlengd, maar deze termijn was inmiddels verstreken. Eiser heeft de minister verzocht om binnen twee weken alsnog te beslissen, maar dit verzoek is genegeerd, waarna eiser beroep heeft ingesteld.
De rechtbank oordeelt dat het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond is. De minister wordt opgedragen om alsnog binnen acht weken na de bekendmaking van de uitspraak een besluit te nemen op de aanvraag. De rechtbank legt een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de minister de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 7.500,-. Daarnaast moet de minister de proceskosten van eiser vergoeden, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden ingezien op rechtspraak.nl.