ECLI:NL:RBDHA:2025:7417

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 mei 2025
Publicatiedatum
1 mei 2025
Zaaknummer
NL25.19228
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring op grond van de Vreemdelingenwet 2000

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 mei 2025 uitspraak gedaan in een vervolgberoep van eiser tegen de maatregel van bewaring die op 5 februari 2025 door de minister van Asiel en Migratie was opgelegd. Eiser, die stelt Marokkaanse nationaliteit te hebben en geboren te zijn in 1989, heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank ontving op 25 april 2025 een kennisgeving over het voortduren van de maatregel, waardoor eiser geacht werd beroep te hebben ingesteld. De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting niet nodig was en heeft het onderzoek op 30 april 2025 gesloten.

De rechtbank overweegt dat zij eerder de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring heeft getoetst en dat deze tot het sluiten van het eerdere onderzoek rechtmatig was. De rechtbank concludeert dat er geen gronden zijn aangevoerd door eiser tegen het voortduren van de maatregel en dat er geen aanleiding is om te oordelen dat het voortduren van de maatregel onrechtmatig is. Daarom verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.19228

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], eiser

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. W.A.E.M. Amesz),
en

de minister van Asiel en Migratie, verweerder.

Procesverloop

Verweerder heeft op 5 februari 2025 aan eiser de maatregel van bewaring op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) opgelegd. Deze maatregel duurt nog voort.
De rechtbank heeft op 25 april 2025 een kennisgeving ontvangen over het voortduren van de maatregel. Daarmee wordt eiser geacht tegen het voortduren van de maatregel van bewaring beroep te hebben ingesteld en daarbij te hebben verzocht om schadevergoeding.
Verweerder heeft een voortgangsrapportage overgelegd.
De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft en het onderzoek op 30 april 2025 gesloten.

Overwegingen

1. Eiser stelt te zijn geboren op [datum] 1989 en de Marokkaanse nationaliteit te hebben.
2. Indien de rechtbank van oordeel is dat de toepassing of tenuitvoerlegging van de maatregel van bewaring in strijd is met de Vw dan wel bij afweging van alle daarbij betrokken belangen in redelijkheid niet gerechtvaardigd is, verklaart zij op grond van artikel 96, derde lid, van de Vw het beroep gegrond en beveelt zij de opheffing van de maatregel of een wijziging van de wijze van tenuitvoerlegging daarvan.
3. De rechtbank stelt voorop dat zij deze maatregel van bewaring al eerder heeft getoetst. Uit de uitspraak van deze rechtbank en zittingsplaats van 18 februari 2025 volgt dat de maatregel van bewaring tot het moment van het sluiten van het onderzoek dat aan die uitspraak ten grondslag ligt, rechtmatig was. [1] Daarom is bij de beoordeling van de rechtmatigheid van het voortduren van de maatregel van bewaring slechts de periode van belang sinds het moment van het sluiten van dat onderzoek.
4. Eiser heeft geen gronden aangevoerd tegen het voortduren van de maatregel van bewaring. Ook overigens is er geen aanleiding voor het oordeel dat het voortduren van de maatregel van bewaring tot het moment van het sluiten van het onderzoek op enig moment onrechtmatig is.
5. Het beroep is ongegrond. Daarom wordt ook het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
6. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep ongegrond;
  • wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan op 1 mei 2025 door mr. J.F.I. Sinack, rechter, in aanwezigheid van mr. R. de Mul, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.