Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de minister van Asiel en Migratie op zijn aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor zijn vader, moeder en broertje. De aanvraag is op 7 september 2023 ingediend, en de minister had op grond van de Vreemdelingenwet 2000 binnen 90 dagen moeten beslissen. De termijn is echter verstreken zonder dat er een besluit is genomen. Eiser heeft de minister op 18 april 2024 rechtsgeldig in gebreke gesteld en heeft op 6 november 2024 beroep ingesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is, omdat de minister niet tijdig heeft beslist.
De rechtbank legt de minister een termijn van acht weken op om een besluit te nemen, met de mogelijkheid tot verlenging tot twintig weken als er nader onderzoek nodig is. Tevens wordt een dwangsom van € 100 per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000. De rechtbank stelt vast dat de minister € 1.442 aan bestuurlijke dwangsommen heeft verbeurd, en veroordeelt de minister tot betaling van de proceskosten van eiser ter hoogte van € 453,50 en het griffierecht van € 187. De uitspraak is gedaan op 22 januari 2025 en openbaar gemaakt.