Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.Inleiding
onlineplatform een geldlening met (anonieme) investeerders gesloten. Stichting Zekerheden treedt ten behoeve van deze investeerders op en heeft zekerheden bedongen voor de nakoming door de [ondernemingen] van de uit de lening voortvloeiende verplichtingen, waaronder inpandgeving van alle (toekomstige) activa van de [ondernemingen] aan Stichting Zekerheden. Tot die zekerheden behoort ook dat [gedaagde] zich persoonlijk borg stelt. Zonder toestemming van Stichting Zekerheden vindt vervolgens een herstructurering plaats: de [ondernemingen] worden ontbonden en de verpande activa worden in eigendom overgedragen aan nieuw opgerichte, eveneens door [gedaagde] gecontroleerde vennootschappen. De [ondernemingen] hebben niet voldaan aan hun verplichtingen uit de lening. Stichting Zekerheden spreekt [gedaagde] aan onder de borgtocht én op grond van onrechtmatige daad wegens zijn rol bij de herstructurering. [gedaagde] voert als verweer dat Stichting Zekerheden in strijd met de op haar rustende bijzondere zorgplicht heeft verzuimd hem te waarschuwen voor de risico’s van de borgstelling en beroept zich op dwaling. Daartoe voert hij aan dat hij de borgtocht niet zou zijn aangegaan als hij die risico’s had gekend. Voorts betwist hij onrechtmatig te hebben gehandeld. De rechtbank verwerpt deze verweren en wijst de vorderingen van Stichting Zekerheden grotendeels toe.
2.De procedure
- de dagvaarding van 2 oktober 2023;
- de akte overleggen producties, met producties 1 t/m 13;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 t/m 12;
- de brief van mr. Delahaye van 2 januari 2024 houdende een correctie op punt 3.4 van de conclusie van antwoord;
- het tussenvonnis van 3 april 2024, waarbij een mondelinge behandeling is bevolen;
- het e-mailbericht van de rechtbank van 14 juni 2024, waarin nadere instructies aan partijen zijn gegeven met het oog op de mondelinge behandeling van 20 juni 2024;
- de naar aanleiding van voormelde instructie alsnog toegezonden productie 14 (Akte van verpanding);
- de akte uitlating na comparitie van Stichting Zekerheden;
- de akte uitlaten van [gedaagde] .
3.De feiten
onlineplatform ondernemers die kapitaal nodig hebben en investeerders die naar investeringsmogelijkheden op zoek zijn, bij elkaar brengt. Het beoogde resultaat van de bemiddeling is dat er leningsovereenkomsten tot stand komen tussen de (anonieme) investeerders en de ondernemers.
) niet op enige wijze in onderpand te zullen geven of met enig ander beperkt recht te zullen bezwaren of anderszins daarop zekerheid te vestigen (…) als dit een bedrag van € 50.000 te boven gaat en als dit buiten het kader van de normale bedrijfsuitoefening gebeurt en deze buiten het kader van de normale bedrijfsuitoefening niet te zullen verkopen, te zullen ruilen of op andere wijze te zullen vervreemden, sale and lease back en andere off-balance constructies uitdrukkelijk daaronder begrepen.”
De Borgtocht
De Borg verklaart zich ten gunste van (Stichting Zekerheden) borg te stellen voor al hetgeen de Hoofdschuldenaar aan (Stichting Zekerheden) (…) verschuldigd is of zal zijn, uit welken hoofde ook tot een maximum van EUR 150.000 (…). Dit maximumbedrag wordt vermeerderd met de rente daarover berekend op basis van het door de Hoofdschuldenaar verschuldigde rentepercentage (…)
Verklaringen van de borg
De Borg verklaart niet een particuliere borg te zijn in de zin van artikel 7:857 BW.
De Borg verklaart bekend te zijn met de financiële positie van de Hoofdschuldenaar en met de inhoud van de verbintenis van de Hoofdschuldenaar jegens (Stichting Zekerheden) uit hoofde van de genoemde kredietfaciliteit. (Stichting Zekerheden…) bevestigt dat (Stichting Zekerheden) aan de Borg doel en strekking van de borgtocht heeft medegedeeld”.
4.Het geschil
5.De beoordeling
mogelijkheid van schade aannemelijkis. De rechtbank is van oordeel dat aan dit criterium is voldaan. Aan [gedaagde] kan worden nagegeven dat door de vervreemding van de activa het daarop gevestigde pandrecht in beginsel niet verloren is gegaan. Maar dit sluit niet uit dat die vervreemding de uitoefening van de voor Stichting Zekerheden uit de verpanding voortvloeiende rechten (zoals het recht van parate executie) al dan niet tijdelijk heeft gefrustreerd en de Stichting Zekerheden daardoor schade heeft geleden. Zo heeft Stichting Zekerheden in de dagvaarding gesteld dat zij niet wist waar de verpande activa zich bevonden en dat [gedaagde] naliet om haar daarover te informeren. Voorts heeft Stichting Zekerheden bij de mondelinge behandeling aangevoerd dat na de herstructurering facturen zijn gezonden door de nieuwe vennootschappen. Zij heeft gesteld dat de desbetreffende vorderingen van die nieuwe vennootschappen niet onder het bedongen pandrecht vallen en dat dit schade oplevert voor Stichting Zekerheden die is veroorzaakt door de onrechtmatige daad van [gedaagde] . In een eventuele schadestaatprocedure zal Stichting Zekerheden deze schade en het causale verband met het onrechtmatig handelen van [gedaagde] nader moeten aantonen, maar in deze procedure heeft Stichting Zekerheden de mogelijkheid van schade naar het oordeel van de rechtbank voldoende aannemelijk gemaakt.