ECLI:NL:RBDHA:2025:7130

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 april 2025
Publicatiedatum
28 april 2025
Zaaknummer
NL24.47103 en NL24.47105
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvragen van Roma-burgers uit Noord-Macedonië wegens kennelijk ongegrond verklaarde vrees voor vervolging

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 18 april 2025, zijn de asielaanvragen van twee Roma-burgers uit Noord-Macedonië afgewezen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de aanvragen kennelijk ongegrond zijn, omdat de eisers niet aannemelijk hebben gemaakt dat zij een gegronde vrees voor vervolging hebben. De eisers, een man en een vrouw, hebben hun asielaanvragen ingediend op 9 november 2024, waarbij zij hebben aangevoerd dat zij vanwege hun Roma-afkomst en de problemen met de stiefvader van de vrouw in hun land van herkomst gevaar lopen. De rechtbank heeft vastgesteld dat Noord-Macedonië in het algemeen wordt beschouwd als een veilig land van herkomst, en dat de door eisers aangevoerde discriminatie niet leidt tot een situatie waarin zij in aanmerking komen voor asielrechtelijke bescherming. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard, wat betekent dat de afwijzing van de asielaanvragen in stand blijft. De eisers zijn niet verschenen op de zitting, en de rechtbank heeft de argumenten van de eisers in hun zienswijze niet overtuigend geacht. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de eisers niet hebben aangetoond dat zij niet de bescherming van de autoriteiten in Noord-Macedonië kunnen inroepen. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor eisers om hun specifieke situatie aan te tonen, en dat de algemene situatie voor Roma in Noord-Macedonië niet voldoende is om asiel te rechtvaardigen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Rotterdam
Bestuursrecht
zaaknummers: NL24.47103 en NL24.47105

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen

[naam eiser] , V-nummer: [V-nummer 1] , eiser

[naam eiseres], V-nummer: [V-nummer 2] , eiseres
samen: eisers
mede namens het minderjarige kind van eiser:

[naam minderjarige] , V-nummer: [V-nummer 3]

(gemachtigde: mr. M.M. Polman),
en

de minister van Asiel en Migratie, verweerder

(gemachtigde: mr. M.M. van Duren).

Procesverloop

Met de besluiten van 26 november 2024 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de aanvragen van eisers tot het verlenen van verblijfsvergunningen asiel (de asielaanvragen) voor bepaalde tijd in de verlengde asielprocedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Eisers hebben tegen de bestreden besluiten beroepen ingesteld.
De rechtbank heeft de beroepen, tezamen met de verzoeken van eisers om een voorlopige voorziening (met zaaknummers NL24.47104 en NL24.47106), op 28 maart 2025 op zitting behandeld. Eisers en hun gemachtigde zijn, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van eisers tegen de afwijzing van hun asielaanvragen.
1.1.
Eisers zijn burgers van de Republiek Noord-Macedonië en zijn geboren op respectievelijk [geboortedatum 1] 1999 (eiser) en [geboortedatum 2] 2005 (eiseres). De dochter van eiser is geboren op [geboortedatum 3] 2019. De asielaanvragen hebben eisers op 9 november 2024 ingediend.
Het asielrelaas
2. Eisers hebben aan hun asielaanvragen – samengevat – het volgende ten grondslag gelegd. Eiser heeft zijn land van herkomst verlaten vanwege de medische omstandigheden van zijn vader. Hij kon voor hem geen medische zorg regelen. Eiser ervaart als Roma en moslim discriminatie waardoor het voor hem moeilijk is om werk en een woning te krijgen en sociale ondersteuning te ontvangen. Eiser heeft hieraan toegevoegd dat hij problemen in zijn land van herkomst zal ervaren vanwege de problemen die zijn partner heeft met haar stiefvader. Eiseres heeft verklaard dat zij haar land van herkomst heeft verlaten, omdat zij vreesde voor haar biologische vader. Daarnaast vreest zij bij terugkeer naar haar land van herkomst voor haar stiefvader, die haar in Frankrijk heeft mishandeld. Hij is daarvoor veroordeeld, maar is inmiddels vrijgelaten en heeft haar gedreigd bij terugkeer in Noord-Macedonië wraak te zullen nemen. In de zienswijze heeft eiseres hieraan toegevoegd dat zij als Roma te maken zal krijgen met discriminatie.
De bestreden besluiten
3. Het asielrelaas van eisers bevat volgens verweerder de volgende asielmotieven:
1. identiteit, nationaliteit en herkomst;
2. problemen vanwege de Roma-afkomst;
3. problemen met de stiefvader (van eiseres)
3.1.
Verweerder heeft de verklaringen van eisers over hun asielmotieven geloofwaardig geacht.
3.2.
Verweerder is van mening dat uit de verklaringen van eisers niet blijkt dat zij een gegronde vrees hebben voor vervolging of een reëel risico op ernstige schade. Eisers zijn afkomstig uit Noord-Macedonië. Dat land wordt in het algemeen gezien als een veilig land van herkomst. Dit blijkt uit de brief van de Staatssecretaris aan de Tweede Kamer van 9 februari 2016 en staat vermeld in Bijlage 13 van het Voorschrift Vreemdelingen. Ook uit de herbeoordeling van 5 juli 2023 blijkt dat Noord-Macedonië een veilig land van herkomst is. Uit de verklaringen van eisers blijkt niet dat Noord-Macedonië voor hen persoonlijk niet veilig is. Weliswaar wordt door verweerder gevolgd dat Roma het lastig hebben in Macedonië, maar dat leidt volgens verweerder niet tot de conclusie dat eisers in aanmerking komen voor asielrechtelijke bescherming. De door eisers gestelde discriminatoire behandeling levert niet een dusdanig ernstige beperking van bestaansmogelijkheden op, dat het voor hen onmogelijk is om op maatschappelijk en sociaal gebied te kunnen functioneren. Met betrekking tot de problemen met de stiefvader van eiseres heeft verweerder overwogen dat van eisers verwacht mag worden dat zij de bescherming vragen van de autoriteiten in hun land van herkomst. Uit de verklaringen is niet gebleken dat dit niet kan.

Beoordeling door de rechtbank

4. De rechtbank beoordeelt het niet in behandeling nemen van de asielaanvragen van eisers. Zij doet dat aan de hand van de argumenten die eisers hebben aangevoerd, de beroepsgronden.
5. De rechtbank zal de beroepen ongegrond verklaren. Dat betekent dat eisers ongelijk krijgen en het kennelijk ongegrond beoordelen van hun aanvragen in stand blijft. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Verwijzing naar de zienswijze
6. Eisers verwijzen allereerst naar wat namens hen is aangevoerd in de zienswijze. Zij verzoeken deze als overgenomen en ingelast te beschouwen. De rechtbank stelt vast dat verweerder in de bestreden besluiten gemotiveerd is ingegaan op de zienswijzen van eisers. Voor zover eisers in de beroepsgronden niet aangeven waar en waarom de reactie van verweerder in de bestreden besluiten op die zienswijzen niet juist of niet toereikend is, gaat de rechtbank aan het verzoek voorbij. Een enkele verwijzing naar de zienswijze kan niet leiden tot aantasting van het bestreden besluit. Dit volgt ook uit vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, onder meer in de uitspraak van 4 juli 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:2169).
6.1.
Deze beroepsgrond slaagt niet.
Discriminatie
7. Eisers betogen dat Noord-Macedonië voor Roma in het algemeen en voor hen persoonlijk geen veilig land van herkomst is. Als Roma worden zij in hun land gediscrimineerd en achtergesteld. Het is voor hen onmogelijk werk te vinden om inkomsten te verwerven. Een woning, medische kosten en scholing kunnen eisers niet betalen. De ondervonden discriminatie leidt tot een dusdanige ernstige beperking van de bestaansmogelijkheden, dat het voor eisers onmogelijk was en is om te functioneren.
7.1.
De rechtbank stelt voorop dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bij uitspraak van 12 januari 2017 heeft geoordeeld dat verweerder Macedonië (nu Noord-Macedonië), ook voor Roma, op goede gronden heeft aangewezen als veilig land van herkomst. De in de zienswijzen ingebrachte informatie biedt naar het oordeel van de rechtbank geen grond voor de conclusie dat niet langer van dit uitgangspunt kan worden uitgegaan. Verweerder heeft er niet ten onrechte op gewezen dat de aangehaalde bronnen van Mondiaal Nieuws België dateren van 2014 en dat er inmiddels recentere informatie beschikbaar is over de positie van Roma in Noord-Macedonië. Uit de informatie van US Agency for International Development (USAID) van mei 2023 blijkt dat er sinds januari 2021 een initiatief van USAID is om in Noord-Macedonië discriminatie tegen Roma te beperken en de inclusie van Roma te verbeteren in de samenleving. Tevens zijn er in algemene zin ook verbeteringen ten aanzien van de Romabevolking in Noord-Macedonië uitgerold door de overheid. Ook uit de door verweerder aangehaalde bijlage landeninformatie Albanië, Noord-Macedonië en Montenegro van 19 mei 2023 blijkt dat er vooruitgang is geboekt ten aanzien van de integratie van Roma. Noord-Macedonië heeft hiertoe een nieuwe strategie aangenomen voor de periode van 2022 tot 2030, hetgeen eisers ook zelf in hun zienswijze hebben aangehaald.
7.2.
De rechtbank is van oordeel dat er daarom nog steeds terecht een algemeen rechtsvermoeden bestaat dat vreemdelingen uit Noord-Macedonië geen internationale bescherming nodig hebben. Het ligt op de weg van eisers om aannemelijk te maken dat Noord-Macedonië in hun specifieke situatie toch niet veilig is. Verweerder stelt zich terecht op het standpunt dat eisers hierin niet zijn geslaagd. Niet is gebleken dat het voor eisers onmogelijk was om op maatschappelijk en sociaal gebied te functioneren. Uit hun verklaringen blijkt dat zij toegang hadden tot scholing en onderdak en zij in hun eigen levensonderhoud hebben kunnen voorzien. Verder wijst verweerder er terecht op dat de gestelde problemen rond de toegang tot medische zorg blijkens de verklaringen van eisers voortkwamen uit een gebrek aan financiële middelen en dus geen verband hielden met de Roma-afkomst van eisers.
7.3.
Eisers hebben aldus niet aannemelijk gemaakt dat Noord-Macedonië ten aanzien van hen de internationale verdragsverplichtingen niet nakomt, of dat zij bij voorkomende problemen niet de hulp en bescherming kunnen inroepen van de (hogere) Noord-Macedonische autoriteiten. Verweerder heeft de beroepen daarom terecht kennelijk ongegrond verklaard op de grond dat eisers afkomstig zijn uit een veilig land van herkomst.
7.4.
De beroepsgrond slaagt niet.
Onzorgvuldige totstandkoming van de besluiten
8. Eisers voeren aan dat van verweerder verwacht mag worden dat in een gehoor specifieke vragen worden gesteld over de Roma-afkomst. Nu dit naar het oordeel van eisers niet is gebeurd, zijn de besluiten volgens eisers vatbaar voor vernietiging. Daarnaast zijn eisers van mening dat verweerder niet had kunnen volstaan met het aanhalen van de rapporten van UNHCR en de Raad van Europa, zonder vermelding uit welk jaar die rapporten dateren en paginaverwijzing.
8.1.
De rechtbank merkt allereerst op dat eiser zijn Roma-afkomst als asielmotief heeft genoemd en daar tijdens het gehoor ook over is bevraagd. Daarnaast ziet de rechtbank geen reden voor het oordeel dat verweerder onvoldoende heeft gevraagd in het gehoor van eisers. Uitgangspunt is dat het aan de vreemdeling is om zijn of haar asielmotieven naar voren te brengen. Indien het gehoor naar de mening van de vreemdeling niet volledig is, bieden de correcties en aanvullingen de mogelijkheid om de asielmotieven aan te vullen. In dit geval hebben eisers in de correcties en aanvullingen van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Verweerder heeft deze aanvulling vervolgens beoordeeld in het bestreden besluit. Niet is gebleken dat eisers in hun belangen zijn geschaad.
8.2.
In de bestreden besluiten heeft verweerder zich niet beperkt tot het noemen van “gezaghebbende bronnen” en de “rapporten van UNHCR en de Raad van Europa”. Verweerder heeft daarnaast verwezen naar andere meer recente bronnen met de correcte verwijzingen [1] . Op grond van de informatie afkomstig uit deze bronnen heeft verweerder naar het oordeel van de rechtbank, ook zonder de door eisers aangehaalde bronnen, niet ten onrechte geconcludeerd dat de positie van de Roma-gemeenschap in Noord-Macedonië niet dusdanig is dat dit leidt tot een schendig van artikel 3 EVRM.
8.3.
Deze beroepsgrond slaagt niet.
Problemen met de stiefvader
9. Eisers hebben tevens de problemen met de stiefvader van eiseres als asielmotief aangevoerd. Zij hebben de stelling van verweerder dat niet is gebleken dat eisers met betrekking tot deze problemen de bescherming kunnen vragen van de autoriteiten in hun land van herkomst, niet bestreden. Derhalve laat de rechtbank dit punt verder onbesproken.

Conclusie en gevolgen

10. De beroepen zijn ongegrond. Dat betekent dat de afwijzingen van de asielaanvragen in stand blijven.
11. Eisers krijgen geen vergoeding van hun proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.V. van Baaren, rechter, in aanwezigheid van mr. F. Horst - van Dee, griffier.
Uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.- ERRC. (2023). Promising change: Romani children in state care in North-Macedonia. Geraadpleegd op 26 november 2024, van